Bewerken van Gerard van Schaijk (1748-1821)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 16: | Regel 16: | ||
== Gezin == | == Gezin == | ||
Hij werd op 25 februari 1748 in [[Deurne]] protestants gedoopt als zoon van [[Michiel van Schaijk (1706-1755)]] en Johanna Bokhorst. Hij huwde met Anna Catharina Ramaer, een zuster van de Vlierdense schoolmeester [[Antonie Ramaer]]. | |||
Hij huwde met Anna Catharina Ramaer, een zuster van de Vlierdense schoolmeester [[Antonie Ramaer]] | |||
== Vorster en gerechtsdienaar == | == Vorster en gerechtsdienaar == | ||
Op 11 juli 1778 werd hij door de [[heer van Vlierden]] aangesteld en op 29 juli beëdigd als vorster en gerechtsdienaar. Tot zijn verplichtingen hoorde onder meer dat hij twee keer per week door het hele dorp moest patrouilleren, vreemde bedelaars moest weren en verdachte personen arresteren. Het vorstersambt was hem niet vreemd want zijn vader Michiel van Schaijk was 27 jaar lang [[vorster van Deurne]]. | Op 11 juli 1778 werd hij door de [[heer van Vlierden]] aangesteld en op 29 juli beëdigd als vorster en gerechtsdienaar. Tot zijn verplichtingen hoorde onder meer dat hij twee keer per week door het hele dorp moest patrouilleren, vreemde bedelaars moest weren en verdachte personen arresteren. Het vorstersambt was hem niet vreemd want zijn vader Michiel van Schaijk was 27 jaar lang [[vorster van Deurne]]. | ||
== Belastingcollecteur == | == Belastingcollecteur == | ||
Regel 37: | Regel 33: | ||
:''Onze brave bejaarde onderwijzer G. van Schaijk heeft zijne aanspraak op onze dankbaarheid vermeerderd, daar het ons bij openbare proeven is gebleken, niet slechts van deszelfs blijvende geschiktheid voor den door hem reeds vele jaren met lof bekleeden post, maar ook van 's mans onverminderde vlijt. De leerlingen verdienden voor hunne waarlijk goede vorderingen de belooning welke aan hen te beurte viel. | :''Onze brave bejaarde onderwijzer G. van Schaijk heeft zijne aanspraak op onze dankbaarheid vermeerderd, daar het ons bij openbare proeven is gebleken, niet slechts van deszelfs blijvende geschiktheid voor den door hem reeds vele jaren met lof bekleeden post, maar ook van 's mans onverminderde vlijt. De leerlingen verdienden voor hunne waarlijk goede vorderingen de belooning welke aan hen te beurte viel. | ||
Uit dit fragment blijkt zowel dat Van Schaijk een prima onderwijzer was als dat al in die tijd de vorderingen van de leerlingen extern getoetst werden. | Uit dit fragment blijkt zowel dat Van Schaijk een prima onderwijzer was als dat al in die tijd de vorderingen van de leerlingen extern getoetst werden. | ||
== Corporele diensten == | == Corporele diensten == | ||
Hij bleef tot 1821 dagelijks de Vlierdense klok luiden, een belangrijk onderdeel van de zogenaamde ''corporele diensten'' die hij als koster moest verrichten, hetgeen hem een extraatje van 36 gulden per jaar opbracht. In de periode 1811-1814 werd hierop door de Fransen overigens flink bezuinigd en hij probeerde in 1816 het tekort alsnog vergoed te krijgen. Dat Van Schaijk het niet breed had blijkt onder meer uit een passage van dat verzoek waarin hij beweerde dat hij door de ''vermindering zich thans buiten de mogelijkheid bevindt om voor vrouw en vier kinderen het nodige levensonderhoud te winnen''. | Hij bleef tot 1821 dagelijks de Vlierdense klok luiden, een belangrijk onderdeel van de zogenaamde ''corporele diensten'' die hij als koster moest verrichten, hetgeen hem een extraatje van 36 gulden per jaar opbracht. In de periode 1811-1814 werd hierop door de Fransen overigens flink bezuinigd en hij probeerde in 1816 het tekort alsnog vergoed te krijgen. Dat Van Schaijk het niet breed had blijkt onder meer uit een passage van dat verzoek waarin hij beweerde dat hij door de ''vermindering zich thans buiten de mogelijkheid bevindt om voor vrouw en vier kinderen het nodige levensonderhoud te winnen''. |