U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Bewerken van Henricus Sluiter (1713-1782)

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 3: Regel 3:
| foto          =  
| foto          =  
| tekst          =  
| tekst          =  
| volledige naam = Henricus Sluiter
| volledige naam = Hendrik Sluiter
| roepnaam      =  
| roepnaam      =  
| geboorteplaats = Maarheeze
| geboorteplaats = Maarheeze
| doopdatum      = 9 juli 1713
| geboortedatum  = 9 juli 1713
| overl.plaats  = Deurne
| overl.plaats  = Deurne
| overl.datum    = 6 mei 1782
| overl.datum    = 6 mei 1782
Regel 12: Regel 12:
| beroep(en)    =
| beroep(en)    =
}}
}}
'''Henricus (Hendrik) Sluiter (1713-1782)''' werd in 1740 als opvolger van [[Isaac de la Fontaine (1712-1785)|Isaac de la Fontaine]] predikant in Deurne en bleef dat tot aan zijn dood in 1782.
'''Hendrik Sluiter''' werd in 1740 als opvolger van [[Isaac de la Fontaine (1712-1785)|Isaac de la Fontaine]] predikant in [[Deurne]] en bleef dat tot aan zijn dood in 1782.




Hendrik was het zesde kind uit een gezin van tien kinderen van Arnoldus Sluiter, predikant te Maarheeze en Soerendonk, en Catharina Moring.  
Hij was het zesde kind uit een gezin van tien kinderen van Arnoldus Sluiter, predikant te Maarheeze en Soerendonk, en Catharina Moring. Hij huwde op 10 februari 1743 te Deurne met Ursulina Philippina de Cassemajor ('s-Hertogenbosch, 11 januari 1715 - Deurne, 27 februari 1748). Zij was de dochter van de Deurnese drossaard [[Pero de Cassemajor]] en Anna Catharina Mulder.  
 
Hij huwde op 10 februari 1743 in Deurne met Ursulina Philippina de Cassemajor, ('s-Hertogenbosch 11 januari 1715 - Deurne 27 februari 1748). Zij was de dochter van de Deurnese drossaard [[Pero de Cassemajor]] en Anna Catharina Mulder.  


Ursulina Philippina droeg twee bijzondere voornamen; zij was genoemd naar Ursula Philippota van Raesfelt (1643-1721), eerste gravin van Athlone, vrouwe van Harreveld, Middachten en Ginckel, en nichtje van [[Rogier van Leefdael (1617-1699)|Rogier van Leefdael]], óf naar Ursula Philippina Sulyard (1693), kleindochter van Rogier van Leefdael en zuster van [[Gerardus Sulyard (1691-1730)|Gerard Sulyard van Leefdael]], onder wie Ursulina Philippina's vader Pero schout was.
Ursulina Philippina droeg twee bijzondere voornamen; zij was genoemd naar Ursula Philippota van Raesfelt (1643-1721), eerste gravin van Athlone, vrouwe van Harreveld, Middachten en Ginckel, en nichtje van [[Rogier van Leefdael (1617-1699)|Rogier van Leefdael]], óf naar Ursula Philippina Sulyard (1693), kleindochter van Rogier van Leefdael en zuster van [[Gerardus Sulyard (1691-1730)|Gerard Sulyard van Leefdael]], onder wie Ursulina Philippina's vader Pero schout was.


Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
#Catharina Elisabeth, (Deurne 17 november 1743 - Valkenswaard 23 juni 1826). Zij huwde met Hermanus Christianus Hanewinkel (Bakel 1730-1808 Nuenen), predikant te Nuenen, waardoor zij de moeder werd van dominee Stephanus Hanewinkel, de bekende schrijver van ''Reize door de Majorij van 's-Hertogenbosch in den jaare 1798''.
#Catharina Elisabeth (Deurne 17 november 1743); zij huwde met Hermanus Christianus Hanewinkel, predikant te Nuenen, waardoor zij de moeder werd van dominee Stephanus Hanewinkel, de bekende schrijver van ''Reize door de Majorij van 's-Hertogenbosch in den jaare 1798''.
#Peter, (Deurne 15 augustus 1745 - Deurne 11 oktober 1745, begraven in de [[Sint-Willibrorduskerk (Deurne)|kerk van Deurne]]).  
#Peter (Deurne 15 augustus 1745 - begraven in de [[Sint-Willibrorduskerk (Deurne)|kerk van Deurne]] op 11 oktober 1745).  
#Arnolda, (Deurne 20 november 1746 - Geldrop 19 augustus 1780). Zij huwde met Johannes Jacobus Slingsbie, predikant te Geldrop en Riel. Ze overleed in het kraambed.
#Arnolda (Deurne 20 november 1746 - Geldrop 19 augustus 1780); zij huwde op 4 mei 1766 met Johannes Jacobus Slingsbie, predikant te Geldrop en Riel. Ze overleed in het kraambed.
 
Hij werd voor Deurne beroepen op 8 november 1740 en werd bevestigd door dominee Adrianus Slingsbie uit Gemert op 12 maart 1741.


Hij werd voor Deurne beroepen op 8 november 1740 en werd bevestigd door dominee Adrianus Slingsbie uit Gemert op 12 maart 1741.<br>
Op 22 februari 1741 werd hij toegelaten tot de classis van Peel- en Kempenland met een propositie op Romeinen 6 vers 2. Dat hij daarmee een niet al te beste beurt maakte. moge blijken uit het verslag van die gebeurtenis:
Op 22 februari 1741 werd hij toegelaten tot de classis van Peel- en Kempenland met een propositie op Romeinen 6 vers 2. Dat hij daarmee een niet al te beste beurt maakte. moge blijken uit het verslag van die gebeurtenis:
:''De vergadering betuigt dat zij gewenst had dat ds Sluijter wat meerder verdigheijd in  de Hebreeuwse en Griekse tale so wel als in de Theologica bijzonder elenetica getoond had en het bevlijtigen van dien behoorde gerecommandeert te worden, nogtans geen swarigheijt vonden hem tot het ministerie toe te laten.<ref>Arch. Classis en Peel-  en Kempenland inv.nr. 4.</ref>
:''De vergadering betuigt dat zij gewenst had dat ds Sluijter wat meerder verdigheijd in  de Hebreeuwse en Griekse tale so wel als in de Theologica bijzonder elenetica getoond had en het bevlijtigen van dien behoorde gerecommandeert te worden, nogtans geen swarigheijt vonden hem tot het ministerie toe te laten.<ref>Arch. Classis en Peel-  en Kempenland inv.nr. 4.</ref>
Regel 33: Regel 30:
Na de beroeping van Sluiter schreef diens voorganger Isaac de la Fontaine vanuit zijn nieuwe standplaats Waardenburg het volgende naar Deurne:
Na de beroeping van Sluiter schreef diens voorganger Isaac de la Fontaine vanuit zijn nieuwe standplaats Waardenburg het volgende naar Deurne:
:''Ik wensche Ued. en de gemeijnte van Deurne en Vlierden met deezen hunnen aanstaande leeraar van herten veel geluk, hoopende dat hij zig in allen opzigten een getrouw dienaar van J.C. zal betoonen, en meer vrugt en zeegen op zijnen dienst zal mogen zien dan mij heeft moogen gebeuren.''<ref>Recht. arch. Deurne inv.nr. 178 B2 17 maart 1741. En passant liet hij ook nog Anna Verhoeven bedanken voor de hem toegestuurde fles vliersiroop.</ref>
:''Ik wensche Ued. en de gemeijnte van Deurne en Vlierden met deezen hunnen aanstaande leeraar van herten veel geluk, hoopende dat hij zig in allen opzigten een getrouw dienaar van J.C. zal betoonen, en meer vrugt en zeegen op zijnen dienst zal mogen zien dan mij heeft moogen gebeuren.''<ref>Recht. arch. Deurne inv.nr. 178 B2 17 maart 1741. En passant liet hij ook nog Anna Verhoeven bedanken voor de hem toegestuurde fles vliersiroop.</ref>
 
De la Fontaine bewaarde geen al te beste herinneringen aan Deurne.<br>
De la Fontaine bewaarde geen al te beste herinneringen aan Deurne. Na zijn vertrek uit Deurne had hij op de [[Markt 12|pastorie aan de Markt]] een aantal meubelen achtergelaten en wilde daar graag een vergoeding voor ontvangen van dominee Sluiter. Hetzelfde gold voor het behangsel dat hij nog in de voorkamer had laten aanbrengen. Met tegenzin aanvaardde hij uiteindelijk de 27 en een halve gulden die mevrouw Sluiter hem bood voor de achtergelaten meubels.<ref>Brieven van 27 maart, 4 juli, 9 augustus en 23 oktober 1741 Recht. arch. Deurne inv.nr. 178 B2</ref> Dat De la Fontaine de pastorie niet zo netjes had achtergelaten als hij deed voorkomen mag blijken uit de nota van ruim 23 gulden gemaakte kosten, waaronder 9 gulden voor het behangen van de voorkamer, die door de gemeente betaald moest worden vooraleer Sluiter het kon gaan bewonen.
Na zijn vertrek uit Deurne had hij op de [[Markt 12|pastorie aan de Markt]] een aantal meubelen achtergelaten en wilde daar graag een vergoeding voor ontvangen van dominee Sluiter. Hetzelfde gold voor het behangsel dat hij nog in de voorkamer had laten aanbrengen. Met tegenzin aanvaardde hij uiteindelijk de 27 en een halve gulden die mevrouw Sluiter hem bood voor de achtergelaten meubels.<ref>Brieven van 27 maart, 4 juli, 9 augustus en 23 oktober 1741 Recht. arch. Deurne inv.nr. 178 B2</ref><br>
Dat De la Fontaine de pastorie niet zo netjes had achtergelaten als hij deed voorkomen mag blijken uit de nota van ruim 23 gulden gemaakte kosten, waaronder 9 gulden voor het behangen van de voorkamer, die door de gemeente betaald moest worden vooraleer Sluiter het kon gaan bewonen.


Op 12 maart 1741 werd hij in Deurne bevestigd door de Geldropse dominee Slingsbie.
Op 12 maart 1741 werd hij in Deurne bevestigd door de Geldropse dominee Slingsbie.


Nadat zijn schoonvader in 1744 kwam te overlijden  werd die als [[drossaard van Deurne]] opgevolgd door de schoolmeester [[Antonie La Forme]]. Tussen de nieuwe drossaard en dominee Sluiter ging het niet te best en die onderlinge verwijdering had invloed op de hele protestantse gemeente van Deurne, waarbij de predikant en de drost ieder hun eigen aanhang hadden. Toen de jonge dominee naar Deurne kwam, was La Forme als koster-schoolmeester de dienaar van de predikant. La Forme was toen midden in de vijftig, had geen kinderen, was zeer gegoed en genoot alles bij elkaar een flink inkomen.<br>
Nadat zijn schoonvader in 1744 kwam te overlijden  werd die als [[drossaard van Deurne]] opgevolgd door de schoolmeester [[Antonie La Forme]]. Tussen de nieuwe drossaard en dominee Sluiter ging het niet te best en die onderlinge verwijdering had invloed op de hele protestantse gemeente van Deurne, waarbij de predikant en de drost ieder hun eigen aanhang hadden. Toen de jonge dominee naar Deurne kwam, was La Forme als koster-schoolmeester de dienaar van de predikant. La Forme was toen midden in de vijftig, had geen kinderen, was zeer gegoed en genoot alles bij elkaar een flink inkomen.<br>
Het is niet bekend wat er precies tussen de predikant en de koster is voorgevallen, maar de tweedracht heeft zo'n kwart eeuw geduurd. Toen La Forme drost van Deurne werd kwamen burgerlijk en kerkelijk gezag hier voor lange tijd tegenover elkaar te staan.
Het is niet bekend wat er precies tussen de predikant en de koster is voorgevallen, maar de tweedracht heeft zo'n kwart eeuw geduurd. Toen La Forme drost van Deurne werd kwamen burgerlijk en kerkelijk gezag hier voor lange tijd tegenover elkaar te staan.


Al uw bijdragen aan DeurneWiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie DeurneWiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)