Petrus Manders (1823-1899)
| Petrus Manders | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Petrus Manders | |
| Roepnaam | Pieter | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Geboortedatum | 27 februari 1823 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 2 april 1899 | |
| Partner(s) | Helena Miggels (1829-1884) | |
| Beroep(en) | landbouwer | |
Petrus (Pieter) Manders (1823-1899) was landbouwer op de Merlenberg en later dagloner aan het Kerkeind.
Hij was een zoon van Matheus Manders (1782-1852) en Henrica Adriaans (1791-1870).
Pieter huwde op 13 april 1861 in Asten met Helena Miggels, (Mierlo 18 april 1829 - Deurne 28 februari 1884), dochter van Martinus Miggels (1801-1882) en Johanna van der Kruijs (1801-1878).
Het huwelijk bleef kinderloos. Hij woonde met zijn vrouw op adres Merlenberg B.64e, het tegenwoordige adres Veendijk 9 in Zeilberg.
Van april 1872 tot januari 1885, van haar 6e tot haar 18e jaar, was Anna Maria (Anna) Schrijn(e)werkers (Roggel 1866-1939 Maasniel), een nicht en dochter van een jonge zus van Helena Miggels, opgenomen in het gezin van Pieter en Helena. Anna Maria huwde (1) op 7 juli 1891 in Nunhem met Pieter Hendrik Coolen (Nunhem 1854-1897 Nunhem) en (2) op 7 april 1923 in Maasniel met Hendrik Strijbos (Meijel 1865-1947 Maasniel).
Van juli 1880 tot zijn overlijden in 1882 woonde zijn schoonvader, komend van Nederweert, bij hem in.
Op 23 juni 1862 kocht Pieter Manders voor 245 gulden ruim drie hectare heidegrond van de Helenaveens veenarbeider Hendrik Seelen, die de verkoper op 13 januari van dat jaar had gekocht van de gemeente Deurne en Liessel.[1] In 1866 bouwde Manders op perceel H 1245 zijn huis.
Op 28 juli en 11 augustus 1884 liet hij de boerderij publiek veilen in de herberg van respectievelijk Pieter Truijen en de kinderen van Wouter Antonius Janssen. De nieuwe eigenaar werd Johannes Keunen uit Milheeze, die voor de boerderij met het inmiddels helemaal ontgonnen land 1.100 gulden betaalde.[2]
Manders verhuisde na de verkoop van zijn boerderij naar het adres Kerkeind A.315 en zijn nicht Maria Schrijnwerkers keerde in 1886 vanuit Tilburg, waarnaar ze in 1885 was verhuisd, terug naar Deurne om hem daar met het huishouden te helpen. Beiden verdienden toen de kost als dagloner. Toen Maria in 1891 naar Nunhem verhuisde om daar in het huwelijk te treden, verhuisde Pieter naar het gasthuis van de zusters en liet zich daar zijn acht laatste levensjaren door de zusters Franciscanessen verzorgen.
| Bronnen, noten en/of referenties |