Michiel Slegers (1823-1890)
| Michiel Slegers | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Michiel Slegers | |
| Geboorteplaats | Nuenen | |
| Geboortedatum | 16 februari 1823 | |
| Overl.plaats | Asten | |
| Overl.datum | 30 juni 1890 | |
| Partner(s) | Anna van Heugten (1823-1899) | |
| Beroep(en) | landbouwer | |
Michiel Sle(e)gers (1823-1890) was landbouwer in Liessel en Asten.
Michiel was een zoon van Paulus Sleegers (1788-1857) en Johanna Maria van der Heijden (1789-1856).
Hij huwde op 1 februari 1850 in Asten met Anna van Heugten, (Asten 10 juni 1823 - Deurne 23 december 1899), dochter van Theodorus van Heugten (Asten 1791-1857 Asten) en Johanna van den Eijnde (Asten 1783-1827 Asten).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Johannes Slegers, (Asten 29 december 1850 - Deurne 5 april 1908. Hij huwde met Gertruda van Daal (1855-1902).
- Theodorus Slegers, (Asten 3 juni 1852 - Asten 6 oktober 1885). Hij huwde met Francisca Sak (1843-1920).
- Johanna Sleegers, (Deurne 9 januari 1854). Ze overleed een uur na de geboorte.
- Johannes Sleegers, (Deurne 24 februari 1855).
- Antonius Sleegers, (Deurne 5 april 1856 - Deurne 15 april 1856).
- Johanna Sleegers, (Deurne 3 mei 1857 - Deurne 9 mei 1857),
- Johanna Maria Sleegers, (Deurne 31 oktober 1859 - Someren 25 februari 1928). Zij huwde op 5 juni 1889 in Someren met de landbouwer Mathijs van Lierop (Someren 1844-1915 Someren).
- Antonius Sleegers, (Deurne 19 juni 1862 - Deurne 22 september 1862).
- Poulina Mari (Paulina Maria) Sleegers, (Deurne 4 augustus 1863 - Asten 16 maart 1928). Zij huwde met Lambertus van Rijt (1860-1933).
In Liessel woonde het gezin op adres C.112.
Op 8 mei 1866 verklaarde de veldwachter dat hij had gezien dan Michiel Sleegers op de Leising de bovengrond van een gemeenteweg aan het afgraven was. [1]
Hij verhuisde op 18 april 1868 met zijn gezin van Liessel naar Voordeldonk onder Asten.
In augustus 1872 was hij een der zes eisers in een rechtszaak over de onrechtmatige verkoop van 4.658 garven rogge, gemaaid onder Liessel. Tijdens de rechtszitting verklaarde hij dat hij destijds de rogge, samen met zijn knecht Joseph Strijbosch, had gemaaid.[2]
| Bronnen, noten en/of referenties |