Sebastianus Johannes Franciscus van den Eijnde (1848-1926): verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox persoon | naam = Sebastianus van den Eijnde | foto = | tekst = | volledige naam = Sebastianus Johannes Franciscus van den E...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 16: | Regel 16: | ||
Hij was een zoon van | Hij was een zoon van goud- en zilversmid Hendrikus Gregorius van den Eijnde (Gemert 1819-1858 Gemert) en Johanna Maria Paters (1812-1884 Gemert). Zijn vader was een broer van de geestelijke [[Theodorus Lodevicus van den Eijnde (1823-1898)|Theodorus Lodevicus van den Eijnde]], die van 1859 tot 1873 rector van het [[rectoraat Helenaveen]] was. | ||
Hij werd op 30 mei 1874 tot priester gewijd. Van 28 oktober 1875 tot 21 maart 1879 was hij als assistent werkzaam in Vlierden onder de stokoude [[Jacobus Bruijsten (1799-1886)|pastoor Bruijsten]], waardoor in de praktijk veel van het pastorale op zijn schouders neerkwam. | Hij werd op 30 mei 1874 tot priester gewijd. Van 28 oktober 1875 tot 21 maart 1879 was hij als assistent werkzaam in Vlierden onder de stokoude [[Jacobus Bruijsten (1799-1886)|pastoor Bruijsten]], waardoor in de praktijk veel van het pastorale op zijn schouders neerkwam. | ||
Versie van 13 jun 2019 15:04
| Sebastianus van den Eijnde | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Sebastianus Johannes Franciscus van den Eijnde | |
| Geboorteplaats | Gemert | |
| Geboortedatum | 12 oktober 1848 | |
| Overl.plaats | Oisterwijk | |
| Overl.datum | 17 november 1926 | |
| Beroep(en) | geestelijke | |
Sebastianus Johannes Franciscus van den Eijnde (1848-1926) was van 1875 tot 1879 werkzaam als assistent in de parochie Vlierden.
Hij was een zoon van goud- en zilversmid Hendrikus Gregorius van den Eijnde (Gemert 1819-1858 Gemert) en Johanna Maria Paters (1812-1884 Gemert). Zijn vader was een broer van de geestelijke Theodorus Lodevicus van den Eijnde, die van 1859 tot 1873 rector van het rectoraat Helenaveen was.
Hij werd op 30 mei 1874 tot priester gewijd. Van 28 oktober 1875 tot 21 maart 1879 was hij als assistent werkzaam in Vlierden onder de stokoude pastoor Bruijsten, waardoor in de praktijk veel van het pastorale op zijn schouders neerkwam.
Daarna was hij kapelaan te Raamsdonk. Op 22 november 1886 werd hij aangesteld als rector in het Sint-Stanislausgesticht te Moergestel.
Van 29 januari 1892 tot 30 december 1902 was hij pastoor te Ledeacker, waar hij letterlijk zijn kerkgebouw zag afbranden. Vervolgens was hij tot 31 december 1924 pastoor te Aalst. Na zijn eervol ontslag overleed hij op 17 november 1926 in het gasthuis te Oisterwijk.
Bronnen, noten en/of referenties
|