U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Oorsprong van de familie Jegerings: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Bestand:Jegerings-Doopvont_Ramsdorf_2020.jpg|thumb|right|200px|Joke en Margriet Jegerings bij de achthonderd jaar oude doopvont in Ramsdorf<br><small>Foto Michael...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:
Boerderij Jägering in Ramsdorf wordt voor het eerst, zij het indirect, genoemd in de boekhouding van abdij Werden bij Essen in het jaar 1025<ref>Barnekamp und Kuhlbusch, zie ref. 3</ref>.  
Boerderij Jägering in Ramsdorf wordt voor het eerst, zij het indirect, genoemd in de boekhouding van abdij Werden bij Essen in het jaar 1025<ref>Barnekamp und Kuhlbusch, zie ref. 3</ref>.  


In Ramsdorf wordt op 8 september 1630 '''Anna''' gedoopt, dochter van '''Heino Jegeringh''' en zijn echtgenote Margaretha – van wie de achternaam niet wordt vermeld<ref>Kerkboeken prinsbisdom Münster, Matricula-online.de</ref>. Twee jaar later volgt een zusje Walburgis, meer kinderen komen er niet. Anna is de oudste en erft dus de boerderij. Naar de gewoonte en het recht van die tijd neemt Anna’s man Jan Bruns, met wie zij op 8 oktober 1651 trouwt, de naam '''Jegerinck''' aan – zo schrijft de nieuwe pastoor de naam. Een van hun zoons krijgt de naam '''Joannes Jacobus'''. Hij wordt gedoopt op 12 februari 1662 aan de nu nog bestaande doopvont in de parochiekerk Sint-Walburga in Ramsdorf. Zijn roepnaam is Jacob. Hij is niet de oudste, de boerderij gaat naar een oudere broer. Jacob wordt zetbaas in de kleine boerderij Kerckboom<ref>Zie voor deze boerderij Landesarchiv NRW Abteilung Westfalen, Karten A-09418</ref> van de adellijke familie Von Rhemen, die resideert op het nabijgelegen landgoed Barnsfeld. In 1705 overlijdt de laatste mannelijke Von Rhemen en blijkt Barnsfeld zo goed als failliet te zijn. Jacob verliest zijn baan en werkt enkele jaren in Gescher. Hier wordt op 6 september 1709 zijn zoon '''Joan''' Henrich gedoopt, wiens roepnaam Joan is. In 1711 keert Jacob terug naar Ramsdorf.
In Ramsdorf werd op 8 september 1630 '''Anna''' gedoopt, dochter van '''Heino Jegeringh''' en zijn echtgenote Margaretha – van wie de achternaam niet werd vermeld<ref>Kerkboeken prinsbisdom Münster, Matricula-online.de</ref>. Twee jaar later volgde een zusje Walburgis, meer kinderen kwamen er niet. Anna was de oudste en erfde dus de boerderij. Naar de gewoonte en het recht van die tijd nam Anna’s man Jan Bruns, met wie zij op 8 oktober 1651 trouwde, de naam '''Jegerinck''' aan – zo schreef de nieuwe pastoor de naam. Een van hun zoons kreeg de naam '''Joannes Jacobus'''. Hij werd gedoopt op 12 februari 1662 aan de nu nog bestaande doopvont in de parochiekerk Sint-Walburga in Ramsdorf. Zijn roepnaam is Jacob. Hij is niet de oudste, de boerderij gaat naar een oudere broer. Jacob wordt zetbaas in de kleine boerderij Kerckboom<ref>Zie voor deze boerderij Landesarchiv NRW Abteilung Westfalen, Karten A-09418</ref> van de adellijke familie Von Rhemen, die resideerde op het nabijgelegen landgoed Barnsfeld. In 1705 overleed de laatste mannelijke Von Rhemen en bleek Barnsfeld zo goed als failliet te zijn. Jacob verloor zijn baan en werkte enkele jaren in Gescher. Hier werd op 6 september 1709 zijn zoon '''Joan''' Henrich gedoopt, wiens roepnaam Joan was. In 1711 keerde Jacob terug naar Ramsdorf.
Zoon Joan Jegerinck verlaat later Ramsdorf en wordt wever bij Lütkenhorst in Weseke<ref>Status Animarum prinsbisdom Münster (1749), Matricula-online.de</ref>, een uur gaans van Ramsdorf, dichter bij de Nederlandse grens. Op 7 mei 1743 trouwt hij er met Maria Catharina Rickers. Kort daarna, op 29 juni, wordt Anna Gertrudis geboren. Op 25 januari 1745 volgt '''Joan Garrid Jacob''', genoemd naar de grootvaders Garrid Rickers en Jacob Jegerinck. Joans achternaam wordt inmiddels als '''Jägerinck''' geschreven. In 1746 ziet Joan Henrich Jägerinck het levenslicht, in 1753 Joan Matthias Joseph.


De drie broers komen als wever terecht in het Gelderse Buren, waarschijnlijk niet lang na 1775<ref>Informatie uit Buren: Regionaal Archief Rivierenland, Tiel</ref>. Joan Henrich keert al snel terug naar Weseke. Twee van zijn zonen gaan later in Nederland wonen, maar de naam sterft in hun lijn uit.
Zoon Joan Jegerinck verliet later Ramsdorf en werd wever bij Lütkenhorst in Weseke<ref>Status Animarum prinsbisdom Münster (1749), Matricula-online.de</ref>, een uur gaans van Ramsdorf, dichter bij de Nederlandse grens. Op 7 mei 1743 trouwde hij er met Maria Catharina Rickers. Kort daarna, op 29 juni, werd Anna Gertrudis geboren. Op 25 januari 1745 volgde '''Joan Garrid Jacob''', genoemd naar de grootvaders Garrid Rickers en Jacob Jegerinck. Joans achternaam werd inmiddels als '''Jägerinck''' geschreven. In 1746 zag Joan Henrich Jägerinck het levenslicht, in 1753 Joan Matthias Joseph.
Joan Garrid Jacob Jägerinck wordt in Buren '''Gerrit Jegering''' genoemd. Hij werkt voor de bejaarde dame Huijbertje Hoornbeek, die drie weefgetouwen bezit en een bedelaarsdoelen drijft: een overnachtingsadres voor mensen met weinig geld. Gerrit neemt dit in 1786 van haar over.
In 1778 is hij getrouwd<ref>Gegevens over geboorte/doop, huwelijk en overlijden in Nederland: Kerkboeken en Burgerlijke Stand van o.a. Buren,Tiel, Berghem, Someren en Deurne</ref> met een nichtje van Huijbertjes overleden man Kobus Hurkmans, Catharina Hurkmans. Zij is in 1750 geboren in het Brabantse Someren. Joannes Jacobus Jegering (roepnaam Jan) wordt in Buren geboren en op 16 maart 1779 gedoopt in de katholieke schuilkerk in Tiel. Opa en oma Jägerinck uit Weseke houden de kleine ten doop en worden fonetisch als Jan Jegering en Catharina Ricas in het doopboek genoteerd. '''Joannes Petrus Jegering''' (roepnaam Pieter) komt een kleine twee jaar later ter wereld en wordt gedoopt op 19 januari 1781. De oude Huijbertje Hoornbeek en oom Joan Henrich (Hendrik in het doopboek) houden Pieter ten doop. Pieter is genoemd naar zijn grootvader van moeders kant, Petrus Hurkmans.
Daarna gaat het fout, moeder Caatje Hurkmans wordt in Buren begraven op 2 maart 1782. Gerrit hertrouwt in 1788 en krijgt een derde zoon, Jan Henderik. Zijn vrouw sterft in het kraambed, de baby een jaar later. Op 4 augustus 1790 komt het einde voor Gerrit zelf, nog maar 45 jaar oud.
 
Wat er gebeurde met de weesjes Jan (11 jaar oud) en Pieter (9) Jegering is nog niet volledig aan het licht gekomen. Het staat vast dat zij niet in het monumentale weeshuis van Buren (nu het Marechausseemuseum) zijn opgenomen, als katholieken kwamen zij daarvoor niet in aanmerking. In 1785 heeft de drossaard van Buren twee voogden toegewezen, die in 1795 verantwoording afleggen. Het lijkt waarschijnlijk dat de jongens werden opgenomen door hun oom Joseph Jegering, getrouwd in 1786. Joseph had één dochter, Maria Catharina, van wie bekend is dat zij later in Wageningen is getrouwd. In 1793 vlucht Joseph met zijn gezin weg uit Buren, “zonder orde op zijne zaken te stellen”, mogelijk vanwege de naderende Franse troepen. In 1814 woont hij weer in Buren; hij overlijdt in 1820 in Weseke.
 
[[Bestand:Jegerings-Handtekening_Pieter_Jegering_18-4-1812.jpg|thumb|right|200px|Pieters handtekening onder zijn trouwakte<br><small>Burgerlijke Stand Deurne</small>]]De twee huizen van Gerrit Jegering in Buren blijven in bezit van Jan en Pieter, als enige erfgenamen van hun vader. Het ene huis had Gerrit in 1780 gekocht van Geertruij Hoornbeek, de oudere zuster van Huijbertje. Het stond in de Kniphoek, zo genoemd naar het geluid dat je hoort als je een luis doodknijpt. Dit huis is min of meer gerestaureerd en is nu de rechterhelft van Kniphoek 12.
Het andere huis lag aan een van de betere straten van Buren, de Rodehelstraat<ref>In de 19e eeuw veranderd in Rodeheldenstraat</ref>, waarvan de naam waarschijnlijk is ontstaan na een bloedbad dat de Spanjaarden er in de Tachtigjarige Oorlog aanrichtten. Dit pand is in het begin van de twintigste eeuw vervangen en heeft nu huisnummer 39. Jan en Pieter verkopen het in 1809, nadat Pieter in 1808 in Deurne zijn broer heeft gemachtigd. Jan woont dan in Berghem, bij Oss.
 
Jan Jacob Jegering verwerft zich enig fortuin als winkelier in Berghem<ref>Informatie uit Berghem: Brabants Historisch Informatiecentrum, ’s-Hertogenbosch</ref>. Hij verkoopt “ellenwaar”, geweven stoffen die per el worden verkocht. Hij bezit er ongeveer 10 hectare grond en twee huizen<ref>Kadaster Berghem e.o.</ref>. In 1814 trouwt hij Johanna van de Reijt en krijgt met haar twee dochters, Anna Catharina (1815) en Petronella (1818). Beide dochters trouwen en bezorgen Jan 25 kleinkinderen, Anna Catharina 16, met Jan van Grunsven, Petronella 9, met Willem Smits. Jan Jacob Jegering overlijdt op 94-jarige leeftijd in Berghem op 28 augustus 1873.
 
Pieter Jegering treedt in 1804 als doopgetuige op bij de doop van Catharina Hurkmans in Someren – dezelfde naam als Pieters moeder. In 1810 werkt hij als inwonend knecht bij Willem van de Mortel in Deurne, waar hij Petronella Nouwen leert kennen, die er als dienstmeid werkt<ref>Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 13181 (Gemeentebestuur Deurne)-1325 Etat de Population</ref>. Ze trouwen op 18 april 1812. Burgemeester van de Mortel (Guillaume, want we leven dan in het keizerrijk Frankrijk, Pieter wordt dan ook Jean Pierre genoemd) schrijft Pieters achternaam als “Jegering”, maar Pieter zelf ondertekent met ongeschoolde hand als “JPegeriengs”.
Die s aan het einde van zijn naam blijft hij hardnekkig schrijven, totdat ook de ambtenaren die overnemen. Daardoor is Pieter de stamvader geworden van iedereen die in Nederland de naam '''Jegerings''' draagt.


De drie broers kwamen als wever terecht in het Gelderse Buren, waarschijnlijk niet lang na 1775<ref>Informatie uit Buren: Regionaal Archief Rivierenland, Tiel</ref>. Joan Henrich keert al snel terug naar Weseke. Twee van zijn zonen gingen later in Nederland wonen, maar de naam stierf in hun lijn uit. <br>
Joan Garrid Jacob Jägerinck werd in Buren '''Gerrit Jegering''' genoemd. Hij werkte voor de bejaarde dame Huijbertje Hoornbeek, die drie weefgetouwen bezat en een bedelaarsdoelen dreef: een overnachtingsadres voor mensen met weinig geld. Gerrit nam dit in 1786 van haar over. <br>
In 1778 was hij getrouwd<ref>Gegevens over geboorte/doop, huwelijk en overlijden in Nederland: Kerkboeken en Burgerlijke Stand van o.a. Buren,Tiel, Berghem, Someren en Deurne</ref> met een nichtje van Huijbertjes overleden man Kobus Hurkmans, Catharina Hurkmans. Zij was in 1750 geboren in het Brabantse Someren. Joannes Jacobus Jegering (roepnaam Jan) werd in Buren geboren en op 16 maart 1779 gedoopt in de katholieke schuilkerk in Tiel. Opa en oma Jägerinck uit Weseke hielden de kleine ten doop en werden fonetisch als Jan Jegering en Catharina Ricas in het doopboek genoteerd. '''Joannes Petrus Jegering''' (roepnaam Pieter) kwam een kleine twee jaar later ter wereld en werd gedoopt op 19 januari 1781. De oude Huijbertje Hoornbeek en oom Joan Henrich (Hendrik in het doopboek) hielden Pieter ten doop. Pieter werd genoemd naar zijn grootvader van moeders kant, Petrus Hurkmans.<br>
Daarna ging het fout, moeder Caatje Hurkmans werd in Buren begraven op 2 maart 1782. Gerrit hertrouwde in 1788 en kreeg een derde zoon, Jan Henderik. Zijn vrouw stiert in het kraambed, de baby een jaar later. Op 4 augustus 1790 kwam het einde voor Gerrit zelf, nog maar 45 jaar oud.


Wat er gebeurde met de weesjes Jan (11 jaar oud) en Pieter (9) Jegering is nog niet volledig aan het licht gekomen. Het staat vast dat zij niet in het monumentale weeshuis van Buren (nu het Marechausseemuseum) zijn opgenomen, als katholieken kwamen zij daarvoor niet in aanmerking. In 1785 heeft de drossaard van Buren twee voogden toegewezen, die in 1795 verantwoording aflegden. Het lijkt waarschijnlijk dat de jongens werden opgenomen door hun oom Joseph Jegering, getrouwd in 1786. Joseph had één dochter, Maria Catharina, van wie bekend is dat zij later in Wageningen is getrouwd. In 1793 vluchtte Joseph met zijn gezin weg uit Buren, “zonder orde op zijne zaken te stellen”, mogelijk vanwege de naderende Franse troepen. In 1814 woonde hij weer in Buren; hij overleed in 1820 in Weseke.


[[Bestand:Jegerings-Handtekening_Pieter_Jegering_18-4-1812.jpg|thumb|200px|Pieters handtekening onder zijn trouwakte<br><small>Burgerlijke Stand Deurne</small>]]De twee huizen van Gerrit Jegering in Buren bleven in bezit van Jan en Pieter, als enige erfgenamen van hun vader. Het ene huis had Gerrit in 1780 gekocht van Geertruij Hoornbeek, de oudere zuster van Huijbertje. Het stond in de Kniphoek, zo genoemd naar het geluid dat je hoort als je een luis doodknijpt. Dit huis is min of meer gerestaureerd en is nu de rechterhelft van Kniphoek 12.<br>
Het andere huis lag aan een van de betere straten van Buren, de Rodehelstraat<ref>In de 19e eeuw veranderd in Rodeheldenstraat</ref>, waarvan de naam waarschijnlijk is ontstaan na een bloedbad dat de Spanjaarden er in de Tachtigjarige Oorlog aanrichtten. Dit pand is in het begin van de twintigste eeuw vervangen en heeft nu huisnummer 39. Jan en Pieter verkochten het in 1809, nadat Pieter in 1808 in Deurne zijn broer heeft gemachtigd. Jan woonde toen in Berghem, bij Oss.
{|style="float:right;"
{|style="float:right;"
|{{
|{{
Regel 31: Regel 24:
}}
}}
|}
|}
Jan Jacob Jegering verwierf zich enig fortuin als winkelier in Berghem<ref>Informatie uit Berghem: Brabants Historisch Informatiecentrum, ’s-Hertogenbosch</ref>. Hij verkocht “ellenwaar”, geweven stoffen die per el worden verkocht. Hij bezat er ongeveer 10 hectare grond en twee huizen<ref>Kadaster Berghem e.o.</ref>. In 1814 trouwde hij Johanna van de Reijt en kreeg met haar twee dochters, Anna Catharina (1815) en Petronella (1818). Beide dochters trouwen en bezorgen Jan 25 kleinkinderen, Anna Catharina 16, met Jan van Grunsven, Petronella 9, met Willem Smits. Jan Jacob Jegering overleed op 94-jarige leeftijd in Berghem op 28 augustus 1873.
Pieter Jegering trad in 1804 als doopgetuige op bij de doop van Catharina Hurkmans in Someren – dezelfde naam als Pieters moeder. In 1810 werkte hij als inwonend knecht bij Willem van de Mortel in Deurne, waar hij Petronella Nouwen leerde kennen, die er als dienstmeid werkte<ref>Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 13181 (Gemeentebestuur Deurne)-1325 Etat de Population</ref>. Ze trouwden op 18 april 1812. Burgemeester Van de Mortel (Guillaume, want we leven dan in het keizerrijk Frankrijk, Pieter werd toen ook Jean Pierre genoemd) schreef Pieters achternaam als “Jegering”, maar Pieter zelf ondertekende met ongeschoolde hand als “JPegeriengs”.
Die s aan het einde van zijn naam bleef hij hardnekkig schrijven, totdat ook de ambtenaren die overnemen. Daardoor is Pieter de stamvader geworden van iedereen die in Nederland de naam '''Jegerings''' draagt.
{{appendix}}
[[categorieJegerings| ]]

Versie van 15 mrt 2022 16:10

Joke en Margriet Jegerings bij de achthonderd jaar oude doopvont in Ramsdorf
Foto Michael Hartwigsen 2020

De oorsprong van de familie Jegerings[1] ligt op de boerderij Jägering aan de Bleking in Ramsdorf, een stadje in het Duitse Münsterland, ongeveer 20 km zuidoostelijk van Winterswijk. De oorspronkelijke naam van de boerderij was Jegerinck, wat “van de jager” betekent. Er bestonden meer boerderijen met deze naam in Twente, de Achterhoek en in het Münsterland, onder andere in Süderwick. Deze laatste werd in 1498 een “vollerbe” genoemd, die in Ramsdorf in hetzelfde jaar een “halberbe”[2]. Dit duidt erop dat beide boerderijen niet later dan in de elfde eeuw zijn ontstaan[3]. Een familierelatie tussen de bewoners van deze twee boerderijen kan op grond hiervan worden uitgesloten[4].

Boerderij Jägering in Ramsdorf wordt voor het eerst, zij het indirect, genoemd in de boekhouding van abdij Werden bij Essen in het jaar 1025[5].

In Ramsdorf werd op 8 september 1630 Anna gedoopt, dochter van Heino Jegeringh en zijn echtgenote Margaretha – van wie de achternaam niet werd vermeld[6]. Twee jaar later volgde een zusje Walburgis, meer kinderen kwamen er niet. Anna was de oudste en erfde dus de boerderij. Naar de gewoonte en het recht van die tijd nam Anna’s man Jan Bruns, met wie zij op 8 oktober 1651 trouwde, de naam Jegerinck aan – zo schreef de nieuwe pastoor de naam. Een van hun zoons kreeg de naam Joannes Jacobus. Hij werd gedoopt op 12 februari 1662 aan de nu nog bestaande doopvont in de parochiekerk Sint-Walburga in Ramsdorf. Zijn roepnaam is Jacob. Hij is niet de oudste, de boerderij gaat naar een oudere broer. Jacob wordt zetbaas in de kleine boerderij Kerckboom[7] van de adellijke familie Von Rhemen, die resideerde op het nabijgelegen landgoed Barnsfeld. In 1705 overleed de laatste mannelijke Von Rhemen en bleek Barnsfeld zo goed als failliet te zijn. Jacob verloor zijn baan en werkte enkele jaren in Gescher. Hier werd op 6 september 1709 zijn zoon Joan Henrich gedoopt, wiens roepnaam Joan was. In 1711 keerde Jacob terug naar Ramsdorf.

Zoon Joan Jegerinck verliet later Ramsdorf en werd wever bij Lütkenhorst in Weseke[8], een uur gaans van Ramsdorf, dichter bij de Nederlandse grens. Op 7 mei 1743 trouwde hij er met Maria Catharina Rickers. Kort daarna, op 29 juni, werd Anna Gertrudis geboren. Op 25 januari 1745 volgde Joan Garrid Jacob, genoemd naar de grootvaders Garrid Rickers en Jacob Jegerinck. Joans achternaam werd inmiddels als Jägerinck geschreven. In 1746 zag Joan Henrich Jägerinck het levenslicht, in 1753 Joan Matthias Joseph.

De drie broers kwamen als wever terecht in het Gelderse Buren, waarschijnlijk niet lang na 1775[9]. Joan Henrich keert al snel terug naar Weseke. Twee van zijn zonen gingen later in Nederland wonen, maar de naam stierf in hun lijn uit.
Joan Garrid Jacob Jägerinck werd in Buren Gerrit Jegering genoemd. Hij werkte voor de bejaarde dame Huijbertje Hoornbeek, die drie weefgetouwen bezat en een bedelaarsdoelen dreef: een overnachtingsadres voor mensen met weinig geld. Gerrit nam dit in 1786 van haar over.
In 1778 was hij getrouwd[10] met een nichtje van Huijbertjes overleden man Kobus Hurkmans, Catharina Hurkmans. Zij was in 1750 geboren in het Brabantse Someren. Joannes Jacobus Jegering (roepnaam Jan) werd in Buren geboren en op 16 maart 1779 gedoopt in de katholieke schuilkerk in Tiel. Opa en oma Jägerinck uit Weseke hielden de kleine ten doop en werden fonetisch als Jan Jegering en Catharina Ricas in het doopboek genoteerd. Joannes Petrus Jegering (roepnaam Pieter) kwam een kleine twee jaar later ter wereld en werd gedoopt op 19 januari 1781. De oude Huijbertje Hoornbeek en oom Joan Henrich (Hendrik in het doopboek) hielden Pieter ten doop. Pieter werd genoemd naar zijn grootvader van moeders kant, Petrus Hurkmans.
Daarna ging het fout, moeder Caatje Hurkmans werd in Buren begraven op 2 maart 1782. Gerrit hertrouwde in 1788 en kreeg een derde zoon, Jan Henderik. Zijn vrouw stiert in het kraambed, de baby een jaar later. Op 4 augustus 1790 kwam het einde voor Gerrit zelf, nog maar 45 jaar oud.

Wat er gebeurde met de weesjes Jan (11 jaar oud) en Pieter (9) Jegering is nog niet volledig aan het licht gekomen. Het staat vast dat zij niet in het monumentale weeshuis van Buren (nu het Marechausseemuseum) zijn opgenomen, als katholieken kwamen zij daarvoor niet in aanmerking. In 1785 heeft de drossaard van Buren twee voogden toegewezen, die in 1795 verantwoording aflegden. Het lijkt waarschijnlijk dat de jongens werden opgenomen door hun oom Joseph Jegering, getrouwd in 1786. Joseph had één dochter, Maria Catharina, van wie bekend is dat zij later in Wageningen is getrouwd. In 1793 vluchtte Joseph met zijn gezin weg uit Buren, “zonder orde op zijne zaken te stellen”, mogelijk vanwege de naderende Franse troepen. In 1814 woonde hij weer in Buren; hij overleed in 1820 in Weseke.

Pieters handtekening onder zijn trouwakte
Burgerlijke Stand Deurne

De twee huizen van Gerrit Jegering in Buren bleven in bezit van Jan en Pieter, als enige erfgenamen van hun vader. Het ene huis had Gerrit in 1780 gekocht van Geertruij Hoornbeek, de oudere zuster van Huijbertje. Het stond in de Kniphoek, zo genoemd naar het geluid dat je hoort als je een luis doodknijpt. Dit huis is min of meer gerestaureerd en is nu de rechterhelft van Kniphoek 12.

Het andere huis lag aan een van de betere straten van Buren, de Rodehelstraat[11], waarvan de naam waarschijnlijk is ontstaan na een bloedbad dat de Spanjaarden er in de Tachtigjarige Oorlog aanrichtten. Dit pand is in het begin van de twintigste eeuw vervangen en heeft nu huisnummer 39. Jan en Pieter verkochten het in 1809, nadat Pieter in 1808 in Deurne zijn broer heeft gemachtigd. Jan woonde toen in Berghem, bij Oss.

Bezig met het laden van de kaart...

Jan Jacob Jegering verwierf zich enig fortuin als winkelier in Berghem[12]. Hij verkocht “ellenwaar”, geweven stoffen die per el worden verkocht. Hij bezat er ongeveer 10 hectare grond en twee huizen[13]. In 1814 trouwde hij Johanna van de Reijt en kreeg met haar twee dochters, Anna Catharina (1815) en Petronella (1818). Beide dochters trouwen en bezorgen Jan 25 kleinkinderen, Anna Catharina 16, met Jan van Grunsven, Petronella 9, met Willem Smits. Jan Jacob Jegering overleed op 94-jarige leeftijd in Berghem op 28 augustus 1873.

Pieter Jegering trad in 1804 als doopgetuige op bij de doop van Catharina Hurkmans in Someren – dezelfde naam als Pieters moeder. In 1810 werkte hij als inwonend knecht bij Willem van de Mortel in Deurne, waar hij Petronella Nouwen leerde kennen, die er als dienstmeid werkte[14]. Ze trouwden op 18 april 1812. Burgemeester Van de Mortel (Guillaume, want we leven dan in het keizerrijk Frankrijk, Pieter werd toen ook Jean Pierre genoemd) schreef Pieters achternaam als “Jegering”, maar Pieter zelf ondertekende met ongeschoolde hand als “JPegeriengs”. Die s aan het einde van zijn naam bleef hij hardnekkig schrijven, totdat ook de ambtenaren die overnemen. Daardoor is Pieter de stamvader geworden van iedereen die in Nederland de naam Jegerings draagt.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Dit artikel is een tussenresultaat van een nog lopend onderzoek naar de geschiedenis van de familie, dat wordt uitgevoerd door aangetrouwd familielid Michael Hartwigsen
  2. Joachim Hartig (Bearb.), Die Register der Willkommschatzung von 1498 und 1499 im Fürstbistum Münster, Aschendorffsche Verlagsbuchhandlung, Münster in Westfahlen 1976
  3. Josef Barnekamp und Maria Kuhlbusch. Zwischen Schloß und Burg (Velen und Ramsdorf von den Anfängen bis 1803), Verlag für Regionalgeschichte/Schriftenreihe der Gemeinde Velen, Band 5, 1998
  4. In de kerkboeken van Ramsdorf en Dinxperlo/Süderwick, die beschikbaar zijn vanaf het begin van de zeventiende eeuw, is bovendien geen enkele relatie tussen beide families te vinden
  5. Barnekamp und Kuhlbusch, zie ref. 3
  6. Kerkboeken prinsbisdom Münster, Matricula-online.de
  7. Zie voor deze boerderij Landesarchiv NRW Abteilung Westfalen, Karten A-09418
  8. Status Animarum prinsbisdom Münster (1749), Matricula-online.de
  9. Informatie uit Buren: Regionaal Archief Rivierenland, Tiel
  10. Gegevens over geboorte/doop, huwelijk en overlijden in Nederland: Kerkboeken en Burgerlijke Stand van o.a. Buren,Tiel, Berghem, Someren en Deurne
  11. In de 19e eeuw veranderd in Rodeheldenstraat
  12. Informatie uit Berghem: Brabants Historisch Informatiecentrum, ’s-Hertogenbosch
  13. Kadaster Berghem e.o.
  14. Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 13181 (Gemeentebestuur Deurne)-1325 Etat de Population