Martinus Biemans (1859-1922)

Martinus Biemans
Persoonsinformatie
Volledige naam	Martinus Biemans
Geboorteplaats	Aarle-Rixtel
Geboortedatum	9 mei 1859
Overl.plaats	Deurne
Overl.datum	26 maart 1922
Partner(s)	(1) Elisabeth van de Kerkhof (1861-1897) (2) Emelie Marie Marianne Gatzen (1866-1939)
Beroep(en)	opzichter in turfstrooiselfabriek
Bidprentje	NBA vrouw (2)

Martinus Biemans (1859-1922) was werkman bij een boterfabriek en later opzichter bij het Gemeentelijk Veenbedrijf. Hij kwam in 1886 van Aarle-Rixtel in Deurne wonen.

Martinus was een zoon van de Aarle-Rixtelse landbouwer Thomas Biemans (1812-1890) en diens tweede vrouw Clasijna Gruijters (1823-1881).

Hij huwde op 27 februari 1886 in Deurne met Elisabeth van de Kerkhof, (Vlierden 22 augustus 1861 - Deurne 27 oktober 1897), dochter van kleermaker Laurens van de Kerkhof (1816-1893) en Johanna van Kemenade (1820-1882).

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

1. Nicolasina, (Deurne 12 december 1886 - Deurne 5 januari 1894).
2. Johanna Theodora Laurentia, (Deurne 8 november 1889 - Bakel 11 maart 1979). Zij huwde met Martinus van der Zwaan (1885-1951).
3. Theodora Maria, (Deurne 26 december 1891 - Deurne 6 augustus 1892).
4. Theodora Antonia Lourentia, (Deurne 27 juni 1893 - Deurne 1 oktober 1914). Zij bleef ongehuwd.
5. Clasina Maria, (Deurne 2 augustus 1895 - Deurne 25 juni 1987). Zij bleef ongehuwd.
6. Thomas Carolus, (Deurne 24 augustus 1897 - Deurne 30 augustus 1897).

Twee maanden na de geboorte van hun zesde kind overleed zijn vrouw Elisabeth.

Martinus hertrouwde op 16 februari 1898 in Deurne met Emelie Marie Marianne Gatzen, (Hoge en Lage Mierde 21 augustus 1866 - Deurne 16 november 1939), dochter van Peter Antoon Hubert Gatzen (Venlo 1833-1887 Venlo) en zijn tweede vrouw Marianne Constantia Franken (Alphen en Riel 1832-1896 Tilburg).

Uit zijn tweede huwelijk werden nog eens vier kinderen geboren:

7. Maria Hubertina Constantia, (Deurne 1 januari 1899 - Deurne 8 februari 1899).
8. Huberta Francisca Henrica, (Deurne 23 december 1900 - Deurne 3 mei 1936). Zij huwde op 18 mei 1926 in Deurne met Peter Hendrikus Lamers (Beugen en Rijkevoort 1895-1973 's-Hertogenbosch).
9. levenloze zoon, (Deurne 13 juni 1903).
10. Louis Martinus Johannes Maria, (Deurne 8 september 1907 - 1992). Hij huwde met Johanna Antonia Ida Litsenburg (1903-1982).

Martinus verhuisde op 14 oktober 1886 van Helmond naar Deurne en vestigde zich aan de Lagekerk A.295, A.388 en A.447. Daarna Halte B.129. Merlenberg B.158, B.160 en A.397. Heuvel B.48a. Visscherstraat B.209. Helmondschestraat en Heuvelstraat B.28, B.31 en B.47c.

In 1896 vroeg de eerste vrouw van Martinus bij de koningin om financiële ondersteuning. De directeur der Zaken van Weldadigheid vroeg daarop om inlichtingen bij de burgemeester. Die antwoordde op 10 april 1896 het volgende:

Onder terugzending der stukken, mij geworden bij Uwen brief van 2 dezer no. 561 betreffende een verzoek van de vrouw van M. Biemans alhier om ondersteuning, heb ik de eer te berichten dat dit gezin bestaat uit man en vrouw met drie kinderen, waarvan het oudste zes jaren telt. De man is geruimen tijd ernstig ziek geweest en werkelijk gedurende die ziekte als werkman aan eene coöperatieve boterfabriek door een ander vervangen, waardoor hij tot heden zonder middel van bestaan is. Dit gezin bezit volstrekt geene eigen middelen en is dan ook door gemelde oorzaak in kommervolle omstandigheden geraakt, zoodat naar mijne overtuiging ten deze een toelage zeer nuttig zoude zijn besteed, te meer nog omdat Biemans steeds op eene volgens zijn stand passende fatsoenlijke wijze in de behoeften van zijn gezin heeft kunnen voorzien en beide echtgenooten te eergierig zijn om de openbare liefdadigheid thans in te roepen, die zij nimmer behoefden en in gewone omstandigheden ook niet noodig hebben.

In april 1900 solliciteerde hij, hij was toen al ploegbaas bij het Gemeentelijk Veenbedrijf, naar het baantje van klerk bij dat bedrijf. In de raadsvergadering van 20 april 1900 werd niet hij maar Jos. Goossens als zodanig gekozen.

Toen hij aan de Halte woonde had hij van november 1906 tot de zomer van 1907 inwoning van de twee jonge onderwijzers Henricus Josephus Craenen (1879) en Jan Hendrik Leunissen (1884). Waarschijnlijk stonden zij in Griendtsveen voor de klas.

In 1916 daagde hij timmerman Peter van Helmond wegens smaad voor het gerecht. Toen eind mei of begin juni 1916 door het gemeentelijk veenbedrijf een partij oud ijzer verkocht werd aan Abraham Smeelen zou hij volgens Van Helmond hebben nagelaten om een deel daarvan te laten wegen. De rechtszaak diende op 26 september 1916. Het is niet bekend welke uitspraak de rechter op 10 oktober deed.

In de raadsvergadering van 15 oktober 1917 werd besloten om zijn salaris met honderd gulden te verhogen en per 1 januari 1918 te brengen op achthonderd gulden.

Bronnen, noten en/of referenties