Bewerken van Derpsestraat 32 en 34
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 9: | Regel 9: | ||
In de jaren 1736 en 1741 was de weduwe van [[Christiaan Nouwen (voor 1650-na 1703)]] de eigenaresse. Zij verhuurde het pand aan [[Wilhelmus Mathia (1669-1741)|Willem Manders]]. De kinderen Nouwen verkochten in 1741 voor 360 gulden het huis met hof en aangelag met 2 lopen en 11 roeden land aan [[Jacobus Manders (1702-1794)]], de zoon van de vroegere huurder. Hij bezat én bewoonde het huis tenminste in de jaren 1746, 1751, 1756, 1761, 1766, 1771, 1776, 1781, 1786 en 1791. Daarna ging het huis over op zijn erfgenamen, in vele kleine delen. De erfgenamen Manders verkochten het huis uiteindelijk in 1794 aan [[Michael Manders (1759-1801)|Michiel Manders]], de jongste zoon van Jacobus. Hij bezat en bewoonde het huis in 1798. Na zijn vroegtijdige dood verkocht zijn weduwe het huis met hof, aangelag en dries, 2 lopen en 11 roeden, aan [[Petrus Josephus Beeckers (1770-1854)|Joseph Beekers]]. Hij woonde er in 1803 ook zelf.<ref>Meulendijks, Th.H., 1997. Het Derp</ref> | In de jaren 1736 en 1741 was de weduwe van [[Christiaan Nouwen (voor 1650-na 1703)]] de eigenaresse. Zij verhuurde het pand aan [[Wilhelmus Mathia (1669-1741)|Willem Manders]]. De kinderen Nouwen verkochten in 1741 voor 360 gulden het huis met hof en aangelag met 2 lopen en 11 roeden land aan [[Jacobus Manders (1702-1794)]], de zoon van de vroegere huurder. Hij bezat én bewoonde het huis tenminste in de jaren 1746, 1751, 1756, 1761, 1766, 1771, 1776, 1781, 1786 en 1791. Daarna ging het huis over op zijn erfgenamen, in vele kleine delen. De erfgenamen Manders verkochten het huis uiteindelijk in 1794 aan [[Michael Manders (1759-1801)|Michiel Manders]], de jongste zoon van Jacobus. Hij bezat en bewoonde het huis in 1798. Na zijn vroegtijdige dood verkocht zijn weduwe het huis met hof, aangelag en dries, 2 lopen en 11 roeden, aan [[Petrus Josephus Beeckers (1770-1854)|Joseph Beekers]]. Hij woonde er in 1803 ook zelf.<ref>Meulendijks, Th.H., 1997. Het Derp</ref> | ||
Bij de invoering van het [[kadaster]] in 1832 was het huis, kadastraal bekend als F 25 met een oppervlak van 430 m², eigendom van Beekers. Bij het huis hoorden ook nog een weiland F 24 en een moestuin F 26. Het geheel was 7.010 m² groot.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 29</ref> | Bij de invoering van het [[kadaster]] in 1832 was het huis, kadastraal bekend als F 25 met een oppervlak van 430 m², eigendom van Beekers. Bij het huis hoorden ook nog een weiland F 24 en een moestuin F 26. Het geheel was 7.010 m² groot.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 29</ref> Rond 1853 werd het geheel verkocht aan twee kleinkinderen, de oudste kinderen van zoon [[Joannes Josephus Beekers (1802-1867)]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1437, dienstjaar 1854</ref> Door verdeling ging het daarna weer op hun vader over, met meerdere kinderen als mede-erfgenamen. Rond 1881 werd de boerderij verkocht, nadat er een jaar eerder de aanbouw aan de straatzijde gesloopt was.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 1521, dienstjaren 1881 en 1882; kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie F, nummer 65</ref> | ||
Koper was één van de kinderen, [[Godefridus Beekers (1855-1937)|Fried Beekers]]. Hij verkocht zijn bezit rond 1884.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2807, dienstjaar 1885</ref> De nieuwe eigenaar was de landbouwer [[Wilhelmus van der Putten (1844-1918)|Willem van der Putten]], die er rond 1911 een stal liet bijbouwen. Rond 1912 liet hij meer bijbouwen, en het perceel met het naastliggend en achterliggend land verenigen tot F 1326.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie F, nummer 163</ref> Rond 1928 liet de weduwe Van der Putten de boerderij verkopen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 3021, dienstjaren 1912, 1913 en 1929</ref> Koper was [[Martinus Joosten (1887-1971)|Tinus Joosten]], die al meer onroerend goed in de Derpsestraat had en zelf op het latere adres [[Derpsestraat 25]] boerde. Hij verkocht rond 1932 wat van de grond aan de gemeente Deurne, ter verbetering van de weg.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5569, dienstjaar 1933</ref> In 1930 huurde [[Peter van Kessel (1882-1969)|Peter van Kessel]] de boerderij. Het huisadres veranderde toen van A.70 naar Lage Kerk A.47. | Koper was één van de kinderen, [[Godefridus Beekers (1855-1937)|Fried Beekers]]. Hij verkocht zijn bezit rond 1884.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2807, dienstjaar 1885</ref> De nieuwe eigenaar was de landbouwer [[Wilhelmus van der Putten (1844-1918)|Willem van der Putten]], die er rond 1911 een stal liet bijbouwen. Rond 1912 liet hij meer bijbouwen, en het perceel met het naastliggend en achterliggend land verenigen tot F 1326.<ref>Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie F, nummer 163</ref> Rond 1928 liet de weduwe Van der Putten de boerderij verkopen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 3021, dienstjaren 1912, 1913 en 1929</ref> Koper was [[Martinus Joosten (1887-1971)|Tinus Joosten]], die al meer onroerend goed in de Derpsestraat had en zelf op het latere adres [[Derpsestraat 25]] boerde. Hij verkocht rond 1932 wat van de grond aan de gemeente Deurne, ter verbetering van de weg.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5569, dienstjaar 1933</ref> In 1930 huurde [[Peter van Kessel (1882-1969)|Peter van Kessel]] de boerderij. Het huisadres veranderde toen van A.70 naar Lage Kerk A.47. |