Bewerken van Liesselseweg 124-130 (vervallen adressen)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 7: | Regel 7: | ||
Bij de invoering van het [[kadaster]] in 1832 was perceel bouwland F 178 met een oppervlak van 0.74.90 hectare het meest noordelijke perceel van [[de Schatgraaf]]. Dat perceel was toen eigendom van [[Henricus van der Sande (1770-1846)|Hendrik van der Zande]] en zijn meerderjarige kinderen. Op 21 augustus 1846 verkochten zijn kinderen dit perceel, samen met de percelen weiland F 150 en F 151 aan de huidige [[Fabriekstraat]], voor 300 gulden aan [[Josephus Judocus de Veth (1747-1852)|Jozef de Veth]]. Bij een boedelscheiding tussen de kinderen van Jozef de Veth op 12 november 1858 werden [[Petrus de Veth (1794-1872)|Peter Jozef]], [[Joanna Elizabetha de Veth (1796-1885)|Johanna]], [[Helena Maria de Veth (1801-1869)|Maria]] en [[Antonius de Veth (1805-1879)|Antonie de Veth]] eigenaars van F 178. <br> | Bij de invoering van het [[kadaster]] in 1832 was perceel bouwland F 178 met een oppervlak van 0.74.90 hectare het meest noordelijke perceel van [[de Schatgraaf]]. Dat perceel was toen eigendom van [[Henricus van der Sande (1770-1846)|Hendrik van der Zande]] en zijn meerderjarige kinderen. Op 21 augustus 1846 verkochten zijn kinderen dit perceel, samen met de percelen weiland F 150 en F 151 aan de huidige [[Fabriekstraat]], voor 300 gulden aan [[Josephus Judocus de Veth (1747-1852)|Jozef de Veth]]. Bij een boedelscheiding tussen de kinderen van Jozef de Veth op 12 november 1858 werden [[Petrus de Veth (1794-1872)|Peter Jozef]], [[Joanna Elizabetha de Veth (1796-1885)|Johanna]], [[Helena Maria de Veth (1801-1869)|Maria]] en [[Antonius de Veth (1805-1879)|Antonie de Veth]] eigenaars van F 178. <br> | ||
Een volgende boedelscheiding vond plaats op 15 mei 1872, daags voor het overlijden van Peter Jozef de Veth. Daarbij werden Johanna, Antonie en Gerard en Jozef Wijnen, de in Sint-Oedenrode wonende twee kinderen van de inmiddels overleden Maria Wijnen-de Veth, eigenaars van het onroerend goed.<br> | Een volgende boedelscheiding vond plaats op 15 mei 1872, daags voor het overlijden van Peter Jozef de Veth. Daarbij werden Johanna, Antonie en Gerard en Jozef Wijnen, de in Sint-Oedenrode wonende twee kinderen van de inmiddels overleden Maria Wijnen-de Veth, eigenaars van het onroerend goed.<br> | ||
Een eerste splitsing van het perceel vond plaats bij een openbare verkoop van het perceel door | Een eerste splitsing van het perceel vond plaats bij een openbare verkoop van het perceel door Johanna de Veth en de kinderen Wijnen op 17 november en 1 december 1879. Het perceel dat bij die gelegenheid werd aangeduid als [[de Bult]], werd voor de verkoop gesplitst in twee gelijke delen. Het zuidelijke deel van bouwland F 718, werd F 900, groot 0.37.45 hectare. Het werd in 1879 voor 215 gulden aangekocht door de wever en landbouwer [[Wilhelmus Hermans (1810-1887)|Willem Hermans].<ref>Kadastrale legger Deurne nummer 2726</ref> Later werd zijn zoon Michiel de eigenaar.<ref>Kadastrale legger Deurne nummer 4764</ref> Het noordelijke deel werd Schatgraaf F 899. | ||
===Schatgraaf F 899=== | ===Schatgraaf F 899=== |