U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Gerardus Suljard (1691-1730): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 13: Regel 13:
| moeder = [[Johanna van Leeffdael]]
| moeder = [[Johanna van Leeffdael]]
}}
}}
'''Gerardus''' (Gerard) '''Sulyard''' of '''Sulyard de Leeffdael''' ('s-Hertogenbosch, 10 juni 1691 - Deurne, 17 september 1730) was heer van Deurne tussen 1714 en 1728.
'''Gerardus''' (Gerard) '''Sulyard''' of '''Sulyard de Leeffdael''' ('s-Hertogenbosch 10 juni 1691 - Deurne 17 september 1730) was heer van Deurne tussen 1714 en 1728.


Sulyard volgde zijn oom op, die kinderloos was overleden. Hij was kapitein in dienst van de Republiek en verbleef slechts in de zomermaanden in [[Deurne]] met zijn echtgenote en hun zes kinderen. Sulyard ging in 1728 failliet en moest de heerlijkheid van de hand doen.
Sulyard volgde zijn oom op, die kinderloos was overleden. Hij was kapitein in dienst van de Republiek en verbleef slechts in de zomermaanden in [[Deurne]] met zijn echtgenote en hun zes kinderen. Sulyard ging in 1728 failliet en moest de heerlijkheid van de hand doen.
Regel 26: Regel 26:
# Agatha (gedoopt te Bergen op Zoom (ng) 25 mei 1729, begraven te Delft 29 januari 1751)
# Agatha (gedoopt te Bergen op Zoom (ng) 25 mei 1729, begraven te Delft 29 januari 1751)


 
Op 7 september 1718 leende hij 6000 gulden van Antoni Pauw uit 's-Gravenhage en gaf daarbij de [[Windmolen op het Heieind|korenwindmolen]] en de [[Watermolen aan het Haageind|watermolen]] tot onderpand. Ook op die dag leende hij 4000 gulden van de Haagse advocaat Roelman Pittenius en gaf daarbij als onderpand naast de genoemde molens ook het [[Klein Kasteel]] met de daarbij horende hoeve en landerijen.


[[Categorie:Heer van Deurne|Sulyard]]
[[Categorie:Heer van Deurne|Sulyard]]
[[Categorie:Heer van Liessel|Sulyard]]
[[Categorie:Heer van Liessel|Sulyard]]

Versie van 10 jan 2016 22:53

Gerardus Sulyard
1691-1730
heer van Deurne
Periode 1714-1728
Voorganger Johan van Leefdael
Opvolger Balthasar Coijmans
heer van Liessel
Periode 1714-1728
Voorganger Johan van Leefdael
Opvolger Balthasar Coijmans
Vader Thomas Sulyard
Moeder Johanna van Leeffdael

Gerardus (Gerard) Sulyard of Sulyard de Leeffdael ('s-Hertogenbosch 10 juni 1691 - Deurne 17 september 1730) was heer van Deurne tussen 1714 en 1728.

Sulyard volgde zijn oom op, die kinderloos was overleden. Hij was kapitein in dienst van de Republiek en verbleef slechts in de zomermaanden in Deurne met zijn echtgenote en hun zes kinderen. Sulyard ging in 1728 failliet en moest de heerlijkheid van de hand doen.

Gerard Sulyard de Leeffdael huwde op 17 februari 1723 te Delft met Anna Maria Spiering (geboren 13 april 1684, gedoopt te Delft (ng) 16 maart 1694), dochter van Willem Spiering en Cornelia Margaretha Bogaerd van Bloijs. Uit dit huwelijk werden geboren:

  1. Willem (geboren 18 december 1723, gedoopt te Delft (ng) 21 december 1723), huwde Maria Therese Collins (1730-1755); uit dit huwelijk één dochter.
  2. Rogier (geboren 30 maart 1725, gedoopt te Delft (ng) 1 april 1725, overleden te 's-Gravenhage 15 mei 1802), huwde Adriana Sophia van Eck (ca 1755 - 1826); uit dit huwelijk één niet met name bekende zoon. Rogier stierf blijkens zijn overlijdensbericht aan een slijmberoerte.
  3. Anna Maria (geboren 9 mei 1726, gedoopt te Delft (ng) 12 mei 1726)
  4. Ermgarda Cornelia (geboren 9 mei 1726, gedoopt te Delft (ng) 12 mei 1726)
  5. Agatha (geboren 12 september 1727, gedoopt te Deurne (ng) 14 september 1727, overleden te Deurne 15 oktober 1727)
  6. Agatha (gedoopt te Bergen op Zoom (ng) 25 mei 1729, begraven te Delft 29 januari 1751)

Op 7 september 1718 leende hij 6000 gulden van Antoni Pauw uit 's-Gravenhage en gaf daarbij de korenwindmolen en de watermolen tot onderpand. Ook op die dag leende hij 4000 gulden van de Haagse advocaat Roelman Pittenius en gaf daarbij als onderpand naast de genoemde molens ook het Klein Kasteel met de daarbij horende hoeve en landerijen.