Huis naast Kruisstraat 5
Het huis naast Kruisstraat 5 was een pand dat tussen 1929 en 1932 is afgebroken.
In 1832 stond aan de tegenwoordige Kruisstraat, niet ver van de hoek met de Visser, een huis met schuur en erf dat aan de kinderen van Theodorus Oldenzee (1762-1827) toebehoorde. Het was kadastraal bekend als C 636. Ernaast lagen nog een moestuin (C 637) en een stuk weiland (C 638). Bij een boedelscheiding rond 1859 ging het over aan [1] kleinzoon Dirk Aldenzee en zijn broers en zussen. Rond 1869 werd de boedel nogmaals verdeeld.[2] Dirk werd nu enig eigenaar van het huis met het huisadres A.255a. Hij verkocht het huisje op 14 augustus 1869 voor 700 gulden aan [3] de blauwverver Gerard Trines (1839-1893). Trines woonde er al sinds 1868 met zijn vrouw en kinderen.
Bij een brand van 11 december 1870 ging het pand van Trines verloren, maar hij liet het geheel rond 1872 herbouwen op het kadastrale perceel C 1295, met daarnaast het bouwland C 1294.[4] Op 8 november 1881 verkocht Gerard Trines in de herberg van Andries Wouters tijdens een openbare verkoop zijn huis voor 1440 gulden aan Petronella Smits. Daarbij was wel bepaald dat hij de zes blauwkuipen en een ingemetselde ketel mocht meenemen en voor het eind van het jaar zou ruimen.
Trines bezat ook het aangrenzende huizenblok, Kruisstraat 5, enige tijd.
Petronella Smits bezat het huisje enige tijd, en verkocht het rond 1915.[5] Koopster was Theodora van Gog (1891-1956), die het slechts enkele jaren bezat. Rond 1920 verkocht zij het weer aan de drie oudste kinderen van Hermanus Steeghs (1870-1917). Zij op hun beurt deden het huisje rond 1927 van de hand aan de Zusters Franciscanessen, die ernaast het Huize St. Joseph hadden laten bouwen.[6]
Volgens de kadastrale leggers rond 1929 en volgens de kadastrale hulpkaartjes rond 1932 werd het huizenblokje in opdracht van de zusters gesloopt.[7]
Bronnen, noten en/of referenties
|