Bewerken van Sint-Hubertuskapel (voor 1903)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 36: | Regel 36: | ||
Op 13 februari 1758 verzocht Gerhard Jacob Leppers (ook wel geschreven als Lipper of Lepper), wonende te Mulheim, aan de Hoogmogenden toestemming om hem in het bezit te stellen van alle inkomsten die horen bij het beneficie van de kapel van Liessel, zoals hem dat was verleend door Leopold vrijheer van Steinen tot Scherfen, commandeur van de balie van Alden Biesen voor een periode van zeven jaar. Het verzoek werd voor advies doorgestuurd naar de rentmeester De Kempenaar der geestelijke goederen in Peelland. Op het verzoek werd op 6 juni 1758 gunstig gereageerd op voorwaarde dat het derde deel van de inkomsten gereserveerd bleef voor de ondersteuning van de gereformeerde godsdienst. Ook moest de eed van zuivering worden afgelegd. Normaal gebeurde dat bij de Hoogmogenden in Den Haag maar Leppers kreeg toestemming om die eed elders af te leggen in handen van mr. Jan Gabriël Zanders.<ref>BHIC toegangsnummer 178 inventarisnummer 96 Resoluties van de Staten Generaal dienstjaar 1758 folio 97 – maandag 13 februari 1758, folio 295 – maandag 8 mei 1758, folio 370 – dinsdag 6 juni 1758 en folio 545 – donderdag 10 augustus 1758. Regesten door Henk Beijers.</ref> | Op 13 februari 1758 verzocht Gerhard Jacob Leppers (ook wel geschreven als Lipper of Lepper), wonende te Mulheim, aan de Hoogmogenden toestemming om hem in het bezit te stellen van alle inkomsten die horen bij het beneficie van de kapel van Liessel, zoals hem dat was verleend door Leopold vrijheer van Steinen tot Scherfen, commandeur van de balie van Alden Biesen voor een periode van zeven jaar. Het verzoek werd voor advies doorgestuurd naar de rentmeester De Kempenaar der geestelijke goederen in Peelland. Op het verzoek werd op 6 juni 1758 gunstig gereageerd op voorwaarde dat het derde deel van de inkomsten gereserveerd bleef voor de ondersteuning van de gereformeerde godsdienst. Ook moest de eed van zuivering worden afgelegd. Normaal gebeurde dat bij de Hoogmogenden in Den Haag maar Leppers kreeg toestemming om die eed elders af te leggen in handen van mr. Jan Gabriël Zanders.<ref>BHIC toegangsnummer 178 inventarisnummer 96 Resoluties van de Staten Generaal dienstjaar 1758 folio 97 – maandag 13 februari 1758, folio 295 – maandag 8 mei 1758, folio 370 – dinsdag 6 juni 1758 en folio 545 – donderdag 10 augustus 1758. Regesten door Henk Beijers.</ref> | ||
In 1767 wilde predikant Lambert van Flodorff van de gereformeerde gemeente te Gulpen voor een periode van zeven jaar aanspraak maken op het beneficie ten behoeve van zijn minderjarige zoon Adrianus Johannes Jacobus Casper Anthony vrijheer van Belderbusch in zijn kwaliteit als landcommandeur der balie Aldenbiesen diende het verzoek in bij rentmeester De Kempenaar. Die stuurde het verzoek naar de Staten-Generaal waarna het op 2 juli 1767 naar de generaliteitsrekenkamer werd gezonden.<ref>BHIC 178 Collectie Rijksarchief inv.nr.105 Resoluties van de Staten Generaal dienstjaar 1767 folio 411 – donderdag 2 juli 1767 - regest Henk Beijers</ref> | In 1767 wilde predikant Lambert van Flodorff van de gereformeerde gemeente te Gulpen voor een periode van zeven jaar aanspraak maken op het beneficie ten behoeve van zijn minderjarige zoon Adrianus Johannes Jacobus. Casper Anthony vrijheer van Belderbusch in zijn kwaliteit als landcommandeur der balie Aldenbiesen diende het verzoek in bij rentmeester De Kempenaar. Die stuurde het verzoek naar de Staten-Generaal waarna het op 2 juli 1767 naar de generaliteitsrekenkamer werd gezonden.<ref>BHIC 178 Collectie Rijksarchief inv.nr.105 Resoluties van de Staten Generaal dienstjaar 1767 folio 411 – donderdag 2 juli 1767 - regest Henk Beijers</ref> | ||
=== Vergaderplaats === | === Vergaderplaats === | ||