Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Jan Gielen (1801-1872)
Jan Gielen | ||
. | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Jan Gielen | |
Geboorteplaats | Meijel | |
Geboortedatum | 24 mei 1801 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 13 februari 1872 | |
Partner(s) | Johanna Maria van Exel (1801-1867) | |
Beroep(en) | kleermaker |
Jan Gielen (1801-1872) was kleermaker in Liessel op het adres C.64.
Jan was een zoon van de Meijelse schoenmaker Mathijs Gielen en Maria Nijssen. Hij huwde op 28 mei 1830 in Asten met Joanna Maria van Exel (Asten 4 december 1801 - Deurne 24 december 1867), dochter van Hendrik van Exel en Francisca Verlijsdonk. Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Henrica (Deurne 3 december 1831 - Deurne 29 april 1910); zij bleef ongehuwd
- Johannis Mathijs (Deurne 10 april 1834 - Deurne 27 januari 1854); hij was schaapsherder
- Francis (Deurne 31 juli 1838 - Deurne 22 augustus 1915); hij huwde met Geertruida Maria Aarts (1846-1916).
- Johannis (Deurne 8 februari 1842 - Deurne 26 juli 1885); hij huwde met Petronella Mikkers (1849-1933). Hij was evenals zijn vader en zijn broer Francis kleermaker van beroep.
Op 9 mei 1848 verbleef Jan Gielen, samen met een aantal andere gasten, rond zes uur 's middags in Liessel in de herberg van Jan Cisse van Hombergh. Zonder enige aanleiding werd hij daar door de ruziezoekende Liesselse landbouwer Francis Peter tegen het hoofd geslagen. Door tussenkomst van de Liesselnaar Hendrik van Doorne werd de mishandeling gestopt en verliet Jan Gielen de herberg en ging hij naar de herberg van Adriaan Smits. Daar kwam enige tijd later ook Francis Peters die hem voorstelde om samen 'n borrel te nemen. Jan Gielen antwoordde hem dat hij 's avonds geen jenever dronk. Dat viel blijkbaar bij Peter niet in goede aarde want die pakte Jan Gielen onmiddellijk vast, trok hem naar buiten, duwde hem op de grond en bracht hem nog een aantal vuistslagen op het hoofd toe en schopte hem in zijn zij. Deze keer moesten er drie Liesselse boeren, Bartholomeus Janssen, Godefridus Joosten en Christiaan van Stratum, aan te pas komen om Jan Gielen te ontzetten. De dader zette het vervolgens op een lopen maar werd alsnog door de genoemde drie Liesselnaren gegrepen. Jan Gielen wist, letterlijk met pijn en moeite, thuis te geraken.br> Twee dagen later constateerde dokter Rousseau dat hij, behalve een aantal krassen en kneuzingen aan het hoofd, ook een gebroken rib had, waardoor zijn ademhaling ernstig belemmerd werd.