Bewerken van Congregatie van Onze Lieve Vrouw
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 4: | Regel 4: | ||
De congregatie werd in de [[Sint-Willibrordusparochie (Deurne)|oude parochie]] van Deurne in 1861 ingesteld en heette officieel de ''congregatie der eerzame dochters van O.L. Vrouw''. Deze congregatie stond onder medebescherming van de Heilige Moeder Anna. Uitsluitend ongehuwde vrouwen waren lid van de Mariacongregatie. Volgens Knippenberg zou er in 1510 in Deurne ook al een broederschap van Onze Lieve Vrouw zijn geweest.<ref>W.H.Th. Knippenberg - Broederschappen in Noord-Brabant in: Noordbrabants Historisch Jaarboek 1986 blz. 1-19</ref> | De congregatie werd in de [[Sint-Willibrordusparochie (Deurne)|oude parochie]] van [[Deurne]] in 1861 ingesteld en heette officieel de ''congregatie der eerzame dochters van O.L. Vrouw''. Deze congregatie stond onder medebescherming van de Heilige Moeder Anna. Uitsluitend ongehuwde vrouwen waren lid van de Mariacongregatie. Volgens Knippenberg zou er in 1510 in Deurne ook al een broederschap van Onze Lieve Vrouw zijn geweest.<ref>W.H.Th. Knippenberg - Broederschappen in Noord-Brabant in: Noordbrabants Historisch Jaarboek 1986 blz. 1-19</ref> | ||
De meisjes en vrouwen kwamen als regel op zondagmiddag na het lof onder leiding van een geestelijke bij elkaar. Dat niet ieder geestelijk leider even populair was bij de dames blijkt uit een aantekening in het parochiememoriaal na het overlijden in 1918 van de | De meisjes en vrouwen kwamen als regel op zondagmiddag na het lof onder leiding van een geestelijke bij elkaar. Dat niet ieder geestelijk leider even populair was bij de dames blijkt uit een aantekening in het parochiememoriaal na het overlijden in 1918 van de deken-pastoor [[Godefridus Albertus Arnoldus Bots (1855-1918)|Godefridus Bots]]: ''Duidelijk bleek dat de overleden herder niet had de algemene sympathie. In de congregatie beschouwden velen hem als een verklarende (sic) vijand.'' | ||
Als men werd aangenomen als lid van de congregatie ontving men rond 1940 een door de ''directeur'', de pastoor, ondertekend diploma met daarop ook de tekst van de akte van opdracht, die als volgt luidde: | Als men werd aangenomen als lid van de congregatie ontving men rond 1940 een door de ''directeur'', de pastoor, ondertekend diploma met daarop ook de tekst van de akte van opdracht, die als volgt luidde: | ||
Regel 14: | Regel 14: | ||
Diverse [[gedachtenisprentje]]s in de verzameling van [[heemkundekring H.N. Ouwerling]] verwijzen naar het feit dat de overledene lid was van de congregatie. | Diverse [[gedachtenisprentje]]s in de verzameling van [[heemkundekring H.N. Ouwerling]] verwijzen naar het feit dat de overledene lid was van de congregatie. | ||
{{Appendix|2= | {{Appendix|2= |