Bewerken van Hulten-altaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 24: | Regel 24: | ||
In mei 1753 verzocht mr. Abraham van den Heuvel, pensionaris van de stad Maastricht, voor zijn zoon om uitbetaling van de collatie en beneficie van het Sint-Catharina-altaar en het Hulten-altaar verbonden aan de kerk van Deurne alsmede van de [[Veldheuvelse kapel]], nadat Gerard Theodor Timmerman de vorige rechthebber was. De collatie was gedaan door Wierick Leopold vrijheer van Steinen, ridder van de Hoogduitse Orde en landcommandeur van de Balije Aldenbiesen.<ref>BHIC toegang 178 inv.nr. 372 Resoluties van de Raad van State dienstjaar 1753 folio 522 verso – woensdag 23 mei 1753 regest Henk Beijers - In de akte is sprake van de ''Hulsteren altaar'' en de ''Veldhovense kapel''.</ref> | In mei 1753 verzocht mr. Abraham van den Heuvel, pensionaris van de stad Maastricht, voor zijn zoon om uitbetaling van de collatie en beneficie van het Sint-Catharina-altaar en het Hulten-altaar verbonden aan de kerk van Deurne alsmede van de [[Veldheuvelse kapel]], nadat Gerard Theodor Timmerman de vorige rechthebber was. De collatie was gedaan door Wierick Leopold vrijheer van Steinen, ridder van de Hoogduitse Orde en landcommandeur van de Balije Aldenbiesen.<ref>BHIC toegang 178 inv.nr. 372 Resoluties van de Raad van State dienstjaar 1753 folio 522 verso – woensdag 23 mei 1753 regest Henk Beijers - In de akte is sprake van de ''Hulsteren altaar'' en de ''Veldhovense kapel''.</ref> | ||
In 1788 ontving Leonard Bernard Vrijthoff het beneficie van Hulteren altaar.<ref>J.A. Coppens - Nieuwe beschrijving van het bisdom 's-Hertogenbosch, eerste afdeling van het derde deel (1843), bladzijde 327.</ref> | |||
Op 25 juni 1788 verleende Franciscus Johannes Nepomucenus, ''vrijheer van Reischach des Hoogduitschens Ordens Ridder'', als landcommandeur der balie van Aldenbiesen, een studiebeurs aan Pieter Frederick Babut du Mares, gaande uit de beneficies van het Sint-Catharina-altaar en het ''Hulsterenaltaar'' in de kerk van Deurne en de [[Veldheuvelse kapel]]. De benodigde eed van zuivering was, zoals bleekt uit een extract uit het register der resoluties van haar Ho: Mo: van 20 en 23 februari 1789, reeds afgelegd. De vader van Pieter Frederick verzocht op 2 maart 1789 om uitbetaling van deze studiebeurs door de rentmeester der geestelijke goederen.<ref>BHIC toegang 178 inv.nr. 450 Resoluties van de Raad van State dienstjaar 1789 folio 231 – maandag 2 maart 1789 - regest Henk Beijers</ref> | Op 25 juni 1788 verleende Franciscus Johannes Nepomucenus, ''vrijheer van Reischach des Hoogduitschens Ordens Ridder'', als landcommandeur der balie van Aldenbiesen, een studiebeurs aan Pieter Frederick Babut du Mares, gaande uit de beneficies van het Sint-Catharina-altaar en het ''Hulsterenaltaar'' in de kerk van Deurne en de [[Veldheuvelse kapel]]. De benodigde eed van zuivering was, zoals bleekt uit een extract uit het register der resoluties van haar Ho: Mo: van 20 en 23 februari 1789, reeds afgelegd. De vader van Pieter Frederick verzocht op 2 maart 1789 om uitbetaling van deze studiebeurs door de rentmeester der geestelijke goederen.<ref>BHIC toegang 178 inv.nr. 450 Resoluties van de Raad van State dienstjaar 1789 folio 231 – maandag 2 maart 1789 - regest Henk Beijers</ref> |