U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Bewerken van Groot Kasteel

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 133: Regel 133:
Op [[brand van 24 september 1944|24 september 1944]] werd het Groot Kasteel vanuit de Zeilbergsestraat en door geallieerd vuur, 3rd Royal Tank Regiment (B Sqn.), in puin geschoten met Armor-Piercing-granaten. Deze granaten drongen allereerst door de muur heen, om daarna pas tot ontploffing te komen. Toen ontstond er een kasteelruïne. Men vermoedde dat zich Duitsers in het kasteel verschanst hadden, deze bevonden zich echter achter het kasteel en waren voornamelijk bewapend met Nebelwerfer (raketwerpers).
Op [[brand van 24 september 1944|24 september 1944]] werd het Groot Kasteel vanuit de Zeilbergsestraat en door geallieerd vuur, 3rd Royal Tank Regiment (B Sqn.), in puin geschoten met Armor-Piercing-granaten. Deze granaten drongen allereerst door de muur heen, om daarna pas tot ontploffing te komen. Toen ontstond er een kasteelruïne. Men vermoedde dat zich Duitsers in het kasteel verschanst hadden, deze bevonden zich echter achter het kasteel en waren voornamelijk bewapend met Nebelwerfer (raketwerpers).


Bij de brand ging de volledige inboedel, die juist kort ervoor weer naar het Groot Kasteel was gebracht, verloren. Hieronder bevonden zich vermoedelijk schilderijen van Antoon van Dyck en Peter Paul Rubens. <ref>In de film [[De bevrijding van Deurne]] wordt uitvoerig ingegaan op het hoe en waarom van de beschieting.</ref> Een goed overzicht van wat er verloren ging bij de brand is er niet. De weinige foto's van het interieur laten een groot aantal schilderijen zien, die leden van de familie De Smeth zouden zijn. Inderdaad is bekend dat een portret van [[Theodorus de Smeth (1779-1859)]] bij de brand verloren is gegaan. Twee krantenartikelen uit 1926 loven de renaissancebetimmering aan de wanden van de eetzaal met zijn vele details. Het plafond van de eetzaal was ''spaarzaam met een klein schelpornament ingezet''. Op dat moment was het kasteel al langere tijd onbewoond en lagen er lakens over de meubels. Centrale verwarming was toen al aanwezig. De auteur van het stuk, Joh. D. Looyen, liet ook een tekening van de lambrisering en de vensters met glas-in-lood afbeelden. De voordeur had ''Lodewijk XV-vormen'' en erachter ging een ''majestueuse'' eikenhouten trap schuil, die naar de woonverdieping leidde. De boog daarachter was met eikenhout omtimmerd. De trap was duidelijk het hoofdelement van de ''hall''. Beneden lagen de dienstvertrekken, keuken, provisie- en bergruimten. Gewelfkelders trof Looyen niet aan, hetgeen merkwaardig is, omdat we nu weten dat er nog altijd twee kleine gewelfkelders aanwezig zijn. Boven lagen zoals gezegd de eetzaal (in het oude deel) en de grote zaal met zijvertrekken (in de 17e-eeuwse uitbreiding, volgens Looyen als bouwconstructie door lokale ambachtslieden uitgevoerd). Looyen stipt aan dat de middeleeuwse kruisvensters afsteken tegen de verder 18e-eeuwse (Lodewijk XV-)sfeer binnen. Uit een interieurfoto uit de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed weten we, dat in 1700 een deel van de stucplafonds vernieuwd moet zijn. Looyen schatte in dat dit niet door plaatselijke ambachtslieden uitgevoerd kon zijn. Exterieur en interieur moest van andere hand zijn.<ref>Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 3 april 1926 en 8 mei 1926</ref>  
Bij de brand ging de volledige inboedel, die juist kort ervoor weer naar het Groot Kasteel was gebracht, verloren. Hieronder bevonden zich vermoedelijk schilderijen van Antoon van Dyck en Peter Paul Rubens. <ref>In de film [[De bevrijding van Deurne]] wordt uitvoerig ingegaan op het hoe en waarom van de beschieting.</ref> Een goed overzicht van wat er verloren ging bij de brand is er niet. De weinige foto's van het interieur laten een groot aantal schilderijen zien, die leden van de familie De Smeth zouden zijn. Inderdaad is bekend dat een portret van [[Theodorus de Smeth (1779-1859)]] bij de brand verloren is gegaan. Twee krantenartikelen uit 1926 loven de renaissancebetimmering aan de wanden van de eetzaal met zijn vele details. Het plafond van de eetzaal was ''spaarzaam met een klein schelpornament ingezet''. Op dat moment was het kasteel al langere tijd onbewoond en lagen er lakens over de meubels. Centrale verwarming was toen al aanwezig. De auteur van het stuk, Joh. D. Looyen, liet ook een tekening van de lambrisering en de vensters met glas-in-lood afbeelden. De voordeur had ''Lodewijk XV-vormen'' en erachter ging een ''majestueuse'' eikenhouten trap schuil, die naar de woonverdieping leidde. De boog daarachter was met eikenhout omtimmerd. De trap was duidelijk het hoofdelement van de ''hall''. Beneden lagen de dienstvertrekken, keuken, provisie- en bergruimten. Gewelfkelders trof Looyen niet aan, hetgeen merkwaardig is, omdat we nu weten dat er nog altijd twee kleine gewelfkelders aanwezig zijn. Boven lagen zoals gezegd de eetzaal (in het oude deel) en de grote zaal met zijvertrekken (in de 17e-eeuwse uitbreiding, volgens Looyen als bouwconstructie door lokale ambachtslieden uitgevoerd). Looyen stipt aan dat de middeleeuwse kruisvensters afsteken tegen de verder 18e-eeuwse (Lodewijk XV-)sfeer binnen. Uit een interieurfoto uit de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed weten we, dat in 1700 een deel van de stucplafonds vernieuwd moet zijn. Looyen schatte in dat dit niet door plaatselijke ambachtslieden uitgevoerd kon zijn. Exterieur en interieur moest van andere hand zijn.<ref>Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 3 april 1926 en 8 mei 1926</ref> De vraag is of álles wel verloren is gegaan. In maart 1938 werden namelijk bij Van Marle en Gignell te Den Haag ''schilderijen en antiquiteiten'' geveild, onder meer uit de nalatenschap van ''mevrouw M.S. baronesse De Smeth van Deurne''.<ref>Algemeen Handelsblad, 26 maart 1938</ref> Verder werd in mei 1972 de collectie van Th. Baron de Smeth van Deurne te Jutphaas geveild bij Paul Brandt N.V. te Amsterdam.<ref>Het Parool, 5 mei 1972</ref> Van veel vroeger datum is de veiling van boeken, prenten en handschriften uit de nalatenschap van Th. Baron de Smeth van Deurne en Liessel in 1860 bij W.P. van Stockum in Den Haag.<ref>Algemeen Handelsblad, 9 april 1860</ref> Heemkundekring H.N. Ouwerling bezit een stoel die uit het kasteel afkomstig zou zijn. Bij een particulier in Deurne bevinden zich nog vertimmerde houten meubels uit het kasteel. Een deel kan dus tijdens de brand nog in het Dinghuis (toen stalgebouw) of elders opgeslagen zijn geweest. Uit bovenstaande kunnen we afleiden dat, alhoewel er veel verloren zal zijn gegaan op 24 september 1944, er nog de nodige stukken moeten bestaan die ooit een plek in het Groot Kasteel van Deurne hadden.
 
De vraag is of álles wel verloren is gegaan. We kennen verschillende veilingen waar items uit het Groot Kasteel kunnen zijn geveild. Een vroege is de veiling van boeken, prenten en handschriften uit de nalatenschap van Th. Baron de Smeth van Deurne en Liessel in 1860 bij W.P. van Stockum in Den Haag.<ref>Algemeen Handelsblad, 9 april 1860</ref> In maart 1938 werden verder bij Van Marle en Gignell te Den Haag ''schilderijen en antiquiteiten'' geveild, onder meer uit de nalatenschap van ''mevrouw M.S. baronesse De Smeth van Deurne''.<ref>Algemeen Handelsblad, 26 maart 1938</ref> Een zeer belangrijke voor de laatste bewoningsperiode van het Groot Kasteel is de verkoop in opdracht van Theodore baron de Smeth van Deurne via [[Josef Arnold Tromp (1891-1976)|notaris Tromp]] op 14 april 1948 van tafels, stoelen, kasten, kachels, schemerlamp, rijtuigje, enkele landbouwgereedschappen en wat verder te koop zal worden aangeboden. Plaats van handeling waren de stallen (lees: Dinghuis) achter het Groot Kasteel.<ref>Het Licht, jaargang 4, nummer 15, 10 april 1948; de originele notariële bescheiden kunnen meer licht werpen op wat er precies werd verkocht, en aan wie.</ref> Verder werd in mei 1972 een ander deel van collectie van Th. Baron de Smeth van Deurne te Jutphaas geveild bij Paul Brandt N.V. te Amsterdam.<ref>Het Parool, 5 mei 1972</ref> Heemkundekring H.N. Ouwerling bezit een stoel die uit het kasteel afkomstig zou zijn. Bij een particulier in Deurne bevinden zich nog vertimmerde houten meubels uit het kasteel. Beide items zouden via de verkoop van 1948 in particuliere handen geraakt kunnen zijn. Een deel zal dus tijdens de brand nog in het Dinghuis (toen stalgebouw) of elders opgeslagen zijn geweest. Uit bovenstaande kunnen we afleiden dat, alhoewel er veel verloren zal zijn gegaan op 24 september 1944, er nog de nodige stukken moeten bestaan die ooit een plek in het Groot Kasteel van Deurne hadden.<ref>Van geen van de veilingen is de inhoud van de ongetwijfeld gepubliceerde veilingcatalogi bekend. Die kunnen waardevolle informatie bevatten over deze stukken.</ref>


===Consolidatie===
===Consolidatie===
Al uw bijdragen aan DeurneWiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie DeurneWiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)