Bewerken van Johannes van den Boogaard (1790-1813)

{{Infobox persoon
| naam           = Johannes van den Bogaart
| foto           = 
| tekst          = 
| volledige naam = Johannes van den Bogaart
| roepnaam       = 
| geboorteplaats = Deurne
| geboortedatum  = 18 februari 1790
| overl.plaats   =
| overl.datum    = 1813?
| partner(s)     =
| beroep(en)     =
}}[[File:Battle of Leipzig by Naudet.jpg|thumb|300px|Mogelijk sneuvelde Johannes van den Bogaart tijdens de hier afgebeelde slag bij Leipzig (16-19 oktober 1813)]]

'''Johannes van den Bogaart''' werd geboren in [[Liessel]] op de [[Heitrak]] en sneuvelde als soldaat in het leger van Napoleon, mogelijk tijdens de slag bij Leipzig.


Johannes van den Bogaart was het vierde kind uit een gezin van 9 kinderen van [[Johannes van den Bogaart (1752-1845)|Johannes van den Bogaart]] en Petronella Hendriks. Zijn grootvader [[Gijsbert Willems van den Bogaart]] vestigde zich in 1757 vanuit Schijndel op de [[Heitrak]] waar hij een nieuw gebouwde boerderij, genaamde de [[Tweede Hoeve den Heitrak]], van [[Benedictus Arnoldus de Stokmans]] huurde die sedert die tijd door de familie Van den Bogaart werd bewoond.
<br>Toen Johannes van den Bogaart werd opgeroepen voor militaire dienst deed hij nog een vergeefse poging om te deserteren.
Door de familie Van Heugten in Liessel werd nog lange tijd een afschrift bewaard van de laatste brief die hij aan zijn familie schreef. De brief volgt hieronder in extenso. Het Liesselse schoolhoofd [[Jacobus Wilhelmus van Helden]] publiceerde de brief op 26 november 1926 in een regionale krant, waarschijnlijk de Zuidwillemsvaart. Later schonk ook [[Gerard Engels]] aandacht aan de brief in [[D'n Uytbeyndel]].

== Brief ==

Mensch<ref>Mainz</ref> Den 4 Augustus 1813.
Vader en de moeder, Zusters en de Broeders.
1k laat u weten dat ik nog fries en gesond ben. En ik hoop van U het zelven. Maar ik ben zoo krank geweest dat ik meende dat ik gestorven zouden hebben. Want ik was zoo siek dat men mij met twee man naar het kwartier moesten lijden en toen heb ik te Koovelens<ref>Koblenz</ref> zeeventien daagen in het hospitaal geleegen daar heb ik nog eenen endhoovensen gevonden en die is met mij naar Mensch toegerijst en van Mensch moest ik alleen naar Doesborg<ref>Duisburg</ref> daar is mijn batalon naar toe en zij hebben mij gezijt dat ik weer tamboer majoor zou worden maar ik weet het nog niet maar het mij ook hetzelven of ik word of niet want ik zal der den naard tog nooit bij krijgen of had ik geld genoeg te verteeren.
<br>Vader en Moeder Susters en broeders en ik wensch u allemaal duisenmaal goeden dag en ook mijn zwager en vrouw en mij muijsjen (meisje) en nigten en neven en goede bekenden of het voor den lesten keer waar.
<br>Maar ik vriendelijk van u vraag dat gij Zondaagen en hijligdaagen mis voor mij hoor want ik heb sint Pinsten<ref>sedert Pinksteren</ref> maar eens Sondags in de kerk geweest maar swerkendaags<ref>door de week</ref> nog al eenige keerens, want het ongeluk zou koomen dat Willem<ref>Willem van den Bogaart, geb. 13 april 1792, was een jongere broer van Jan</ref> op zou moeten trekken dan moet gij maar een rabesant<ref>[[remplaçant]] = plaatsvervanger in militaire dienst</ref> koopen.
<br>Want het is beter tuijs te waater en te brood te leeven als soldaat te weesen en nu weet ik niet te schrijven als dat ik de Kijsrein<ref>keizerin</ref> tussen Koovelens en Mensch tegen was gekoomen. En dat gij mij geen antwoort moet schrijven voor dat ik schrijf en voor dat ik een vaste plaas heb schrijf ik niet meer want het kan tog niet helpen of ik schrijf of niet.
Verder schijd ik met de pen maar niet met het hert.
Groete u vrindelijk J.v.D.Boogaart

de adressering van de brief luidde:
<br>Monsieur J.v.D.Boogaart 
<br>de Partement Bos De Rijn 
<br>Arrondissement Endhooven 
<br>Kanton Asten
<br>A Heydrik

== Literatuur ==

*[[Gerard Engels]] - [[In vreemde krijgsdienst]] in: [[D'n Uytbeyndel]] nr 14 (najaar 1987) blz. 8-12
{{refs}}
{{DEFAULTSORT:Bogaart,Johannes van den}}
[[categorie:Van den Bogaart|Johannes]]
[[categorie:soldaat]]