U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Deurne’s Confectieatelier

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Interieuropname van Decona dat toen gevestigd was in de voormalige bedrijfshal van Graan- en meelhandel Schiks aan de groeneweg 11 in Deurne.

Deurne’s Confectieatelier , kortweg Decona genoemd, ontstond in 1955 en werd per 17 november 1976 opgeheven. In de tussenliggende periode hebben zo’n duizend modinettes bij Decona op de loonlijst gestaan.


Het was Lamberta Maria Theresia (Bep) Köhnen, (Deurne 30 maart 1926), dochter van Adrianus Theodorus Köhnen (1894-1944) en Jacomina Cornelia Coppus (1898-1988) en echtgenoot Henricus Franciscus Theodorus Bernardus Gijsbers (1922) (Harrie) Gijsbers, (Deurne 5 april 1922) die het bedrijf in 1955 startte.

Het begon allemaal met een geïmproviseerd atelier thuis aan de Liesselseweg 4 in Deurne waar Bep aanvankelijk vooral luxe pyama’s produceerde. Ze zag het aantal orders snel stijgen en Decona verhuisde naar de voormalige bedrijfshal van Graan- en meelhandel Schiks aan de groeneweg 11. De werkzaamheden vonden plaats in een afgescheiden deel van het houten gebouw, in een bijgebouwtje was het opleidingsschooltje van Decona gevestigd.

Het bedrijf van het echtpaar Gijsbers groeide uit van een bedrijf met 10 werknemers tot zo’n 150 werknemers, waaronder vooral jonge vrouwen. Als een meisje trouwde stopte ze met werken dat hoorde in die tijd zo. Sommigen meisjes deden later nog wel thuiswerk voor Decona.

Jonge meisjes werden door Decona zelf opgeleid tot modinette waarna ze konden doorstromen naar “het grote atelier”. Daar werkten ze aan dames- en heren blouses, pyama’s en luxe nachtkleding. In de jaren zestig was bijvoorbeeld de “babydoll”, een kort nachthemdje met pofbroek, razend populair. Synthetische stoffen waren er toen nog niet, Decona werkte voornamelijk met flanel, zijde, satijn en katoen.

Achter een rij machines naaide de meisjes de kleding in volgorde. Het was in feite “lopendebandwerk”, werkte het ene meisje sneller dan het andere dan ontstond er een opstopping. Ging er iets fout dan moest dat door middel van overwerk worden overgedaan. Fridy Rakels was er lange tijd bandleidster.

Begin jaren zeventig van de 20e eeuw kwam er de klad in de textielbranche en moesten veel van dit soort bedrijven werktijdverkorting invoeren. Decona besloot de productie helemaal te staken. Conform het handelsregister van Eindhoven werd Decona per 17 november 1976 opgeheven en volgens het blad Texpress werden er toen 75 werknemers werkloos.

Vrouwen van Confectieatelier Decona aan het werk in het gebouw waar voorheen Graan- en meelhandel Schiks gevestigd was. Foto ter beschikking gesteld door Peter Schiks.