Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Witold Artur Wladislaw Saryusz Makowski (1912-1995): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:


==Algemeen==
==Algemeen==
Tolo Makowski was afkomstig uit Polen en Pools reserveofficier bij de cavalerie. In 1938 na een studie economie in Warschau kwam hij in dienst bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en begon zijn diplomatieke carrière. In september 1939 kwam hij naar Nederland waar hij viceconsul werd in Amsterdam.
Tolo Makowski was afkomstig uit Polen en Pools reserveofficier bij de cavalerie. In 1938 kwam hij, na een studie economie in Warschau, in dienst bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en begon hij zijn diplomatieke carrière. In september 1939 kwam hij naar Nederland waar hij viceconsul werd in Amsterdam.


Toen het Duitse leger op 1 september 1939 Polen binnenviel vertrokken de Poolse diplomaten mondjesmaat naar Engeland. Tolo ging niet mee! Hij vertrok naar Frankrijk en meldde zich bij het Polish Army Camp te Coetquidan, waar toen Kolonel Maczek bezig was de Light Motorised Division (Cavalerie Motorisé) te formeren, het begin van "1ste Poolse Pantser Divisie".
Toen het Duitse leger op 1 september 1939 Polen binnenviel vertrokken de Poolse diplomaten mondjesmaat naar Engeland. Tolo ging niet mee! Hij vertrok naar Frankrijk en meldde zich bij het Polish Army Camp te Coetquidan, waar toen kolonel Maczek bezig was de Light Motorised Division (Cavalerie Motorisé) te formeren, het begin van 1ste Poolse Pantser Divisie.


In opdracht van de Poolse inlichtingendienst kwam hij regelmatig in Den Haag. Tijdens de inval in mei 1940 van de Duitsers was Tolo in Nederland en kon niet meer terug naar Frankrijk. Via de Amerikaanse ambassade kreeg hij onderdak in Den Haag bij de heer Hubert Otto van der Straaten, naar achteraf  blijkt zijn aanstaande schoonvader.  
In opdracht van de Poolse inlichtingendienst kwam hij regelmatig in Den Haag. Tijdens de inval in mei 1940 van de Duitsers was Tolo in Nederland en kon niet meer terug naar Frankrijk. Via de Amerikaanse ambassade kreeg hij onderdak in Den Haag bij Hubert Otto van der Straaten, naar achteraf  blijkt zijn aanstaande schoonvader.  


Op 9 september 1940 kreeg hij van de Nederlandse politie het bevel binnen 48 uur de stad te verlaten. Hij kwam in Amsterdam terecht en kreeg met hulp van het Comité Polen Nederland een verblijfplaats in Amsterdam. Daar sloot hij zich aan bij de groep Vrij Nederland. De groep Vrij Nederland hield zich bezig met het naar Londen doorspelen van informatie over een mogelijke Duitse invasie. Ondertussen hadden Polen in ballingschap met elkaar afgesproken om in Engeland samen met de Britten een Pools leger te formeren.  
Op 9 september 1940 kreeg hij van de Nederlandse politie bevel om binnen 48 uur de stad te verlaten. Hij kwam in Amsterdam terecht en kreeg met hulp van het Comité Polen Nederland een verblijfplaats in Amsterdam. Daar sloot hij zich aan bij de groep Vrij Nederland. De groep Vrij Nederland hield zich bezig met het naar Londen doorspelen van informatie over een mogelijke Duitse invasie. Ondertussen hadden Polen in ballingschap met elkaar afgesproken om in Engeland samen met de Britten een Pools leger te formeren.  


==Naar Deurne==
==Naar Deurne==
Vanaf begin 1941 werd het ene na het andere lid van Vrij Nederland gearresteerd en Tolo vertrok op 14 augustus 1942 uit kamp Amersfoort naar [[Deurne]], waar hij drie maanden onderdook bij baron [[Theodore de Smeth (1919-1988)]] en bij [[dokter Wiegersma]] terwijl hij bij een boer werkte om fysiek en mentaal weer een beetje bij te komen. Daarna werkte hij bij Philips in Venlo met het doel om zijn werkzaamheden voor dit bedrijf na de oorlog in Polen voort te zetten.  
Vanaf begin 1941 werd het ene na het andere lid van Vrij Nederland gearresteerd en Tolo vertrok op 14 augustus 1942 uit kamp Amersfoort naar [[Deurne]], waar hij drie maanden onderdook bij baron [[Theodore de Smeth (1919-1988)]] en bij [[dokter Wiegersma]] terwijl hij bij een boer werkte om fysiek en mentaal weer een beetje bij te komen. Daarna werkte hij bij Philips in Venlo met het doel om zijn werkzaamheden voor dit bedrijf na de oorlog in Polen voort te zetten.  


Naast zijn gewone baan werkte hij voor een organisatie die zich bezighield met het laten onderduiken en verder helpen van geallieerde piloten<ref>Zeer waarschijnlijk de [[RVV-Verzetsgroep Deurne]], de baron voerde het commando over de R.V.V.'s in oostelijk Noord-Brabant</ref>. Zo verleende hij enkele maanden onderdak aan jachtvlieger Erik Wardzinsky  die een noodlanding maakte bij Son.<ref>In zijn boek "Vriend en Vijand", dat handelt over het werk van de RVV-Verzetsgroep Deurne en hun uitvalsbasis [[De Zwarte Plak]],  besteedt Bert Poels vanaf blz 126 uitgebreid aandacht aan de persoon Erik Wardzinsky</ref>
Naast zijn gewone baan werkte hij voor een organisatie die zich bezighield met het laten onderduiken en verder helpen van geallieerde piloten.<ref>Zeer waarschijnlijk de [[RVV-Verzetsgroep Deurne]], de baron voerde het commando over de R.V.V.'s in oostelijk Noord-Brabant.</ref> Zo verleende hij enkele maanden onderdak aan jachtvlieger Erik Wardzinsky  die een noodlanding maakte bij Son.<ref>In zijn boek ''Vriend en Vijand'', dat handelt over het werk van de RVV-Verzetsgroep Deurne en hun uitvalsbasis [[De Zwarte Plak]],  besteedt Bert Poels vanaf bladzijde 126 uitgebreid aandacht aan de persoon Erik Wardzinsky.</ref>


Op 23 december 1942 trouwde hij met de jonge weduwe Mary Ann van der Straaten (Hellevoetsluis 5 juli 1918 - Den Haag 24 juni 2000), (Mary werd na een huwelijk van vier maanden weduwe van André Marie Alain de Moerloose (1913-1938)), die ook vanuit Den Haag naar Deurne was gekomen. <br>
Op 23 december 1942 trouwde hij met de jonge weduwe Mary Ann van der Straaten (Hellevoetsluis 5 juli 1918 - Den Haag 24 juni 2000). Mary was na een huwelijk van vier maanden weduwe geworden van André Marie Alain de Moerloose (1913-1938)), die ook vanuit Den Haag naar Deurne was gekomen. <br>
De boerderij van bierbrouwer [[Eijmbertus Henricus Swinkels (1870-1949)|Eijmbertus Henricus (Harrie) Swinkels (1870-1949]] aan de Lage Kerk A.34 stond leeg. Op dringend verzoek van dokter Wiegersma werd het pand aan Tolo en zijn vrouw ter beschikking gesteld. Knechten van de Wieger maakten het pand schoon en hebben het gemeubileerd. Tolo had zelf ook wat spullen meegebracht, waaronder nogal wat wol dat zijn vrouw om onbekende redenen had.
De boerderij van bierbrouwer [[Eijmbertus Henricus Swinkels (1870-1949)|Eijmbertus Henricus (Harrie) Swinkels (1870-1949]] aan de Lage Kerk A.34 stond leeg. Op dringend verzoek van dokter Wiegersma werd het pand aan Tolo en zijn vrouw ter beschikking gesteld. Knechten van de Wieger maakten het pand schoon en meubileerden het. Tolo had zelf ook wat spullen meegebracht, waaronder nogal wat wol dat zijn vrouw om onbekende redenen had.


Tijdens gevechten om de [[Brand van 24 september 1944 |bevrijding van Deurne op 24 september 1944]], meenden de Elfde Engelse Pantserdivisie dat er in deze boerderij Duitsers zaten en beschoten de boerderij die door een voltreffer spoedig vlam vatte en totaal afbrandde, inclusief alle persoonlijke bezittingen van het echtpaar Makowski dat tijdens de gevechten afwezig was. De Engelsen laten de Makowski's  naar Brussel gaan waar Tolo zich meldt bij het consulaat van Polen.
Tijdens gevechten om de [[Brand van 24 september 1944 |bevrijding van Deurne op 24 september 1944]] meende de Elfde Engelse Pantserdivisie dat er in deze boerderij Duitsers zaten en beschoot de boerderij. Deze vatte door een voltreffer spoedig vlam en brandde helemaal af, inclusief alle persoonlijke bezittingen van het echtpaar Makowski dat zelf tijdens de gevechten afwezig was. De Engelsen lieten de Makowski's  naar Brussel gaan waar Tolo zich meldde bij het consulaat van Polen. Daar werd op 6 oktober 1944 hun zoon Jerzy geboren.  


Tolo en zijn hoogzwangere vrouw vertrokken, met medewerking van de Engelse autoriteiten, naar Brussel. Daar werd op 6 oktober 1944 hun zoon Jerzy geboren.  
In 1947 keerden zij terug naar Nederland en besloten hier te blijven. Hij ging voor zijn schoonvader werken bij de British Iron & Steel Corp. Ltd. In 1950 ontving hij het Nederlanderschap, dankzij zijn vele goede referenties uit de oorlogsperiode.  


In 1947 keerde hij terug naar Nederland, besloot er te blijven en ging hij voor zijn schoonvader werken (bij de British Iron & Steel Corp. Ltd). In 1950 ontving hij het Nederlanderschap, dankzij zijn vele goede referenties uit de oorlogsperiode.  
Hij overleed op 9 april 1995 in Den Haag op 83-jarige leeftijd.


Hij overleed op 9 april 1995 in Den Haag op 83 jarige leeftijd.
{{Appendix|1=alles|2=
==Bron==
* Archief familie Van Kinderen-Swinkels
*Archief familie Van Kinderen-Swinkels
==Externe link==
* [http://www.engelandvaarderskatwijk.nl/poging-2/  www.engelandvaarderskatwijk.nl]
* [http://www.engelandvaarderskatwijk.nl/poging-2/  www.engelandvaarderskatwijk.nl]
* [http://www.katwijkinoorlog.nl/uitgelicht/tolo-saryusz-makowski  www.katwijkinoorlog.nl]
* [http://www.katwijkinoorlog.nl/uitgelicht/tolo-saryusz-makowski  www.katwijkinoorlog.nl]
----
{{References}}
}}


{{Appendix}}
{{DEFAULTSORT:Makowski,Witold }}
{{DEFAULTSORT:Makowski,Witold }}
[[categorie:Makowski|Witold]]
[[categorie:Makowski|Witold]]
[[categorie:diplomaat]]
[[categorie:diplomaat]]

Versie van 4 mrt 2016 18:00

Witold Artur Wladislaw Saryusz Makowski
ToloM.JPG
Persoonsinformatie
Volledige naam Witold Artur Wladislaw Saryusz Makowski
Roepnaam Tolo
Geboorteplaats St. Petersburg
Geboortedatum 21 april 1912
Overl.plaats Den Haag
Overl.datum 9 april 1995
Partner(s) Mary Ann van der Straaten (1918-2000)
Beroep(en) diplomaat

Witold Artur Wladislaw Saryusz (Tolo) Makowski (1912-1995) was de laatste bewoner van de voormalige boerderij aan de Lage Kerk A.34.


Algemeen

Tolo Makowski was afkomstig uit Polen en Pools reserveofficier bij de cavalerie. In 1938 kwam hij, na een studie economie in Warschau, in dienst bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en begon hij zijn diplomatieke carrière. In september 1939 kwam hij naar Nederland waar hij viceconsul werd in Amsterdam.

Toen het Duitse leger op 1 september 1939 Polen binnenviel vertrokken de Poolse diplomaten mondjesmaat naar Engeland. Tolo ging niet mee! Hij vertrok naar Frankrijk en meldde zich bij het Polish Army Camp te Coetquidan, waar toen kolonel Maczek bezig was de Light Motorised Division (Cavalerie Motorisé) te formeren, het begin van 1ste Poolse Pantser Divisie.

In opdracht van de Poolse inlichtingendienst kwam hij regelmatig in Den Haag. Tijdens de inval in mei 1940 van de Duitsers was Tolo in Nederland en kon niet meer terug naar Frankrijk. Via de Amerikaanse ambassade kreeg hij onderdak in Den Haag bij Hubert Otto van der Straaten, naar achteraf blijkt zijn aanstaande schoonvader.

Op 9 september 1940 kreeg hij van de Nederlandse politie bevel om binnen 48 uur de stad te verlaten. Hij kwam in Amsterdam terecht en kreeg met hulp van het Comité Polen Nederland een verblijfplaats in Amsterdam. Daar sloot hij zich aan bij de groep Vrij Nederland. De groep Vrij Nederland hield zich bezig met het naar Londen doorspelen van informatie over een mogelijke Duitse invasie. Ondertussen hadden Polen in ballingschap met elkaar afgesproken om in Engeland samen met de Britten een Pools leger te formeren.

Naar Deurne

Vanaf begin 1941 werd het ene na het andere lid van Vrij Nederland gearresteerd en Tolo vertrok op 14 augustus 1942 uit kamp Amersfoort naar Deurne, waar hij drie maanden onderdook bij baron Theodore de Smeth (1919-1988) en bij dokter Wiegersma terwijl hij bij een boer werkte om fysiek en mentaal weer een beetje bij te komen. Daarna werkte hij bij Philips in Venlo met het doel om zijn werkzaamheden voor dit bedrijf na de oorlog in Polen voort te zetten.

Naast zijn gewone baan werkte hij voor een organisatie die zich bezighield met het laten onderduiken en verder helpen van geallieerde piloten.[1] Zo verleende hij enkele maanden onderdak aan jachtvlieger Erik Wardzinsky die een noodlanding maakte bij Son.[2]

Op 23 december 1942 trouwde hij met de jonge weduwe Mary Ann van der Straaten (Hellevoetsluis 5 juli 1918 - Den Haag 24 juni 2000). Mary was na een huwelijk van vier maanden weduwe geworden van André Marie Alain de Moerloose (1913-1938)), die ook vanuit Den Haag naar Deurne was gekomen.
De boerderij van bierbrouwer Eijmbertus Henricus (Harrie) Swinkels (1870-1949 aan de Lage Kerk A.34 stond leeg. Op dringend verzoek van dokter Wiegersma werd het pand aan Tolo en zijn vrouw ter beschikking gesteld. Knechten van de Wieger maakten het pand schoon en meubileerden het. Tolo had zelf ook wat spullen meegebracht, waaronder nogal wat wol dat zijn vrouw om onbekende redenen had.

Tijdens gevechten om de bevrijding van Deurne op 24 september 1944 meende de Elfde Engelse Pantserdivisie dat er in deze boerderij Duitsers zaten en beschoot de boerderij. Deze vatte door een voltreffer spoedig vlam en brandde helemaal af, inclusief alle persoonlijke bezittingen van het echtpaar Makowski dat zelf tijdens de gevechten afwezig was. De Engelsen lieten de Makowski's naar Brussel gaan waar Tolo zich meldde bij het consulaat van Polen. Daar werd op 6 oktober 1944 hun zoon Jerzy geboren.

In 1947 keerden zij terug naar Nederland en besloten hier te blijven. Hij ging voor zijn schoonvader werken bij de British Iron & Steel Corp. Ltd. In 1950 ontving hij het Nederlanderschap, dankzij zijn vele goede referenties uit de oorlogsperiode.

Hij overleed op 9 april 1995 in Den Haag op 83-jarige leeftijd.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Zeer waarschijnlijk de RVV-Verzetsgroep Deurne, de baron voerde het commando over de R.V.V.'s in oostelijk Noord-Brabant.
  2. In zijn boek Vriend en Vijand, dat handelt over het werk van de RVV-Verzetsgroep Deurne en hun uitvalsbasis De Zwarte Plak, besteedt Bert Poels vanaf bladzijde 126 uitgebreid aandacht aan de persoon Erik Wardzinsky.