Bewerken van Jan Stoffels
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 9: | Regel 9: | ||
In december 1649 werd Stoffels voor het gerecht gedaagd omdat hij bij de bakker en kruidenier Jan Lambert Isbouts een schuld had van bijna 36 gulden. | In december 1649 werd Stoffels voor het gerecht gedaagd omdat hij bij de bakker en kruidenier Jan Lambert Isbouts een schuld had van bijna 36 gulden. | ||
In de armenrekening van maart 1650 tot oktober 1651 komt een post van 17 gulden voor, betaald aan ''Joan Stoffels koster voor 't mud rog geleverd aan schamel kinderen''. Waarschijnlijk gaat het hier om een vaste vergoeding die jaarlijks aan de schoolmeester gegeven werd, waarvoor hij gratis onderwijs moest geven aan kinderen van ouders die geen schoolgeld konden betalen. | |||
In juni 1650 deed hij bij de hoge overheid zijn beklag over zijn situatie in Deurne. Hij kon hier geen geschikte woning vinden. Ook kreeg hij hier inkomsten voor het luiden van de klokken en het begraven van de doden, de zogeheten corporele diensten. Het was daardoor moeilijk voor hem om de kost voor zijn gezin met vijf kinderen te verdienen. Van overheidswege werd het gemeentebestuur opgedragen om hem een goede woning te geven en als schoolmeester en koster voldoende salaris te geven. | In juni 1650 deed hij bij de hoge overheid zijn beklag over zijn situatie in Deurne. Hij kon hier geen geschikte woning vinden. Ook kreeg hij hier inkomsten voor het luiden van de klokken en het begraven van de doden, de zogeheten corporele diensten. Het was daardoor moeilijk voor hem om de kost voor zijn gezin met vijf kinderen te verdienen. Van overheidswege werd het gemeentebestuur opgedragen om hem een goede woning te geven en als schoolmeester en koster voldoende salaris te geven. | ||
Zijn klachten hadden effect. Hij kreeg van Aart van Rest een huurwoning, waarvoor de gemeente een jaarhuur van 20 gulden en een peperkoek van vijf pond betaald. Zijn voorganger meester Laurens de Louw moest zijn verdiensten opgeven voor het bijhouden van het uurwerk, het iedere middag luiden van de klokken, het onderwijs aan arme kinderen en het luiden van de klokken voor de kerkdiensten. Ook mocht hij een akkertje bij de [[Sint-Willibrorduskerk (Deurne)|kerk]] gebruiken of in plaats daarvan jaarlijks vijf gulden ontvangen. Van de kerk kreeg hij jaarlijks elf gulden en van de gemeente vijf gulden.<ref>Uit een aantekening van meester Stoffels blijkt dat deze vijf gulden betaald zouden worden om de ingezetenen het recht te geven goederen in de kerk te laten bewaren. Blijkbaar had het kerkgebouw ook een kluisfunctie. Letterlijk staat er: ''Nota soude dese vijff guldens schijnen gegeven te worden voor het op doen sluijdten ende bewaeren van de naerbueren goederen in de kercke.''</ref> Meester Jan Stoffels ging er mee akkoord dat deze vergoedingen ook voor hem zouden gaan gelden. Er werd nog specifiek vastgelegd wat hem het luiden van de klokken bij een begrafenis opleverde: voor een volwassen overledene werd de grote klok geluid voor vijf of zes stuivers en voor een kind 2 stuivers. | Zijn klachten hadden effect. Hij kreeg van Aart van Rest een huurwoning, waarvoor de gemeente een jaarhuur van 20 gulden en een peperkoek van vijf pond betaald. Zijn voorganger meester Laurens de Louw moest zijn verdiensten opgeven voor het bijhouden van het uurwerk, het iedere middag luiden van de klokken, het onderwijs aan arme kinderen en het luiden van de klokken voor de kerkdiensten. Ook mocht hij een akkertje bij de [[Sint-Willibrorduskerk (Deurne)|kerk]] gebruiken of in plaats daarvan jaarlijks vijf gulden ontvangen. Van de kerk kreeg hij jaarlijks elf gulden en van de gemeente vijf gulden.<ref>Uit een aantekening van meester Stoffels blijkt dat deze vijf gulden betaald zouden worden om de ingezetenen het recht te geven goederen in de kerk te laten bewaren. Blijkbaar had het kerkgebouw ook een kluisfunctie. Letterlijk staat er: ''Nota soude dese vijff guldens schijnen gegeven te worden voor het op doen sluijdten ende bewaeren van de naerbueren goederen in de kercke.''</ref> Meester Jan Stoffels ging er mee akkoord dat deze vergoedingen ook voor hem zouden gaan gelden. Er werd nog specifiek vastgelegd wat hem het luiden van de klokken bij een begrafenis opleverde: voor een volwassen overledene werd de grote klok geluid voor vijf of zes stuivers en voor een kind 2 stuivers. | ||
In 1652 huurde hij met zijn gezin het huis van Anneke, de weduwe van Jacob Gevaerts. | In 1652 huurde hij met zijn gezin het huis van Anneke, de weduwe van Jacob Gevaerts. |