Bewerken van Gerardus Doensen (1802-1862)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| overl.datum = 13 november 1862 | | overl.datum = 13 november 1862 | ||
| partner(s) = Antonia van de Laar (1794-1831)<br>Gertrudis Hurkmans (1799-1871) | | partner(s) = Antonia van de Laar (1794-1831)<br>Gertrudis Hurkmans (1799-1871) | ||
| beroep(en) = | | beroep(en) = landbouwer | ||
}} | }} | ||
'''Gerardus (Gerrit, Geert) Doensen (1802-1862)''' was | '''Gerardus (Gerrit, Geert) Doensen (1802-1862)''' was landbouwer en woonde na zijn huwelijk eerst op de [[Bleijs]] en later aan de [[Pad]], de weg naar Venraij. | ||
Regel 24: | Regel 24: | ||
#Johanna (Deurne 17 december 1841 - Deurne 26 maart 1913); zij huwde op 3 februari 1866 met de schoenmaker [[Henricus Coolen (1819-1894)]]. | #Johanna (Deurne 17 december 1841 - Deurne 26 maart 1913); zij huwde op 3 februari 1866 met de schoenmaker [[Henricus Coolen (1819-1894)]]. | ||
In 1810 kocht zijn vader, die in | In 1810 kocht zijn vader, die in Venraij woonde en daar beestenhoeder was, van de gemeente Deurne op de Bleijs een stuk grond ter grootte van 8 lopense en 47 roeden. | ||
Op 30 december 1814 moest, na het overlijden van zijn moeder, een toeziend voogd benoemd worden voor de toen twaalfjarige Gerrit Doense. De familieraad, die daarover een beslissing moest nemen, bestond uit | Op 30 december 1814 moest, na het overlijden van zijn moeder, een toeziend voogd benoemd worden voor de toen twaalfjarige Gerrit Doense. De familieraad, die daarover een beslissing moest nemen, bestond uit | ||
een aangehuwde oom Johannes Adriaans, een aangehuwde achterneef Jasper van Neerven, een oom Peter Peters, allen landbouwer te Bakel, een oom Joost Peters, landbouwer in Gemert, Jan Georg Geizer, een vriend en logementhouder te Gemert en de Deurnese landbouwer Antonie Teunissen, een bloedverwant in de zesde graad van moederszijde. Laatstgenoemde werd door de vrederechter in Helmond benoemd tot toeziend voogd. Dat een Deurnenaar toeziend voogd werd en dat de beslissing daarover genomen werd door de Helmondse vrederechter zou erop kunnen duiden dat Gerrit Doensen niet bij zijn vader in | een aangehuwde oom Johannes Adriaans, een aangehuwde achterneef Jasper van Neerven, een oom Peter Peters, allen landbouwer te Bakel, een oom Joost Peters, landbouwer in Gemert, Jan Georg Geizer, een vriend en logementhouder te Gemert en de Deurnese landbouwer Antonie Teunissen, een bloedverwant in de zesde graad van moederszijde. Laatstgenoemde werd door de vrederechter in Helmond benoemd tot toeziend voogd. Dat een Deurnenaar toeziend voogd werd en dat de beslissing daarover genomen werd door de Helmondse vrederechter zou erop kunnen duiden dat Gerrit Doensen niet bij zijn vader in Venraij maar bij een gezin in Deurne verbleef. | ||
Bij de loting voor de Nationale Militie voor het jaar 1821 trok Gerard Doensen nummer 19, waarmee hij dienstplichtig werd. Omdat hij op dat moment de enige overgebleven zoon van het gezin was, verzocht hij op grond van artikel 91 van de militiewet van 1817 om vrijstelling. Maar zijn verzoek werd tot zijn grote verbazing verworpen en hij ging in appel bij het provinciaal bestuur. | Bij de loting voor de Nationale Militie voor het jaar 1821 trok Gerard Doensen nummer 19, waarmee hij dienstplichtig werd. Omdat hij op dat moment de enige overgebleven zoon van het gezin was, verzocht hij op grond van artikel 91 van de militiewet van 1817 om vrijstelling. Maar zijn verzoek werd tot zijn grote verbazing verworpen en hij ging in appel bij het provinciaal bestuur. | ||
Regel 36: | Regel 36: | ||
[[categorie:Doensen|Gerardus]] | [[categorie:Doensen|Gerardus]] | ||
[[categorie:landbouwer]] | [[categorie:landbouwer]] | ||