Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Nachtwacht

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 11 jun 2012 om 08:05
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De nachtwacht werd gedaan door een of meer daartoe aangestelde personen. In onveilige tijden gebeurde dit ook herhaaldelijk door burgers. Een of meer personen werden dan bij toerbeurt verplicht om 's nachts wacht te lopen.


Wachtreglement

In het reglement van de nachtwacht, die in november 1807 in Vlierden werd ingesteld, was onder meer het volgende bepaald:

  • De mannen moesten 18 jaar of ouder zijn.
  • Ze moesten voorzien zijn van een goed geweer.
  • Ze moesten van 's avonds 10 uur tot 's morgens 4 uur in het hele dorp patrouilleren.
  • Ze moesten elk uur bij het huis van de president-schepen of een der schepenen aankloppen.
  • Ook overdag moesten twee mannen van 's morgens 8 uur tot 's middags 5 uur wachtlopen.
  • Alle vreemdelingen en personen zonder pas moesten gearresteerd worden.
  • De wachtlopers moesten 's morgens de wacht gaan aanzeggen bij degenen die de volgende avond dienst hadden.
  • Als iemand de wacht was aangezegd en hij kwam niet opdagen dan kostte hem dat een boete van drie goudguldens. (We kennen nog steeds de uitdukking: Iemand de wacht aanzeggen)

Plaatselijk konden dergelijke reglementen verschillend zijn. Zo was in 1807 voor Deurne de minimumleeftijd voor de burgerwacht gesteld op 16 jaar. De rotmeesters zorgden er daar voor dat de wachtlopers een hoorn of trompet kregen waarop ze elk kwartier moesten blazen. In Deurne stond een boete van zes gulden op overtreding van het wachtreglement.

Vooral vagebonden en landlopers konden bij de plattelandsbevolking veel overlast bezorgen, maar zoals blijkt uit een resolutie van de Vlierdense schepenbank van 1787 vreesde men ook deserterende soldaten en joden.

Zie ook het artikel elders over de geschiedenis van de politie.

Chronologie

  • Dat het nachtelijk wachtlopen niet populier was bleek onder meer in december 1750. Toen werd dienst geweigerd door Evert Meulendijk, Lucas Hendrik Smits, de knecht van Hendrik van Moorsel, de knecht van Jan Bertrums, de zoon van Peter Jan Flipsen en Engelbert Guij. Zij weigerden hun boete aan de drossaard te betalen en deze liet een aantal goederen van de overtreders afpanden, enkele koperen ketels, borstrokken, tinnen schotels etc., en publiek verkopen. De wetsovertreders waren voornamelijk afkomstig uit de rotten van het Haageind en het Kerkeind. Enkele dagen voor de afpanding bepaalde de drossaard dat de opbrengst van de openbare verkoop, na aftrek van zijn eigen onkosten, ten gunste zou komen van de rotten waaruit de weigeraars afkomstig waren zodat de dienstwillige rotgezellen de opbrengst gezamenlijk konden "verdrinken".