Bewerken van Tiende
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 31: | Regel 31: | ||
==Tiendheffing in Deurne ter discussie in de Tweede Kamer== | ==Tiendheffing in Deurne ter discussie in de Tweede Kamer== | ||
Met de opkomst van de [[boekweitcultuur]] in de tweede helft van de 19e | Met de opkomst van de [[boekweitcultuur]] in de tweede helft van de 19e verplichtte de rentmeester van de domeinen de particuliere pachters van de percelen gemeentegrond om novale tienden af te dragen. [[Jan Marten Peereboom]], een van de belangrijkste boekweittelers op gemeentegrond, protesteerde daartegen in 1861 bij de hoge overheid. Hij verwees in zijn klaagschrift naar de provincies Drenthe, Overijssel, Friesland, Groningen en Limburg waar bij de boekweitcultuur geen tiende geheven werd. Ook wees hij naar Asten waar in 1860 zonder tiendafdracht liefst 600 hectare boekweit geteeld werd.<br> | ||
In een uitgebreid exposé op 22 april 1862 toonde de minister van financiën aan dat de staat wel degelijk het tiendrecht mocht toepassen. In de door Peereboom genoemde provincies bezat de staat echter geen tiendrecht en het novale tiendrecht in Asten was in 1771 door de hoge overheid tegen betaling van eenmalig 1.200 gulden en een jaarlijkse ''recognitiecijns'' van drie gulden verkocht aan de heer van Asten.<br> | In een uitgebreid exposé op 22 april 1862 toonde de minister van financiën aan dat de staat wel degelijk het tiendrecht mocht toepassen. In de door Peereboom genoemde provincies bezat de staat echter geen tiendrecht en het novale tiendrecht in Asten was in 1771 door de hoge overheid tegen betaling van eenmalig 1.200 gulden en een jaarlijkse ''recognitiecijns'' van drie gulden verkocht aan de heer van Asten.<br> | ||
Ook beargumenteerde hij dat de boekweitcultuur niet mocht worden beschouwd als het in (blijvende) cultuur brengen van de zogeheten ''woeste gronden''.<ref>Het betoog is online te lezen in het Kamerstuk Tweede Kamer 1861-1862 kamerstuknummer LXXI ondernummer 2 - Inlichtingen op het adres van J. M. Peereboom enz. op de website [http://www.statengeneraaldigitaal.nl/ Staten-Generaal digitaal].</ref> | Ook beargumenteerde hij dat de boekweitcultuur niet mocht worden beschouwd als het in (blijvende) cultuur brengen van de zogeheten ''woeste gronden''.<ref>Het betoog is online te lezen in het Kamerstuk Tweede Kamer 1861-1862 kamerstuknummer LXXI ondernummer 2 - Inlichtingen op het adres van J. M. Peereboom enz. op de website [http://www.statengeneraaldigitaal.nl/ Staten-Generaal digitaal].</ref> |