Bewerken van Jan Hendrik Maria Hermans (1907-1974)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 22: | Regel 22: | ||
Jan was een zoon van winkelier Michel Adolf Louis Hermans (1868-1910) en [[Petronella Mathea Beijes (1872-1941)]]. | Jan was een zoon van winkelier Michel Adolf Louis Hermans (1868-1910) en [[Petronella Mathea Beijes (1872-1941)]]. | ||
Hij huwde | Hij huwde met Cornelia Maria (Corry) van den Eijnde, (Deurne 21 augustus 1917 - Deurne 30 april 2009), dochter van schoenmaker en winkelier [[Johannes van den Eijnde (1881-1951)]] en Geertruida (Carolina) van den Heuvel (1884-1964). | ||
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren: | De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren: | ||
Regel 33: | Regel 33: | ||
==Spekstreuf== | ==Spekstreuf== | ||
Meester Hermans, met als bijnaam | Meester Hermans, met als bijnaam de Frot, was een goedaardig mens. Hij woonde te ver van school vandaan om thuis zijn middagmaal te nuttigen. Daarom kreeg hij de taak toegewezen een oogje in het zeil te houden op de overblijvers tijdens de middagpauze. Soms vroeg hij een van de jongens die hij het meest vertrouwde een fles donker bier voor hem te halen bij [[café Van Eijk]]. Tegen het einde van de oorlog, toen alles op de bon was en moeilijk of niet te verkrijgen, vroeg hij wel eens graag een boterham te willen ruilen voor een met ''spekstreuf'' van een van de jongens. | ||
Het is hem overkomen dat hij aangevallen werd door twee lange slungels van de zesde klas die op de knieën voor het bord moesten zitten tijdens het middaguur vanwege een of andere overtreding en welke op een bepaald moment, toen hij de rug gekeerd had, hem plotseling aanvielen. De meester wist zijn kant te keren en bleef hen daarna met de aanwijsstok in de hand gadeslaan.<ref> De laatste | Het is hem overkomen dat hij aangevallen werd door twee lange slungels van de zesde klas die op de knieën voor het bord moesten zitten tijdens het middaguur vanwege een of andere overtreding en welke op een bepaald moment, toen hij de rug gekeerd had, hem plotseling aanvielen. De meester wist zijn kant te keren en bleef hen daarna met de aanwijsstok in de hand gadeslaan.<ref> De laatste twee paragraven | ||
{{DEFAULTSORT:Hermans,Jan}} | {{DEFAULTSORT:Hermans,Jan}} | ||
[[categorie:Hermans|Jan]] | [[categorie:Hermans|Jan]] | ||
[[categorie:onderwijzer]] | [[categorie:onderwijzer]] |