U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Aldegonda Evers (circa 1710-1781)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 30 mrt 2013 om 20:02
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Aldegonda Evers was van 1749 tot 1773 vroedvrouw van de Heerlijkheid Deurne.


Aldegonda Evers, alias Joost Pluijmsdochter, was gehuwd met Franciscus Flerks en zij kregen samen acht kinderen waarvan er tenminste vier de volwassen leeftijd haalden. Er lopen in Deurne nog veel mensen rond die deze "wijze vrouw" tot een van hun voorouders mogen rekenen.

Aanstelling

Ze werd aangesteld voor hetzelfde salaris als haar voorgangsters: 16 gulden per jaar. Weliswaar had ze enkele keren geassisteerd bij de werkzaamheden van haar voorgangster maar erg veel praktijkervaring had ze nog niet. Daarom werd bij haar aanstelling bepaald dat ze op zes achtereenvolgende zondagen in de leer moest gaan bij de Astense chirurgijn en vroedmeester Hendrik Halbersmit. De vier gulden aan lesgeld zou gekort worden van haar eerste jaarsalaris.

Opvolging

Toen ze oud en ziekelijk werd in 1781 besloten haar opvolgster Magdalena Daniëls-Herings, die in de praktijk al jaren lang de dienst voor haar waarnam, officieel als Deurnese vroedvrouw te benoemen.

Chronologie

  • Soms moest de vroedvrouw ook verklaren dat de achtergebleven weduwe niet zwanger was als ze snel na het overlijden van haar man weer hertrouwde. In 1751 eiste Hendrik Verbeek zo'n verklaring voordat hij in het huwelijksbootje stapte met de weduwe Maria Driessen-van Bree. Zo'n verklaring gaf de vroedvrouw ook af voor de weduwe Maria Meulendijks-van de Kerkhof die in 1752 hertrouwde met Simon van Lieshout.
  • In 1752 verklaarden twee Deurnese vrouwen voor de rechtbank dat ze de vroedvrouw hadden horen vertellen dat Johanna, de dochter van wijlen Willem van de Mortel, die bij haar moeder inwoonde in herberg "De Roode Leeuw", acht maanden in Antwerpen had vertoefd en daar bevallen zou zijn van een onwettig kind. Blijkbaar gold toen nog geen beroepsgeheim.
  • Op 4 november 1773 assisteerde zij bij de bevalling van de ongehuwde Elisabeth Jansse Geenen uit Gemert die tijdelijk op de hoeve Bruggen verbleef. De barende vrouw verklaarde dat Peter Jan Keunen uit Gemert de vader van het kind was.
  • Bij de bevalling van de ongehuwde 28-jarige Anneke Pennings op 19 december 1773 verklaarde zij tegenover de vroedvrouw dat jachtopziener Frans Giller de vader was. Hij ontkende echter in alle toonaarden maar zij eiste voor het gerecht dat hij met haar zou trouwen.