Bewerken van Bakelseweg 42
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Op het adres '''Bakelseweg 42''' staat de [[Wilhelminahoeve (Bakelseweg)|Wilhelminahoeve]] die wordt bewoond door de familie Vlemmix. | Op het adres '''Bakelseweg 42''' staat de [[Wilhelminahoeve (Bakelseweg)|Wilhelminahoeve]] die wordt bewoond door de familie Vlemmix. | ||
Bij de invoering van het kadaster in 1832 heette het hier [[de Voort]]. Er stonden toen twee boerderijen. De meest noordelijke boerderij op kadastrale sectie C 318 was eigendom van Francis Smits. De zuidelijke boerderij, de voorganger van de Wilhelminahoeve, stond op sectie C 319 en was toen eigendom van [[Johannes Lammers (1787-1866)|Jan Janse Lambers junior]].<ref>Hij had ook nog een gelijknamige drie jaar oudere broer [[Johannes Lambers (1784- | ==Chronologie== | ||
Bij de invoering van het kadaster in 1832 heette het hier [[de Voort]]. Er stonden toen twee boerderijen. De meest noordelijke boerderij op kadastrale sectie C 318 was eigendom van Francis Smits. De zuidelijke boerderij, de voorganger van de Wilhelminahoeve, stond op sectie C 319 en was toen eigendom van [[Johannes Lammers (1787-1866)|Jan Janse Lambers junior]].<ref>Hij had ook nog een gelijknamige drie jaar oudere broer [[Johannes Lambers (1784-1860)|Jan]].</ref> | |||
Op 17 oktober 1859 verkocht Jan Janse Lambers de boerderij tijdens een openbare verkoop, samen met zijn kinderen [[ | Op 17 oktober 1859 verkocht Jan Janse Lambers de boerderij tijdens een openbare verkoop, samen met zijn kinderen [[Henricus Lammers (1817-1895)|Hendrik]] en [[Johannis Lammers (1820-1878)|Jan]] en zijn nog minderjarige kleinkind [[Antonius van Bommel (1851-1918)|Antonie van Bommel]], de enige zoon van zijn inmiddels overleden dochter Willemijna. Koper was zijn schoonzoon [[Martinus van Bommel (1822-1890)|Martinus van Bommel]], die optrad namens zijn vader [[Henricus van Bommel (1790-1865)|Hendrik Mathijszoon van Bommel]]. De koopsom was 1.945 gulden. Bij de boerderij hoorde toen bijna vijf hectare grond. | ||
Op 23 mei 1866 vond ten overstaan van [[Carel Lodewijk van Riet (1813-1880)|notaris Van Riet]] een boedelscheiding plaats tussen de zeven kinderen van Hendrik van Bommel. Ieder van de kinderen kreeg daarbij 2.100 gulden of goederen van die waarde. [[Johannes Bankers (1839-1908)| | Op 23 mei 1866 vond ten overstaan van [[Carel Lodewijk van Riet (1813-1880)|notaris Van Riet]] een boedelscheiding plaats tussen de zeven kinderen van Hendrik van Bommel. Ieder van de kinderen kreeg daarbij 2.100 gulden of goederen van die waarde. [[Johannes Bankers (1839-1908)|Johannis Bankers]], gehuwd met Anna Maria van Bommel, ontving de boerderij en de volgende daarbij horende goederen: | ||
* een weiland genaamd de Achterste Strijpen, sectie C 139 en C 140, groot HA 0.67.60, | * een weiland genaamd de Achterste Strijpen, sectie C 139 en C 140, groot HA 0.67.60, | ||
* een weiland, gedeelte van sectie C 131, groot circa HA 0.22.00, | * een weiland, gedeelte van sectie C 131, groot circa HA 0.22.00, | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
Het geheel werd gewaardeerd op 1.800 gulden. Johannes Bankers ontving ook nog 300 gulden aan contant geld. | Het geheel werd gewaardeerd op 1.800 gulden. Johannes Bankers ontving ook nog 300 gulden aan contant geld. | ||
{{Appendix}} | {{Appendix}} | ||
[[categorie:adres]] | [[categorie:adres]] |