U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Johanna Maria van Gerwen (1834-1899): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 15: Regel 15:




== Gezin ==
Johanna was een dochter van [[Egidius van Gerwen (1804-1869)]] en Anna Maria Berkers (1805-1892).


Ze was een dochter van Egidius van Gerwen (1804-1869) en Anna Maria Berkers (1805-1892), en een zuster van [[café Van Gerwen|caféhouder]] [[Johannes van Gerwen (1850-1930)]]. Ze huwde op 28 oktober 1865 in Deurne met de [[Helenaveen]]se arbeider en later winkelier en koopman, [[Henricus Martinus Kemper (1842-1915)|Henricus Martinus Kemper]], (Maastricht 3 juni 1842 - Horst 4 november 1915), zoon van Choert Hendrik Kemper (1815-1894) en Johanna Theresia Beekwielder (1817-1881). <br>Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, waarvan er drie de eerste maand overleden:
Ze huwde op 28 oktober 1865 in Deurne met de [[Helenaveen]]se arbeider en later winkelier en koopman, [[Henricus Martinus Kemper (1842-1915)]]. Voor de gezinssamenstelling zie aldaar.
 
# Henricus Martinus, (Deurne 2 maart 1866 - Deurne 27 maart 1866).
# Christianus, (Deurne 11 augustus 1867 - Deurne 19 augustus 1867).
# levenloos meisje, (Nootdorp 18 oktober 1869).
# Theodora, (Gennep 12 september 1870 - Gennep 20 september 1870).


Ze verhuisde in november 1893 met haar echtgenoot naar Horst, nadat haar man het jaar daarvoor tot 1 jaar gevangenisstraf (te Breda) veroordeeld was omdat hij illegaal goederen had achterhouden uit zijn failliete boedel.
Ze verhuisde in november 1893 met haar echtgenoot naar Horst, nadat haar man het jaar daarvoor tot 1 jaar gevangenisstraf (te Breda) veroordeeld was omdat hij illegaal goederen had achterhouden uit zijn failliete boedel.


== Illegaal verloskundige==
== Illegaal verloskundige==
In september 1891 diende voor het kantongerecht in Helmond een zaak tegen de toen 56-jarige Johanna Maria Kemper(s)-van Gerwen. Ze werd aangeklaagd omdat ze onbevoegd en tegen betaling herhaaldelijk in Helenaveen de verloskunde had uitgeoefend, onder meer bij Anna Maria Janssens-Brangers, Geertruida van Lierop-Coort en Waapke Duinkerken-Klok.
In september 1891 diende voor het kantongerecht in Helmond een zaak tegen de toen 56-jarige Johanna Maria Kemper(s)-van Gerwen. Ze werd aangeklaagd omdat ze onbevoegd en tegen betaling herhaaldelijk in Helenaveen de verloskunde had uitgeoefend, onder meer bij Anna Maria Janssens-Brangers, Geertruida van Lierop-Coort en Waapke Duinkerken-Klok.


De twee eerstgenoemde vrouwen verklaarden dat ze haar respectievelijk vijf gulden en een rijksdaalder hadden betaald voor haar diensten. Veelzeggend is de verklaring van [[Hendrik Duinkerken (1850-1925)]] dat hij deze "vroedvrouw" genomen had omdat ''iedereen die hier is haar gebruikt''.
De twee eerstgenoemde vrouwen verklaarden dat ze haar respectievelijk vijf gulden en een rijksdaalder hadden betaald voor haar diensten. Veelzeggend is de verklaring van [[Hendrik Duinkerken (1850-1925)]] dat hij deze "vroedvrouw" genomen had omdat ''iedereen die hier is haar gebruikt''.


Uit de verklaringen der vrouwen bleek dat men bang was om de hulp van de [[Liessel]]se vroedvrouw of van dokter [[Sjeng Crobach|Crobach]] uit [[Deurne]] in te roepen vanwege de grote afstand, waardoor hulp mogelijk te laat zou komen.
Uit de verklaringen der vrouwen bleek dat men bang was om de hulp van de [[Liessel]]se vroedvrouw of van dokter [[Sjeng Crobach|Crobach]] uit Deurne in te roepen vanwege de grote afstand, waardoor hulp mogelijk te laat zou komen.


De baakster werd veroordeeld tot een boete van 30 gulden of 15 dagen hechtenis en de kosten van het geding. Waarschijnlijk bestond deze misstand in Helenaveen al vanaf het begin in 1853, maar ging men er pas tegen optreden toen er ter plaatse een bevoegde vroedvrouw kwam.
De baakster werd veroordeeld tot een boete van 30 gulden of 15 dagen hechtenis en de kosten van het geding. Waarschijnlijk bestond deze misstand in Helenaveen al vanaf het begin in 1853, maar ging men er pas tegen optreden toen er ter plaatse een bevoegde vroedvrouw kwam.

Huidige versie van 15 jun 2019 om 15:47

Johanna Maria van Gerwen
Persoonsinformatie
Volledige naam Johanna Maria van Gerwen
Geboorteplaats Helmond
Geboortedatum 30 oktober 1834
Overl.plaats Horst (Griendtsveen)
Overl.datum 28 juli 1899
Partner(s) [[PersoonPartner(s)::Henricus Martinus Kemper (1842-1915)]]
Beroep(en) vroedvrouw

Johanna Maria van Gerwen (1834-1899) werd in 1891 veroordeeld omdat zij illegaal verloskunde bedreef in Helenaveen.


Johanna was een dochter van Egidius van Gerwen (1804-1869) en Anna Maria Berkers (1805-1892).

Ze huwde op 28 oktober 1865 in Deurne met de Helenaveense arbeider en later winkelier en koopman, Henricus Martinus Kemper (1842-1915). Voor de gezinssamenstelling zie aldaar.

Ze verhuisde in november 1893 met haar echtgenoot naar Horst, nadat haar man het jaar daarvoor tot 1 jaar gevangenisstraf (te Breda) veroordeeld was omdat hij illegaal goederen had achterhouden uit zijn failliete boedel.

Illegaal verloskundige[bewerken | brontekst bewerken]

In september 1891 diende voor het kantongerecht in Helmond een zaak tegen de toen 56-jarige Johanna Maria Kemper(s)-van Gerwen. Ze werd aangeklaagd omdat ze onbevoegd en tegen betaling herhaaldelijk in Helenaveen de verloskunde had uitgeoefend, onder meer bij Anna Maria Janssens-Brangers, Geertruida van Lierop-Coort en Waapke Duinkerken-Klok.

De twee eerstgenoemde vrouwen verklaarden dat ze haar respectievelijk vijf gulden en een rijksdaalder hadden betaald voor haar diensten. Veelzeggend is de verklaring van Hendrik Duinkerken (1850-1925) dat hij deze "vroedvrouw" genomen had omdat iedereen die hier is haar gebruikt.

Uit de verklaringen der vrouwen bleek dat men bang was om de hulp van de Liesselse vroedvrouw of van dokter Crobach uit Deurne in te roepen vanwege de grote afstand, waardoor hulp mogelijk te laat zou komen.

De baakster werd veroordeeld tot een boete van 30 gulden of 15 dagen hechtenis en de kosten van het geding. Waarschijnlijk bestond deze misstand in Helenaveen al vanaf het begin in 1853, maar ging men er pas tegen optreden toen er ter plaatse een bevoegde vroedvrouw kwam.