Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Martinetstraat 14-16
Martinetstraat 14-16 is een voormalig adres in Deurne. Het huizenblokje stond precies tegenover de uitmonding van De Wever in de Martinetstraat, op het huidige Martinetplein.
Vroege geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
De vroegste vermelding van dit huis dateert uit het verpondingsregister van 1701, toen (de weduwe van?) Anthonij van Schaijck (circa 1660-1719) eigenaar van dit huis was. Tegelijk is er ook een verkoopakte uit 1705 toen Lieven Antonij Lievens uit Venraij een klein huisje op de Corte Steenweg aan Anthonij van Schaijk verkocht. Hier zien dus wat tegenstrijdige informatie.[1]
In 1736 en 1741 was de weduwe Van Schaijck nog de eigenaresse, en haar zoon Adolphus van Schaijck (1689-1742) bewoonde het pand. In 1746 werd de boedel verdeeld, en toen kreeg Johannes Bokhorst (1710-1768) het pand. Hij liet het bewonen door de weduwe van Wilhelmus de Veth (1682-1741). In 1752 vond een publieke verkoop plaats, waarbij het huis overging aan Hendrik Nooijen. Die bewoonde het pand zelf. Al in 1764 verkocht hij het huis met de hof, voor 135 gulden aan Jan Janse Slaats. Hij en later zijn weduwe bewoonden en bezaten het pand, in 1781 samen met Tomas Fransen, en in 1786 met Elisabet Goijars. In 1788 verwierf Hubertus Janse Slaats het huis voor 220 gulden. Hij verhuurde een deel aan Willem van Lierop, en zijn weduwe later een deel aan Francis Fransen en Adriaan Jan Arnold van de Mortel.[2] De dubbele bewoning suggereert dat er vanaf 1781 sprake was van een dubbele woning.
In 1817 verkocht de weduwe van Slaats het huis voor 128,75 gulden aan Jan Peter van Bussel, een wever uit Helmond. Hij deed het huis in 1819 over aan Pieter Hendrik Munsters, voor 205 gulden. In 1829 woonde de familie Vogels in het pand.[3]
Ontwikkeling na 1832[bewerken | brontekst bewerken]
Tot ver in de negentiende eeuw was het dubbele huizenblok E 55-56 het eerste huis aan die zijde van de Martinetstraat, komend vanaf de Markt, na het pand dat tegenover het geboortehuis van Martinet stond. Daartussen, grofweg over de lengte van het huidige gemeentehuis, lag toen nog agrarisch land. Het huizenblokje, met E 54 (moestuin), E 55 (huis en erf) en E 56 (huis), hoorde rond de invoering van het kadaster in 1832 toe aan Ludovicus van Oijen (1795-1866) c.s.[4] Rond 1898 (dj. 1899) verkochten zijn erfgenamen een stukje land, en rond 1899 (dj. 1900) volgde ook verkoop van de huizen zelf. De nummering was toen inmiddels gewijzigd in E 1797 en E 1798.[5]
Daarna werden de pandjes eigendom van arbeider Wilhelmus van Ooijen (1873-1946), en gebruikt door Johanna Maria van Ooijen en Petronella van Ooijen, arbeidsters te Deurne. Nadat er rond 1929 (dj. 1930) het nodige land bij het huis geruild was, bezaten zij daarna het verenigde perceel E 2242 (2 huizen, tuin) van 740 m2 groot. Na de dood van Willem in 1946 kwamen de pandjes toe aan de gezamenlijke kinderen, bij een boedelscheiding in dj. 1948. Rond 1953 (dj. 1945) werd het huizenblok geveild.[6]
De kinderen Dorus en Theo van Ooijen kregen het huizenblokje in handen. Rond 1955 (dj. 1956) vond er een voorlopige splitsing plaats.[7] De oudste broer, Johannes Theodorus van Ooijen (1903-1985), grondarbeider, verkreeg uiteindelijk een belangrijk deel van het perceel, dat uiteindelijk de kadastrale aanduiding K 323 en het adres Martinetstraat 14-16 kreeg.[8] De rest ging bij de splitsing naar buurman Marinus Joseph van Goch (1903-1975), wat bij het naastgelegen perceel K 324 ter vergroting van het garagebedrijf werd gevoegd. Rond 1958 (dj. 1959) kocht Van Goch tot slot ook het oude huizenblokje Martinetstraat 14-16 van buurman Van Ooijen. Na enige hermetingen werd het kadastraal nummer gewijzigd in K 432, tot ook dit perceel werd ondergebracht in de N.V. van het busbedrijf.[9] Rond 1960 (dj. 1961) werd het huizenblokje vervolgens gesloopt, waarna op die plek een vergrote toerit tot het busbedrijf ontstond.
Bronnen, noten en/of referenties
|