Jacobus Gerardus Sleegers (1926-1995): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 4: | Regel 4: | ||
| tekst = | | tekst = | ||
| volledige naam = Jacobus Gerardus Sleegers | | volledige naam = Jacobus Gerardus Sleegers | ||
| roepnaam = | | roepnaam = Sjaak | ||
| geboorteplaats = Deurne | | geboorteplaats = Deurne | ||
| geboortedatum = 16 augustus 1926 | | geboortedatum = 16 augustus 1926 | ||
| Regel 13: | Regel 13: | ||
| bidprentje = | | bidprentje = | ||
}} | }} | ||
'''Jacobus Gerardus ( | '''Jacobus Gerardus (Sjaak) Sleegers (1926)''' was een militair uit [[Deurne]] die werd ingezet bij de [[Strijd om overzeese gebiedsdelen]], daarbij in handen viel van de vijand en daarna bijna een jaar als krijgsgevangene heeft vastgezeten. | ||
Sjaak was het achtste kind uit het gezin van [[Lambertus Sleegers (1876-1963)]] en de Mierlose Maria van der Linden (1880-1972). Het gezin woonde op het adres [[Vreekwijk]] [[Wijk J|J.89]] in de [[Sint-Jozefparochie]]. | |||
Niet lang na de [[Tweede wereldoorlog]] op 8 november 1946 werd hij opgeroepen om zich in Maastricht te melden om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Op 20 juni 1947 vertrok Sjaak met het troepentransportschip "Sloterdijk" naar Nederlands Indië. | |||
Op 21 september 1947 ging Sjaak als een van de vier sluipschutters vanuit Sorkaredja naar de kampongs Bedjen en Bannteng op zoek naar de daar aanwezige guerrillastrijders (ook wel bendes 'rampokers' genoemd). | |||
De groep liep in een hinderlaag, daarbij viel een zwaar gewonde, Sjaak raakte hierbij lichtgewond. Ze werden door de vijand als krijgsgevangenen meegenomen en opgenomen in het Republikeinse hospitaal te Parakan, gelegen in midden Java ten westen van Salatiga. De zwaar gewonde collega van Sjaak overleed daar op 23 september en werd begraven in Djokjakarta. | |||
Zijn compagniescommandant liet de ouders van Sjaak op 24 september 1947 via de pastoor weten dat hun zoon vermist werd en zette in zijn brief uiteen wat er gebeurd was. | |||
Op 10 mei 1948, bijna een jaar later, werd Sjaak met nog vijf andere krijgsgevangenen vrijgelaten in ruil voor 180 krijgsgevangen van de vijand. Hoewel hij redelijk hersteld was van zijn beenverwonding werd hij toen meteen op de Tabinta ingescheept waarmee hij in februari 1950 in Nederland arriveerde. | |||
=== | ===Literatuur=== | ||
*Boek [[Deze herinnering wil ik bewaren]], Marcel Koolen, 2002 | |||
{{DEFAULTSORT:Sleegers,Jacobus}} | {{DEFAULTSORT:Sleegers,Jacobus}} | ||
[[categorie:Sleegers|Jacobus]] | [[categorie:Sleegers|Jacobus]] | ||
[[categorie:militair]] | [[categorie:militair]] | ||
Versie van 25 jul 2015 11:30
| Jacobus Gerardus Sleegers | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Jacobus Gerardus Sleegers | |
| Roepnaam | Sjaak | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Geboortedatum | 16 augustus 1926 | |
| Beroep(en) | militair | |
Jacobus Gerardus (Sjaak) Sleegers (1926) was een militair uit Deurne die werd ingezet bij de Strijd om overzeese gebiedsdelen, daarbij in handen viel van de vijand en daarna bijna een jaar als krijgsgevangene heeft vastgezeten.
Sjaak was het achtste kind uit het gezin van Lambertus Sleegers (1876-1963) en de Mierlose Maria van der Linden (1880-1972). Het gezin woonde op het adres Vreekwijk J.89 in de Sint-Jozefparochie.
Niet lang na de Tweede wereldoorlog op 8 november 1946 werd hij opgeroepen om zich in Maastricht te melden om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Op 20 juni 1947 vertrok Sjaak met het troepentransportschip "Sloterdijk" naar Nederlands Indië.
Op 21 september 1947 ging Sjaak als een van de vier sluipschutters vanuit Sorkaredja naar de kampongs Bedjen en Bannteng op zoek naar de daar aanwezige guerrillastrijders (ook wel bendes 'rampokers' genoemd).
De groep liep in een hinderlaag, daarbij viel een zwaar gewonde, Sjaak raakte hierbij lichtgewond. Ze werden door de vijand als krijgsgevangenen meegenomen en opgenomen in het Republikeinse hospitaal te Parakan, gelegen in midden Java ten westen van Salatiga. De zwaar gewonde collega van Sjaak overleed daar op 23 september en werd begraven in Djokjakarta.
Zijn compagniescommandant liet de ouders van Sjaak op 24 september 1947 via de pastoor weten dat hun zoon vermist werd en zette in zijn brief uiteen wat er gebeurd was.
Op 10 mei 1948, bijna een jaar later, werd Sjaak met nog vijf andere krijgsgevangenen vrijgelaten in ruil voor 180 krijgsgevangen van de vijand. Hoewel hij redelijk hersteld was van zijn beenverwonding werd hij toen meteen op de Tabinta ingescheept waarmee hij in februari 1950 in Nederland arriveerde.
Literatuur
- Boek Deze herinnering wil ik bewaren, Marcel Koolen, 2002