Bewerken van Godefridus van Hombergh (1783-1856)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 28: | Regel 28: | ||
#Antonius, (Deurne 16 december 1813 - Deurne 15 februari 1814). | #Antonius, (Deurne 16 december 1813 - Deurne 15 februari 1814). | ||
#Antonius, (Deurne 18 januari 1815 - Deurne 11 juni 1892). Hij bleef ongehuwd. | #Antonius, (Deurne 18 januari 1815 - Deurne 11 juni 1892). Hij bleef ongehuwd. | ||
#Arnoldus, (Deurne 2 mei 1817 - Deurne 20 maart 1892). Hij bleef ongehuwd. | #Arnoldus, (Deurne 2 mei 1817 - Deurne 20 maart 1892). Hij bleef ongehuwd. | ||
#Louis (Lodewijk), (Deurne 24 mei 1819 - Deurne 18 februari 1840). Hij bleef ongehuwd. | #Louis (Lodewijk), (Deurne 24 mei 1819 - Deurne 18 februari 1840). Hij bleef ongehuwd. | ||
#Henricus, (Deurne 12 juni 1821 - Rosmalen 28 juni 1879). Hij bleef ongehuwd. | #Henricus, (Deurne 12 juni 1821 - Rosmalen 28 juni 1879). Hij bleef ongehuwd. | ||
Regel 49: | Regel 49: | ||
Godefridus van Hombergh was raadslid van de gemeente Deurne en Liessel en waarschijnlijk hoorde hij na de omvorming van de heerlijkheden [[Heerlijkheid Deurne|Deurne]] en [[Heerlijkheid Liessel|Liessel]] naar de gemeente Deurne en Liessel in 1813 tot een van de eerste gekozen raadsleden van die [[Democratie en censuskiesrecht in de 19e eeuw |nieuwe bestuursvorm]]. Met ingang van 2 jan 1834 werd Godefridus door de gouverneur voor een periode van zes jaar tot assessor (wethouder) benoemd. | Godefridus van Hombergh was raadslid van de gemeente Deurne en Liessel en waarschijnlijk hoorde hij na de omvorming van de heerlijkheden [[Heerlijkheid Deurne|Deurne]] en [[Heerlijkheid Liessel|Liessel]] naar de gemeente Deurne en Liessel in 1813 tot een van de eerste gekozen raadsleden van die [[Democratie en censuskiesrecht in de 19e eeuw |nieuwe bestuursvorm]]. Met ingang van 2 jan 1834 werd Godefridus door de gouverneur voor een periode van zes jaar tot assessor (wethouder) benoemd. | ||
In augustus 1807 kreeg Godefridus bij besluit van de landdrost permissie tot het toe-eigenen van een handgruit- of pelmolen en hij legde de benodigde eed af voor de schout civiel | In augustus 1807 kreeg Godefridus bij besluit van de landdrost permissie tot het toe-eigenen van een handgruit- of pelmolen en hij legde de benodigde eed af voor de schout civiel [Joannes Wilhelmus van de Mortel (1751-1840)|[Jan Willem van de Mortel]]. | ||
In december 1842 werd hij, samen met zijn zoon Arnoldus, aangeklaagd ''voor het afbreken van palen en het dempen ener sloot die dienden als afscheiding van een perceel land, toebehorende aan de [[Lubertus Hendrik Baas (1794-1871)|veldwachter Baas]] te Deurne''. Op 12 augustus 1842 waren drie getuigen gehoord die gezien hadden dat de zoon, geholpen door zijn vader, twee palen met een dwarshout daar tegen bevestigd en welke over een weg over het erf van genoemde veldwachter tot afsluiting van een weg waren geplaatst, heeft afgebroken. De rechtbank in Eindhoven oordeelde dat ieder van hen een gulden boete kreeg en dat ze de proceskosten van 10.55 gulden moesten betalen. | In december 1842 werd hij, samen met zijn zoon Arnoldus, aangeklaagd ''voor het afbreken van palen en het dempen ener sloot die dienden als afscheiding van een perceel land, toebehorende aan de [[Lubertus Hendrik Baas (1794-1871)|veldwachter Baas]] te Deurne''. Op 12 augustus 1842 waren drie getuigen gehoord die gezien hadden dat de zoon, geholpen door zijn vader, twee palen met een dwarshout daar tegen bevestigd en welke over een weg over het erf van genoemde veldwachter tot afsluiting van een weg waren geplaatst, heeft afgebroken. De rechtbank in Eindhoven oordeelde dat ieder van hen een gulden boete kreeg en dat ze de proceskosten van 10.55 gulden moesten betalen. |