Bewerken van Jaap van de Leijsing
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 3: | Regel 3: | ||
[[File:Coll PK P1040073 jaap vd leijsing.JPG|thumb|300px|Jaap van de Leijsing in 2010]] | [[File:Coll PK P1040073 jaap vd leijsing.JPG|thumb|300px|Jaap van de Leijsing in 2010]] | ||
[[File:Coll PK P1040074 jaap vd leijsing detail.JPG|thumb|300px]] | [[File:Coll PK P1040074 jaap vd leijsing detail.JPG|thumb|300px]] | ||
'''Jaap van de Leijsing (Leijzing)''' is een van de twee grote zwerfkeien die onder [[Liessel]] gevonden zijn. | '''Jaap van de Leijsing (Leijzing)''' is een van de twee grote zwerfkeien die onder [[Liessel]] gevonden zijn. | ||
Regel 9: | Regel 8: | ||
Het gaat om een blok kwartsiet uit de zgn. Formatie van Veghel A.<br> | Het gaat om een blok kwartsiet uit de zgn. Formatie van Veghel A.<br> | ||
De kei ''Jaap van de Leijsing'' dankt zijn naam aan de plek waar hij bij ontginningswerken gevonden werd, in de hoek van de huidige [[ | De kei ''Jaap van de Leijsing'' dankt zijn naam aan de plek waar hij bij ontginningswerken gevonden werd, in de hoek van de huidige [[Poldersteeg]] en [[Bremweg]] in Liessel. Het heette daar toentertijd de [[Leizing]], een naam die we in de geschriften ook wel terugvinden als Lijzing of Leijzing en nadien ook als Leijsing wordt geschreven. De [[gemeente Deurne]] gebruikt tegenwoordig die laatste schrijfwijze en zo staat het ook op het ''naamkaartje'' van deze kei. | ||
Wanneer de kei bovengronds is gekomen, is niet precies bekend. Maar uit een krantenbericht uit 1978, toen Jaap een vaste plaats in Liessel kreeg, kan geconcludeerd worden dat de kei rond 1918 is ontdekt. Er werd geprobeerd de kei met een mallejan (een as met twee wielen) uit het veld te trekken. Toen dat niet lukte werd de kei weer onder het zand gestopt. Drie jaar later werd een nieuwe poging gedaan en toen kreeg men het gevaarte met kunst en vliegwerk op een wagen. <ref>''[[Wat ne Kei is dat, 55 jaar carnaval in Liessel, 1955-2010|Wat ne Kei is dat]]'' Helmonds Dagblad 10 november 1978.</ref> | Wanneer de kei bovengronds is gekomen, is niet precies bekend. Maar uit een krantenbericht uit 1978, toen Jaap een vaste plaats in Liessel kreeg, kan geconcludeerd worden dat de kei rond 1918 is ontdekt. Er werd geprobeerd de kei met een mallejan (een as met twee wielen) uit het veld te trekken. Toen dat niet lukte werd de kei weer onder het zand gestopt. Drie jaar later werd een nieuwe poging gedaan en toen kreeg men het gevaarte met kunst en vliegwerk op een wagen. <ref>''[[Wat ne Kei is dat, 55 jaar carnaval in Liessel, 1955-2010|Wat ne Kei is dat]]'' Helmonds Dagblad 10 november 1978.</ref> | ||
Regel 19: | Regel 18: | ||
Op de [[markt]] in Deurne leunde Jaap jarenlang tegen een boom. | Op de [[markt]] in Deurne leunde Jaap jarenlang tegen een boom. | ||
In de raadsvergadering 7 augustus 1931 | In de raadsvergadering 7 augustus 1931 is de zwerfsteen Jaap van de Leijsing het onderwerp van een verzoek om de steen af te staan voor een monument in Nuenen voor de schilder Vincent van Gogh. | ||
[[Hendrik Josephus Maria Wiegersma (1891-1969)|Hendrik Wiegersma]] –die lid is van het landelijk comité voor de oprichting van het monument- komt met een suggestie om de kosten binnen de perken te houden. Hij wil letterlijk een steentje bijdragen. Hij neemt contact op met [[Johannes Casper van Beek (1877-1951)|burgemeester Van Beek]] omdat hij weet dat er op de Markt in Deurne nog een heel grote oude steen ligt: de Jaap van de Leijsing. Die steen zou goed gebruikt kunnen worden als onderdeel van het monument. | |||
[[Hendrik Josephus Maria Wiegersma (1891-1969)|Hendrik Wiegersma]] | Het agendapunt dat gaat over het afstaan van Jaap van de Leijsing luidt: ''Verzoek van het Comité ter huldiging van den Brabander Vincent van Gogh om den zwerfsteen staande op de markt, alhier, af te staan voor een in de gemeente Nuenen c.a. te plaatsen gedenkteeken.'' Burgemeester Van Beek licht toe dat de heer Wiegersma bij hem is geweest om naar de steen te vragen. De steen zal als voetstuk dienen voor het monument dat zal worden opgericht voor de bekende schilder Vincent van Gogh. Burgemeester en wethouders hebben echter in meerderheid gemeend niet op het verzoek te kunnen ingaan en stellen daarom voor afwijzend te beschikken. | ||
De raadsleden doen uitvoerig hun zegje over dit agendapunt. Sommige raadsleden vinden het een sympathiek idee dat de steen voor het beoogde doel wordt afgestaan. Een tegengeluid is dat het niet past de steen weer af te geven omdat hij als een erfdeel is gekregen en daarom moet worden bewaard. Hierna komt het voorstel om niet op het verzoek van het comité in te gaan, in stemming. Dat voorstel wordt met 10 tegen 5 stemmen aangenomen. <ref> Informatie afkomstig van Ton de Brouwer uit Nuenen, schrijver van het boek ‘Van Gogh en Nuenen’. In de herdruk van 2018 is een hoofdstuk toegevoegd over het gedoe rond de oprichting van een monument voor de schilder Vincent van Gogh. </ref> | |||
Het | |||
De raadsleden | |||
In de nacht van 9 op 10 mei (Hemelvaartsdag) 1956 werd de kei gestolen door leden van de Jonge Middenstanders van Asten. De kei werd op de markt voor het gemeentehuis van Asten geplaatst en op de Markt in Deurne lieten de dieven een grote zak achter, gevuld met kaf.<ref>Een onbekend krantenknipsel van 11 mei 1956, waarbij ook een drietal foto's van de nachtelijke kaping werden geplaatst, een bericht in De Tijd van diezelfde dag en het [[Land- en Tuinbouwblad]] van 29 december 1956.</ref> | In de nacht van 9 op 10 mei (Hemelvaartsdag) 1956 werd de kei gestolen door leden van de Jonge Middenstanders van Asten. De kei werd op de markt voor het gemeentehuis van Asten geplaatst en op de Markt in Deurne lieten de dieven een grote zak achter, gevuld met kaf.<ref>Een onbekend krantenknipsel van 11 mei 1956, waarbij ook een drietal foto's van de nachtelijke kaping werden geplaatst, een bericht in De Tijd van diezelfde dag en het [[Land- en Tuinbouwblad]] van 29 december 1956.</ref> | ||
Regel 31: | Regel 27: | ||
De nacht daarop werd de kei door de jonge Somerense middenstand in Asten weggehaald en naar het marktplein in Someren verplaatst. Al vrij snel keerde het gevaarte weer terug naar Asten. Maar op zaterdagavond 12 mei slaagde een sterke afvaardiging van de jonge Deurnese middenstand, gehuld in waterdichte kleding ter bescherming tegen eventuele Astense brandweerslangen, er in om de steen weer terug naar Deurne te halen. | De nacht daarop werd de kei door de jonge Somerense middenstand in Asten weggehaald en naar het marktplein in Someren verplaatst. Al vrij snel keerde het gevaarte weer terug naar Asten. Maar op zaterdagavond 12 mei slaagde een sterke afvaardiging van de jonge Deurnese middenstand, gehuld in waterdichte kleding ter bescherming tegen eventuele Astense brandweerslangen, er in om de steen weer terug naar Deurne te halen. | ||
Uiteindelijk keerde de kei terug naar Liessel. Op 18 november 1978 kreeg hij een vaste plaats op het [[Marktplein Liessel|marktplein]] in Liessel, net als de [[Buntse Kei]], die ook in Liessel is gevonden | Uiteindelijk keerde de kei terug naar Liessel. Op 18 november 1978 kreeg hij een vaste plaats op het [[Marktplein Liessel|marktplein]] in Liessel, net als de [[Buntse Kei]], die ook in Liessel is gevonden. | ||
[[Carnavalsstichting De Kei]] is bij de oprichting op 19 april 1955 vernoemd naar de kei ''Jaap van de Leijsing''. Die kei moest het symbool worden van Liessels onverzettelijkheid en doorzettingsvermogen. Aanvankelijk was het dus al bij de oprichting van de carnavalsvereniging de bedoeling om deze kei terug te halen naar Liessel. Na de vondst van de Buntse kei in 1957 was de belangstelling voor Jaap (voorlopig) over en werd die tweede kei geadopteerd. | [[Carnavalsstichting De Kei]] is bij de oprichting op 19 april 1955 vernoemd naar de kei ''Jaap van de Leijsing''. Die kei moest het symbool worden van Liessels onverzettelijkheid en doorzettingsvermogen. Aanvankelijk was het dus al bij de oprichting van de carnavalsvereniging de bedoeling om deze kei terug te halen naar Liessel. Na de vondst van de Buntse kei in 1957 was de belangstelling voor Jaap (voorlopig) over en werd die tweede kei geadopteerd. | ||
Sinds 1997 is de kei Jaap van de Leijsing ieder jaar het middelpunt van een carnavalsactiviteit. De Prinsengarde van carnavalsstichting De Kei start op carnavalsmaandag haar ‘[[Rozen Môndig]]’ bij de kei. Later op de middag wordt een speciale onderscheiding uitgereikt aan iemand die lid is van de Prinsengarde en dat ereteken is het ‘[[Jepke]]’ gaan heten. | Sinds 1997 is de kei Jaap van de Leijsing ieder jaar het middelpunt van een carnavalsactiviteit. De Prinsengarde van carnavalsstichting De Kei start op carnavalsmaandag haar ‘[[Rozen Môndig]]’ bij de kei. Later op de middag wordt een speciale onderscheiding uitgereikt aan iemand die lid is van de Prinsengarde en dat ereteken is het ‘[[Jepke]]’ gaan heten. | ||
De geschiedenis van deze kei, ook in relatie tot carnaval, wordt uitvoerig beschreven in het in 2010 geschreven boek [[Wat ne Kei is dat]]. | De geschiedenis van deze kei, ook in relatie tot carnaval, wordt uitvoerig beschreven in het in 2010 geschreven boek [[Wat ne Kei is dat]]. |