U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Vreemdelingen in Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Everard (overleg | bijdragen) op 13 jun 2016 om 17:12
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In de loop der eeuwen hebben zich talloze vreemdelingen in Deurne gevestigd.


Het begrip vreemdeling is natuurlijk voor velerlei uitleg vatbaar. In de tijd voordat de landen bestonden zoals we ze nu kennen kon iemand uit een aangrenzend gewest (Gelderland, Pruissen) al een vreemdeling zijn. Niet iedere nieuwkomer werd bovendien als vreemdeling gezien.

Vóór de 19e eeuw hebben we over het algemeen te maken met vreemdelingen die als individu naar Deurne kwamen. We denken dan bijvoorbeeld aan de familie Lutters uit het hertogdom Gullik. Ook vele ambtsdragers, zoals (kasteel)heren (families Van Leeffdael, Sulyard, Coymans, De Smeth), schouten (Otto de Visschere, Louis Caesteker, Antonie la Forme, Lodewijk Wijchel (1725-1798)) en dominees, waren geen autochtone Deurnenaren of zelfs maar geboortig in Brabant. De familie Martinet stamde zelfs af van vluchtelingen uit Frankrijk.

In de 19e eeuw kwamen er heel andere migraties op gang. Zo vestigden vele protestanten op verzoek van de Maatschappij van Welstand zich in onze contreien. De familie Huizing is een goed voorbeeld van hen. Soms kwamen ook katholieken uit andere streken naar Brabant, zoals de familie De Corte.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen Belgische vluchtelingen naar Deurne, waarvan een enkeling zich hier blijvend vestigend. Tijdens die oorlog vestigden zich 1 miljoen vluchtelingen op 6 miljoen Nederlanders zich in ons land, een prestatie vergelijkbaar met alle inspanningen in landen als Libanon op dit moment.

Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de migratie. In toenemende mate kwamen vreemdelingen van niet-Europese komaf naar Deurne en omgeving. Dat betrof bijvoorbeeld voormalige inwoners van Nederlands-Indië, die vaak (ten dele) wel Europese voorouders hadden, maar Deurne nog nooit bezocht hadden. Een grote familie die zich toen in Deurne vestigde, is de familie Reeuwijk. Ook Molukkers vestigden zich in Deurne.

Later volgden, op uitnodiging van de Nederlandse regering, gastarbeiders. Aanvankelijk waren dat Europeanen uit het Middellandse Zeegebied, zoals Spanje, Italië en Griekenland. Zij gingen ten dele op in de Deurnese bevolking. Zo trouwde de weduwe van Wilhelmus Jacobus van Loenhout (1919-1962) met een Italiaan, die werkzaam was in de steenindustrie.

Later volgden gastarbeiders uit landen aan de zuid- en oostzijde van de Middellandse Zee (Marokko, Turkije). De meest recente ontwikkeling op dit vlak is de verwachte komst van 300 vluchtelingen naar het voormalige Missiehuis St. Willibrord.[1] De komst van de vluchtelingen valt in een periode dat het maatschappelijk klimaat op basis van al dan niet terechte angsten in veel gemeenten negatief is over de komst van niet-Europese vreemdelingen.

Naast de al dan niet Europese vreemdelingen van de laatste decennia heeft Deurne, en dat wordt nog wel eens vergeten, een plek geboden aan een groot aantal Nederlanders uit andere delen van Nederland. Ook zij hebben ervoor gezorgd dat Deurne in de laatste tientallen jaren zich continu heeft veranderd, zoals dat ook in het verleden al het geval was.

  1. Eindhovens Dagblad, 13 juni 2016