Paulus Maarlandt
Paulus Maarlandt was tenminste vanaf 1743 schutter van Deurne en vanaf 1745 tot zijn dood in 1752 tevens vorster van Vlierden.
De Vlierdense heer Alexander Gijsbert van Tengnagel machtigde op 17 mei 1745 drossaard Peter de Jong om namens hem het contract met Paulus Maarlandt als vorster aan te gaan. Hierin werden ondermeer de volgende bepalingen opgenomen die ons enig inzicht geven omtrent de toenmalige taken van de vorster:
- Hij moest alle overtreders van de wildbaan of andere wetsovertreders arresteren en overdragen aan de officier.
- Hij moest alle wetten en wettelijke maatregelen, zowel van landelijke als plaatselijke overheid, bekendmaken.
- Hij moest zich altijd beschikbaar houden voor de heer van Vlierden zonder daarvoor een extra beloning te ontvangen.
- Hij moet aankondigen waar en wanneer de borgemeesters en collecteurs de belastinggelden gingen innen.
- Hij mocht, volgens oud gebruik, zowel paaseieren als de oogst ophalen die hem door de ingezetenen als vrijwillige bijdrage werden gegeven.
- Hij moest buitendorpse bedelaars weren.
- Hij moest twee keer per week door het hele dorp patrouilleren.
- Hij mocht niet het "recht van afhangen" toepassen, omdat dit recht uitsluitend toekomt aan de secretarie.[1]
- Hij mocht niet bovenmatig veel sterke drank gebruiken. Letterlijk staat er sig niet vergeten in sterke off andere dranken.
Begin februari 1751 werkte hij mee aan een poging van de Beek en Donkse drossaard Gijsbert de Jong om een aantal vagebonden naar diens grondgebied te lokken en te arresteren.
Vóór en tijdens de periode dat hij vorster van Vlierden was, werd hij ook enkele keren genoemd als schutter van Deurne (o.a. in 1743 en 1751). Blijkbaar kon en mocht hij beide functies combineren. Daarnaast was hij ook herbergier in Deurne, blijkens een aanmaning uit 1751 van de Helmondse brouwer Dirk Mathijs Roefs. Paulus Maarlandt overleed kort vóór 4 mei 1752.
Referenties
|