Bewerken van Straatsebaan 5
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 6: | Regel 6: | ||
De geschiedenis van dit huis aan de [[Straatsebaan]], horend bij de [[buurtschap De Hei]] gaat tenminste terug tot 1859 toen [[Johannis Seijkens (1824-1901)|Johannes Seijkens]] 2,7 hectare heide van de gemeente Deurne en Liessel had gekocht en daarop een huis had gebouwd. Mogelijk hangt dit nauw samen met de publieke verpachting, voor een periode van tien jaar, op 14 augustus 1858 door [[Henricus Theodorus Aloisius van Baar (1827-1878)|burgemeester Van Baar]], namens de [[gemeente Deurne en Liessel]], van een groot aantal percelen heide, ieder een hectare groot, aan particulieren ten behoeve van de [[boekweitcultuur]]. Vader [[Antonius Seikens (1796-1869)|Antonie Seijkens]] en zijn zoon Jan hoorden bij de 140 pachters. Waarschijnlijk hebben ze kort na de verpachting de grond definitief aangekocht van de gemeente. Het huis dat [[Johannis Seijkens (1824-1901)|Jan Seijkens]] er destijds bouwde, was geen typische boerderij maar een woonhuis, met een kleine stal voor een paar koeien, waar later nog een varkenshok werd aangebouwd. Het dak bestond deels uit riet en deels uit dakpannen; de zo geheten ''poppannen''. Achter het huis stond een grote schuur, grotendeels een open veldschuur, met een dak deels van stro en deels ook poppannen. Daarin (of buiten) werd jaren later door Peer van de Mortel, gehuwd met een kleindochter van Johannes Seijkens, het grote werk gedaan op een grote zaagbok. Achter het huis werden later ook nog drie stenen kippenhokken gebouwd | De geschiedenis van dit huis aan de [[Straatsebaan]], horend bij de [[buurtschap De Hei]] gaat tenminste terug tot 1859 toen [[Johannis Seijkens (1824-1901)|Johannes Seijkens]] 2,7 hectare heide van de gemeente Deurne en Liessel had gekocht en daarop een huis had gebouwd. Mogelijk hangt dit nauw samen met de publieke verpachting, voor een periode van tien jaar, op 14 augustus 1858 door [[Henricus Theodorus Aloisius van Baar (1827-1878)|burgemeester Van Baar]], namens de [[gemeente Deurne en Liessel]], van een groot aantal percelen heide, ieder een hectare groot, aan particulieren ten behoeve van de [[boekweitcultuur]]. Vader [[Antonius Seikens (1796-1869)|Antonie Seijkens]] en zijn zoon Jan hoorden bij de 140 pachters. Waarschijnlijk hebben ze kort na de verpachting de grond definitief aangekocht van de gemeente. Het huis dat [[Johannis Seijkens (1824-1901)|Jan Seijkens]] er destijds bouwde, was geen typische boerderij maar een woonhuis, met een kleine stal voor een paar koeien, waar later nog een varkenshok werd aangebouwd. Het dak bestond deels uit riet en deels uit dakpannen; de zo geheten ''poppannen''. Achter het huis stond een grote schuur, grotendeels een open veldschuur, met een dak deels van stro en deels ook poppannen. Daarin (of buiten) werd jaren later door Peer van de Mortel, gehuwd met een kleindochter van Johannes Seijkens, het grote werk gedaan op een grote zaagbok. Achter het huis werden later ook nog drie stenen kippenhokken gebouwd | ||
Johannes Seijkens verkocht het huis rond 1897 aan zijn schoonzoon [[Henricus Verbeek (1852- | Johannes Seijkens verkocht het huis rond 1897 aan zijn schoonzoon [[Henricus Verbeek (1852-1918)|Hendrik Verbeek]], die het kort daarna weer verkocht aan zijn zwager [[Godefridus van Bussel (1859-1947)|Godefridus van Bussel]]. Van Bussel verkocht het huis rond 1925 aan zijn schoonzoon Peer van de Mortel. | ||
In september/oktober 1944 lag het huis in de vuurlinie van de bevrijdingsoperaties. In de schuur van Straatsebaan 5 was de veldkeuken van de Engelse soldaten ondergebracht. De familie Van de Mortel was net als veel andere Liesselse gezinnen geëvacueerd; de Van de Mortels vonden onderdak bij familie in [[Zeilberg]]. | In september/oktober 1944 lag het huis in de vuurlinie van de bevrijdingsoperaties. In de schuur van Straatsebaan 5 was de veldkeuken van de Engelse soldaten ondergebracht. De familie Van de Mortel was net als veel andere Liesselse gezinnen geëvacueerd; de Van de Mortels vonden onderdak bij familie in [[Zeilberg]]. |