U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Bewerken van Raadhuis Deurne

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 13: Regel 13:
Reeds in het jaar 1755 werd er bij de dorpsrekening door de leen- en tolkamer een opmerking gemaakt waarbij het bestuur van de [[heerlijkheid Deurne]] werd verzocht een eigen raadkamer of -huis te overwegen. Dit mede naar aanleiding van al in 1660 van overheidswege gegeven richtlijnen waarin was geadviseerd in gemeenten raadhuizen te bouwen. In de vergadering van 11 oktober 1758 komt het tot een uitspraak van Deurnese regenten. De conclusie van de heren laat aan duidelijkheid niets te wensen over, zij ''vermenen dat het timmeren van een raadkamer niet voordeeliger maar nadeeliger voor de gemeente soude uijtkommen''.  
Reeds in het jaar 1755 werd er bij de dorpsrekening door de leen- en tolkamer een opmerking gemaakt waarbij het bestuur van de [[heerlijkheid Deurne]] werd verzocht een eigen raadkamer of -huis te overwegen. Dit mede naar aanleiding van al in 1660 van overheidswege gegeven richtlijnen waarin was geadviseerd in gemeenten raadhuizen te bouwen. In de vergadering van 11 oktober 1758 komt het tot een uitspraak van Deurnese regenten. De conclusie van de heren laat aan duidelijkheid niets te wensen over, zij ''vermenen dat het timmeren van een raadkamer niet voordeeliger maar nadeeliger voor de gemeente soude uijtkommen''.  


Men bleef vooralsnog tot aan de eeuwwisseling gebruik maken van de schepen- of raadkamer. In de vergadering van 28 juni 1800 van het corpus, een volledige vergadering waarbij 19 leden aanwezig waren, kwam slechts één agendapunt ter tafel, namelijk of niet diende te worden overwogen om  van een raad- of gemeentehuis, tevens  een boterwaag, gevangenhuis en brandspuithuisje, te laten ''timmeren''. Op 17 april 1801 hadden drossaard en schepenen opdracht gegeven aan [[Adriaan van de Mortel (1759-1829)|Adriaan van de Mortel]] om een tekening te maken voor het nieuw te bouwen raad- en boterhuis. Hij leverde het bestek en tekening en declareerde daarvoor 7½ gulden.
Men bleef vooralsnog tot aan de eeuwwisseling gebruik maken van de schepen- of raadkamer. In de vergadering van 28 juni 1800 van het corpus, een volledige vergadering waarbij 19 leden aanwezig waren, kwam slechts één agendapunt ter tafel, namelijk of niet diende te worden overwogen om  van een raad- of gemeentehuis, tevens  een boterwaag, gevangenhuis en brandspuithuisje, te laten ''timmeren''.


Er werd besloten bij de hogere overheid "octrooi" (toestemming) aan te vragen, en om vertraging in het werk te voorkomen, werd er tevens een commissie van drie leden in het leven geroepen die de bouw van het raadhuis diende voor te bereiden. De verwarrende bestuurlijke toestand in die tijd van Franse overheersing maakte, dat men eigenlijk niet wist bij welke instantie toestemming diende te worden gevraagd. Het bleek later het departementaal bestuur van de Dommel te zijn.  
Er werd besloten bij de hogere overheid "octrooi" (toestemming) aan te vragen, en om vertraging in het werk te voorkomen, werd er tevens een commissie van drie leden in het leven geroepen die de bouw van het raadhuis diende voor te bereiden. De verwarrende bestuurlijke toestand in die tijd van Franse overheersing maakte, dat men eigenlijk niet wist bij welke instantie toestemming diende te worden gevraagd. Het bleek later het departementaal bestuur van de Dommel te zijn.  


Tijdens de vergadering van de municipaliteit van Deurne van 29 februari 1804 werd door de  regenten een voordelig saldo van 1.700 gulden op de [[verponding]]en gemeld.  Door deze meevaller kwam de bouw van een geschikt raadhuis weer ter sprake. Opnieuw werd een bouwcommissie samengesteld, onder meer bestaande uit de schout [[Joannes Wilhelmus van de Mortel (1751-1840)|Jan Willem van de Mortel]] en de secretaris [[Gerrit van Riet (1776-1850)|Gerrit van Riet]], om voorbereidingen voor de bouw, waaronder het verkrijgen van goedkeuring van hogerhand, te treffen. Die toestemming kwam met een brief van 21 juni 1804. Op 7 juli 1804 werd door de regenten een begroting voor de bouw opgezet. Het tweede en uiteindelijke bestek voor het raadhuis werd opgemaakt door Adriaan van de Mortel op 20 augustus 1804 's middags om 2 uur in het huis van [[Antonius Goossens (1753-1808)|Anthonij Goossens]] in [[Hotel De Zwaan|De Zwaan]] gepresenteerd.
Tijdens de vergadering van de municipaliteit van Deurne van 29 februari 1804 werd door de  regenten een voordelig saldo van 1.700 gulden op de [[verponding]]en gemeld.  Door deze meevaller kwam de bouw van een geschikt raadhuis weer ter sprake. Opnieuw werd een bouwcommissie samengesteld, onder meer bestaande uit de schout [[Joannes Wilhelmus van de Mortel (1751-1840)|Jan Willem van de Mortel]] en de secretaris [[Gerrit van Riet (1776-1850)|Gerrit van Riet]], om voorbereidingen voor de bouw, waaronder het verkrijgen van goedkeuring van hogerhand, te treffen. Die toestemming kwam met een brief van 21 juni 1804. Op 7 juli 1804 werd door de regenten een begroting voor de bouw opgezet. Het tweede en uiteindelijke bestek voor het raadhuis werd opgemaakt door [[Adriaan van de Mortel (1759-1829)|Adriaan van de Mortel]] op 20 augustus 1804 's middags om 2 uur in het huis van [[Antonius Goossens (1753-1808)|Anthonij Goossens]] in [[Hotel De Zwaan|De Zwaan]] gepresenteerd.


==Bouw==
==Bouw==
Regel 40: Regel 40:
Na een aantal verbouwingen werd tachtig jaar later op 8 augustus 1895 na afloop van een raadsvergadering de eerste steen voor het nieuw te bouwen raadhuis of gemeentehuis gelegd. Toen het nieuwe [[gemeentehuis]] in 1896 in gebruik was genomen en men van plan was om het oude raadhuis af te breken, vroeg brievengaarder [[Wilhelmus Goossens (1856-1909)|Willem Goossens]] in april 1897 aan het [[gemeentebestuur]] om het oude raadhuis voor een billijke prijs aan hem te verkopen of te verhuren. Uiteindelijk werd het raadhuis later dat jaar toch afgebroken. Later verrees op die plek de [[Heilig Hartkapel (Markt)|Heilig Hartkapel]].
Na een aantal verbouwingen werd tachtig jaar later op 8 augustus 1895 na afloop van een raadsvergadering de eerste steen voor het nieuw te bouwen raadhuis of gemeentehuis gelegd. Toen het nieuwe [[gemeentehuis]] in 1896 in gebruik was genomen en men van plan was om het oude raadhuis af te breken, vroeg brievengaarder [[Wilhelmus Goossens (1856-1909)|Willem Goossens]] in april 1897 aan het [[gemeentebestuur]] om het oude raadhuis voor een billijke prijs aan hem te verkopen of te verhuren. Uiteindelijk werd het raadhuis later dat jaar toch afgebroken. Later verrees op die plek de [[Heilig Hartkapel (Markt)|Heilig Hartkapel]].


Op 8 oktober 1897 werden op de Markt het afbraakmateriaal en de oude meubelen van het gesloopte raadhuis [[Verkoop van de afbraak van het oude raadhuis in 1897|in 58 kopen publiek bij opbod verkocht]]. Het geheel bracht nog 284,90 gulden op. Daarbij was onder meer een kist waarvan [[Hendrik Nicolaas Ouwerling (1861-1932)|Hendrik Ouwerling]] voor drie gulden de nieuwe eigenaar werd. De twee kachels gingen voor 7,50 gulden per stuk naar de tapper [[Martinus Rooijakkers (1846-1921)|Martinus Rooijakkers]] en de tapster Sina Goossens, de latere echtgenote van [[Gijsbertus van den Broek (1872-1937)|Gijsbert van den Broek]].
Op 8 oktober 1897 werden op de Markt het afbraakmateriaal en de oude meubelen van het gesloopte raadhuis in 58 kopen publiek bij opbod verkocht. Het geheel bracht nog 284,90 gulden op. Daarbij was onder meer een kist waarvan [[Hendrik Nicolaas Ouwerling (1861-1932)|Hendrik Ouwerling]] voor drie gulden de nieuwe eigenaar werd. De twee kachels gingen voor 7,50 gulden per stuk naar de tapper [[Martinus Rooijakkers (1846-1921)|Martinus Rooijakkers]] en de tapster Sina Goossens, de latere echtgenote van [[Gijsbertus van den Broek (1872-1937)|Gijsbert van den Broek]].


Het bewaard gebleven oude raadhuis van de voormalige gemeente Mierlo lijkt qua type en bouwstijl gelijk aan het oude raadhuis van de gemeente Deurne en Liessel en is  rijksmonument geworden.<ref>Zie het lemma  [https://nl.wikipedia.org/wiki/Oude_raadhuis_(Mierlo) ''Oude raadhuis (Mierlo)'' op Wikipedia]</ref>
Het bewaard gebleven oude raadhuis van de voormalige gemeente Mierlo lijkt qua type en bouwstijl gelijk aan het oude raadhuis van de gemeente Deurne en Liessel en is  rijksmonument geworden.<ref>Zie het lemma  [https://nl.wikipedia.org/wiki/Oude_raadhuis_(Mierlo) ''Oude raadhuis (Mierlo)'' op Wikipedia]</ref>
Al uw bijdragen aan DeurneWiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie DeurneWiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)