Derp B.25-B.26
B.25-B.26 waren de laatste huisadressen van een verdwenen blok van twee woningen aan de Derpsestraat ter hoogte van de splitsing met de Romeinstraat.
Ligging[bewerken | brontekst bewerken]
Het blokje met twee woningen stond precies waar nu de Romeinstraat op de Derpsestraat uitkomt. In die tijd lag de T-splitsing een paar meter noordelijker dan nu.
Ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]
In 1732 verkocht Josijn, gehuwd met Jacobus Verspaget, tweederde deel van een huisje, met 10 roeden land, in het Derp, voor 40 gulden, aan Gerrit Beks, haar zwager. Gerrit Beks verkocht op zijn beurt in 1735 en half huis aan Hendrik Vogels. In 1736 woonden de twee eigenaren, Gerrit Beks en Hendrik Vogels, elk in het pand. Het waren toen dus waarschijnlijk al twee woningen. In 1741 verhuurde Bex het aan Tomas Fransen. In 1746 droegen de erfgenamen van Beks de andere helft ook aan Hendrik Vogels, die tot ene met 1791 als volledig eigenaar werd vermeld. Hij woonde er zelf vanaf 1761, en verhuurde aan Jan Kuijpers (1751), Peter Hasen (1756), en de tweede woning aan Peter Hasen (1761) en Hendrik van Dijk (1766). In 1786 droeg Hendrik het huisje over aan zijn gelijknamige zoon. Die liet het in 1799 openbaar verkopen. De koper was Antonij Evers, die het in 1800 doorverkocht aan Michiel Vlerks. Vlerks bewoonde het huis zelf, en verhuurde de andere helft aan Antonij Dirks, vermoedelijk identiek aan genoemde Antonij Evers. Eigenaar Vlerks bezat in 1832 nog beide huishelften, kadastraal bekend als F 86 en F 87, en beide van klasse 9. In 1829 woonde hij zelf in de ene helft (huisnummer 263), en verhuurde de andere helft aan zijn schoonzoon Johannes Munsters (1802-1863) (huisnummer 262).[1]
De erfgenamen van Michiel Vlerks verkochten beide huishelften rond 1867.[2] De koper was de weduwe van Joannes Josephus Beekers (1802-1867), de buurvrouw op het latere Derpsestraat 34. De huisadressen waren toen B.25 en B.26. Zij liet het huizenblokje rond 1880 slopen en het land tot één perceel verenigen: F 898, gebruikt als tuin. Het jaar erna verkocht zij het perceel aan haar zoon Fried Beekers.[3]
| Bronnen, noten en/of referenties |