Rozenkransvereniging
De Rozenkransvereniging of Rozarium werd in 1816 op initiatief van pastoor De Louw opgericht.
In de bibliotheek van heemkundekring H.N. Ouwerling bevindt zich de in perkament gebonden ledenlijst die loopt van 1816 tot 1860 en door pastoor De Louw in deze hele periode werd bijgehouden.[1]
Voorin schreef de pastoor dat de vereniging kerkelijk was goedgekeurd door apostolisch vicaris Antonius van Alphen en dat het getuigschrift daarvan zich in de ledenlijst bevindt. Dat getuigschrift is daar inmiddels niet meer aanwezig. Op 6 oktober 1816 werd de oprichting van deze vereniging afgekondigd.
In het oprichtingsjaar 1816 lieten zich al 440 personen inschrijven als lid.
Waarschijnlijk werden aanvankelijk alleen volwassenen ingeschreven. Bij in inschrijving van april 1822 noteerde de pastoor in de kantlijn communicantes. Later volgden complete lijsten van nieuwe communicanten uit Deurne en uit Liessel. De aantekening NEO-COMMUNICANTEN op de rugzijde van het register doet vermoeden dat vanaf een bepaald moment alle communicanten automatisch lid werden van deze vereniging.
Vanaf 1832 komen onder het kopje puellae ook meermalen namen van meisjes voor.
Een enkele keer werden ook individuele personen van buiten de eigen parochie, met name uit Liessel, Vlierden, Bakel, Tongelre en Geldrop, ingeschreven. De Bakelse pastoor Joannes van der Donk werd in 1827 lid en de Liesselse proost Cornelis van Sluijsveld volgde zijn voorbeeld in 1835.
Bronnen, noten en/of referenties
|