Adrianus Mathildus Moonen (1904-1967)
Adriaan Moonen | ||
Foto: collectie RHCe | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Adrianus Mathildus Moonen | |
Roepnaam | Adriaan | |
Geboorteplaats | Breda | |
Geboortedatum | 29 augustus 1904 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 17 februari 1967 | |
Partner(s) | Anna Catharina Maria van Beek (1905-1978) | |
Beroep(en) | directeur ambachtsschool | |
Bidprentje | NBA man |
Adrianus Mathildus (Adriaan) Moonen (1904-1967) was de eerste directeur van de Deurnese ambachtsschool en mede-oprichter van een naamloze Deurnese fotoclub.
Adriaan was een zoon van Johannes Josephus Moonen (Breda 1862-1927 Den Haag) en Petronella Maria Sentrop (Rotterdam 1864-1936 Den Haag).
Hij huwde op 12 juli 1934 in Eindhoven met Anna Catharina Maria (An) van Beek, (Dordrecht 18 oktober 1905 - Deurne 21 juni 1978), dochter van architect Antonius van Beek (Rosmalen 1853-1916 Dordrecht) en Maria Mechelina Sluis (Dordrecht 1865-1943 Alkmaar).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Antonius Maria, (Eindhoven 2 augustus 1935 - Maastricht 29 december 2004)
- Petrus Maria, (Eindhoven 12 december 1936)
- Gerardus Adrianus Maria, (Eindhoven 19 juli 1938)
- Maria Mechelina Catharina Adriana, (Eindhoven 24 januari 1940)
- Adrianus Antonius Maria, (Eindhoven 11 oktober 1941)
- Anna Catherina Moonen, (Eindhoven 21 oktober 1943 - Eindhoven 14 februari 1944).
- Johannes Jozef Maria, (Eindhoven 5 maart 1945)
- Anna Catharina Maria Antonius Helma, (Eindhoven 15 februari 1948)
Adriaan Moonen was de eerste directeur van de ambachtsschool, die in 1951 startte in de oude fratersschool aan de Visser. Hij liet de nieuwe school aan de Pastoor Jacobsstraat onder architectuur van Jos Deltrap bouwen.
Hij richtte samen met Jaap Wiegersma de Deurnese fotoclub op.
Het echtpaar Moonen-van Beek vestigde zich in juni 1952 in Deurne, in het historische witte pand Schoolstraat A.128 (later Martinetstraat 32-34).
Na zijn overlijden schreef zijn onderwijscollega Theo Hoogbergen een uitgebreid in memoriam, waarin hij de volgende karakterschets tekende:
Wie het geluk heeft gehad op collegiale voet met Moonen om te gaan, bewaart in zijn geheugen de levende herinnering aan een bedachtzame en vooral door-en-door goede man, die niets liever deed dan anderen behulpzaam zijn.
Gesprekken met hem kenmerkten zich door rust en kalmte en misschien wel het meest door de pauzes, die hij al denkend tussen de woorden inlaste. Hij was een meditatieve geest met een uitgesproken gevoel voor relativering en een afkeer van grote woorden en opschepperij.