Bewerken van Jan Martin van de Berg (1845-1920)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 15: | Regel 15: | ||
Jan Martin was het tweede kind en een zoon van de rijksambtenaar [[Michel van de Berg (1805-1880)|Michel van de Berg]] en Helena Gilissen (1815-1899). | Jan Martin was het tweede kind en een zoon van de rijksambtenaar [[Michel van de Berg (1805-1880)|Michel van de Berg]] en Helena Gilissen (1815-1899). Zijn vader was afkomstig van Born en zijn moeder van Maastricht. Hij huwde op 22 januari 1879 te Vlierden met Maria Petronella van Haren (Huisseling en Neerloon 10 februari 1845 - Gennep 29 januari 1910), dochter van de landbouwer Gerardus van Haren (Neerloon 1802-1885 Neerloon) en Hendrica Bruijsten (Neerloon 1809-1851 Neerloon).<br> Hun huwelijk bleef kinderloos. | ||
Het was destijds moeilijk om in Vlierden een geschikte onderwijzer te krijgen. Dat kwam mede omdat het gemeentebestuur voor het salaris van de leerkracht weinig geld beschikbaar wilde stellen. Op aandrang van de inspecteur van het onderwijs en op voorstel van de burgemeester werd uiteindelijk besloten om het jaarsalaris van het hoofd te bepalen op 500 gulden en vrije woning. Ook mocht de schoolmeester de helft van de schoolgelden voor zichzelf houden. De raadsleden zagen weliswaar de noodzaak van deze salarisverhoging niet in maar gingen er toch mee akkoord.<br> | |||
Dat de hoogte van het salaris niet overdreven was bleek uit het feit dat zich slechts twee sollicitanten voor de vacature aanmeldden, en wel de [[Liessel]]se hoofdonderwijzer [[Johannes van Nunen (1835-1911)|Jan van Nunen]] en ''Jan Martin van de Berg'', die hulponderwijzer was in Stevensweert.<br> | |||
Zij moesten in het bijzijn van de voltallige Vlierdense gemeenteraad een vergelijkend examen afleggen waar Van de Berg als beste uitkwam. Met ingang van 1 januari 1869 kreeg hij als hoofdonderwijzer de zorg over de Vlierdense schooljeugd.<br> | |||
Het was destijds moeilijk om in Vlierden een geschikte onderwijzer te krijgen. Dat kwam mede omdat het gemeentebestuur voor het salaris van de leerkracht weinig geld beschikbaar wilde stellen. Op aandrang van de inspecteur van het onderwijs en op voorstel van de burgemeester werd uiteindelijk besloten om het jaarsalaris van het hoofd te bepalen op 500 gulden en vrije woning. Ook mocht de schoolmeester de helft van de schoolgelden voor zichzelf houden. De raadsleden zagen weliswaar de noodzaak van deze salarisverhoging niet in maar gingen er toch mee akkoord. | |||
Dat de hoogte van het salaris niet overdreven was bleek uit het feit dat zich slechts twee sollicitanten voor de vacature aanmeldden, en wel de [[Liessel]]se hoofdonderwijzer [[Johannes van Nunen (1835-1911)|Jan van Nunen]] en ''Jan Martin van de Berg'', die hulponderwijzer was in Stevensweert. | |||
Zij moesten in het bijzijn van de voltallige Vlierdense gemeenteraad een vergelijkend examen afleggen waar Van de Berg als beste uitkwam. Met ingang van 1 januari 1869 kreeg hij als hoofdonderwijzer de zorg over de Vlierdense schooljeugd. | |||
Het leerplan van meester Van de Berg behelsde in 1881 het volgende: | Het leerplan van meester Van de Berg behelsde in 1881 het volgende: | ||
Regel 35: | Regel 29: | ||
*In elke schooltijd wordt een kwartier ingeruimd voor zang of spel. | *In elke schooltijd wordt een kwartier ingeruimd voor zang of spel. | ||
De voorganger van schoolmeester Van de Berg was | De voorganger van schoolmeester Van de Berg was G. Gijsberts, die als tijdelijke waarnemer was aangesteld. Gijsberts vertrok op 1 oktober 1868 naar Heeswijk. Omdat Van de Berg pas per 1 januari 1869 in dienst trad, zullen de schoolkinderen van Vlierden het laatse kwartaal van 1868 vrijaf gehad hebben. | ||
Meester Van de Berg was ook nog enige tijd organist in Vlierden. Hij moest daartoe wel speciaal toestemming vragen bij Provinciale Staten en de verzekering geven dat deze bijbaan niet conflicteerde met zijn taak als onderwijzer. | |||
De vader van meester Van de Berg, die commies van beroep was, verhuisde na zijn pensionering zijn vrouw naar Vlierden. In 1879 verhuisden zij beiden naar [[Deurne]] waar hij het jaar daarop overleed. Zijn vrouw keerde vervolgens terug naar Zuid-Limburg (Geleen). | |||
Jan Martin van de Berg vertrok op 1 juli 1890 met zijn vrouw naar Mill. | |||
In september 1890 werd hij in Vlierden opgevolgd door [[Joannes Wilhelmus Linssen (1867-1922) | In september 1890 werd hij in Vlierden opgevolgd door meester [[Joannes Wilhelmus Linssen (1867-1922)]]. | ||
{{DEFAULTSORT:Berg,Jan Martin}} | {{DEFAULTSORT:Berg,Jan Martin}} |