Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Petrus Antonius van Hoek (1916-1989): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 21: | Regel 21: | ||
== Loopbaan == | == Loopbaan == | ||
Op 8 juni 1935 slaagde hij aan de Bijzondere Kweekschool voor Onderwijzers te Venlo voor onderwijzer. Vanwege de crisisjaren kon hij als onderwijzer niet aan de slag en werd hij op 6 januari 1936 op het gemeentehuis in Deurne klerk op de afdeling Werkelozenzorg en controleur voor de steunverlening aan kleine boeren en tuinders. | Op 8 juni 1935 slaagde hij aan de Bijzondere Kweekschool voor Onderwijzers te Venlo voor onderwijzer. Vanwege de crisisjaren kon hij als onderwijzer niet aan de slag en werd hij op 6 januari 1936 op het gemeentehuis in Deurne klerk op de afdeling Werkelozenzorg en controleur voor de steunverlening aan kleine boeren en tuinders. | ||
<br>Hij ging in militaire dienst van 2 oktober 1936 tot 9 maart 1937 bij het 2e regiment Infanterie. | <br>Hij ging in militaire dienst van 2 oktober 1936 tot 9 maart 1937 bij het 2e regiment Infanterie. | ||
Al snel zat hij daar bij het muziekcorps met de piccolo. | Al snel zat hij daar bij het muziekcorps met de piccolo. | ||
<br>Op 28 augustus 1939 werd hij gemobiliseerd. Na het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]] ging hij op 8 juni 1940 met groot verlof. | <br>Op 28 augustus 1939 werd hij gemobiliseerd. Na het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]] ging hij op 8 juni 1940 met groot verlof. | ||
<br>Op 20 juli 1942 behaalde hij zijn diploma voor hoofdonderwijzer. Op 1 januari 1943 kon hij als onderwijzer aan de slag aan de [[R.K. Jongensschool Liessel|R.K. Jongensschool]] te [[Liessel]] tot 31 december 1944. Van 1 januari 1945 tot 15 | <br>Op 20 juli 1942 behaalde hij zijn diploma voor hoofdonderwijzer. Op 1 januari 1943 kon hij als onderwijzer aan de slag aan de [[R.K. Jongensschool Liessel|R.K. Jongensschool]] te [[Liessel]] tot 31 december 1944. Van 1 januari 1945 tot 15 januari 1950 was hij onderwijzer aan de R.K. Lagere School [[Roesbeek]] aan de [[Langstraat]] en vervolgens tot 15 mei 1952 aan de nieuwe [[Gerardusschool]] in [[Walsberg]] . | ||
<br>Op 3 augustus 1948 behaalde hij in Wageningen de Akte Land- en Tuinbouwkunde en gaf daarin verschillende cursussen (Roesbeek, [[Zeilberg]] en [[Helenaveen]]). | <br>Op 3 augustus 1948 behaalde hij in Wageningen de Akte Land- en Tuinbouwkunde en gaf daarin verschillende cursussen (Roesbeek, [[Zeilberg]] en [[Helenaveen]]). | ||
<br>Op 15 mei 1952 werd hij door de Vereniging voor Landbouwonderwijs in Roermond aangesteld tot hoofd van de Lagere Tuinbouwschool te Meterik, later te Horst. Zoetjesaan zag hij dit soort onderwijs verlopen en ging daarom in Utrecht biologie studeren. | <br>Op 15 mei 1952 werd hij door de Vereniging voor Landbouwonderwijs in Roermond aangesteld tot hoofd van de Lagere Tuinbouwschool te Meterik, later te Horst. Zoetjesaan zag hij dit soort onderwijs verlopen en ging daarom in Utrecht biologie studeren. |
Versie van 13 jul 2015 18:25
Petrus (Piet) Antonius van Hoek (1916-1989) was een biologieleraar en getalenteerd beeldend kunstenaar en dichter.
Afkomst
Hij was de jongste uit een gezin van zeven kinderen, waarvan er twee jong overleden, van Antonius van Hoek (1870-1962) en zijn eerste vrouw Johanna Maria van den Berkmortel (1877-1918). Hij huwde met Maria Paulina Martina Manders, (Deurne 7 december 1922 - Deurne 21 januari 2009), dochter van Leonardus Manders (1887-1959) en Hendrica Seijkens (1891-1940).
Loopbaan
Op 8 juni 1935 slaagde hij aan de Bijzondere Kweekschool voor Onderwijzers te Venlo voor onderwijzer. Vanwege de crisisjaren kon hij als onderwijzer niet aan de slag en werd hij op 6 januari 1936 op het gemeentehuis in Deurne klerk op de afdeling Werkelozenzorg en controleur voor de steunverlening aan kleine boeren en tuinders.
Hij ging in militaire dienst van 2 oktober 1936 tot 9 maart 1937 bij het 2e regiment Infanterie.
Al snel zat hij daar bij het muziekcorps met de piccolo.
Op 28 augustus 1939 werd hij gemobiliseerd. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging hij op 8 juni 1940 met groot verlof.
Op 20 juli 1942 behaalde hij zijn diploma voor hoofdonderwijzer. Op 1 januari 1943 kon hij als onderwijzer aan de slag aan de R.K. Jongensschool te Liessel tot 31 december 1944. Van 1 januari 1945 tot 15 januari 1950 was hij onderwijzer aan de R.K. Lagere School Roesbeek aan de Langstraat en vervolgens tot 15 mei 1952 aan de nieuwe Gerardusschool in Walsberg .
Op 3 augustus 1948 behaalde hij in Wageningen de Akte Land- en Tuinbouwkunde en gaf daarin verschillende cursussen (Roesbeek, Zeilberg en Helenaveen).
Op 15 mei 1952 werd hij door de Vereniging voor Landbouwonderwijs in Roermond aangesteld tot hoofd van de Lagere Tuinbouwschool te Meterik, later te Horst. Zoetjesaan zag hij dit soort onderwijs verlopen en ging daarom in Utrecht biologie studeren.
Op 1 september 1958 werd hij aangesteld als leraar aan de Middelbare Landbouwschool in Horst. Verder gaf hij les aan o.a. de Middelbare Tuinbouwschool in Venlo, de Middelbare Landbouwschool in Roermond, de Groenteteeltvakschool in Venlo en aan de Landbouwhuishoudschool in Horst.
Op 2 oktober 1961 behaalde hij aan de Rijksuniversiteit Utrecht MO Biologie.
Van 1 september 1962 tot 1 november 1979 gaf hij biologieles aan het gymnasium van het Missiehuis St.Willibrord in Deurne. Van 1 september 1963 tot 1 augustus 1970 gaf hij biologieles aan de kweekschool "Cor Jesu" in Eindhoven.
Op 17 januari 1966 behaalde hij het Doctoraal Biologie aan de Rijksuniversiteit in Utrecht: hij werd drs. P.A.van Hoek.
Van 1 augustus 1970 tot 1 november 1979 was hij verbonden als leraar Biologie aan het Rijksatheneum in Helmond.
Hij nam dan ontslag om gebruik te maken van de VUT-maatregel en zei op 63-jarige leeftijd toch het onderwijs nog niet vaarwel. Op uitnodiging van Meulenhoff schreef hij met nog twee collega's 2 boeken voor het VW0: Biosystemen I en II.
Houtsnijwerk
Toen hij in de oorlogstijd zat ondergedoken kreeg hij een stok in handen uit een palmheg (buxus), die in een strenge winter kapotgevroren was. Zijn broer zei tegen hem: "Daar moet je een wandelstok uit snijden." De stok kreeg een salamander als knop en zo voltooide hij in 1944 zijn eerste werkstuk. Hij kreeg de smaak ervan te pakken en er volgden meer beeldjes. Vaak schampte hij tijdens het snijden uit en sneed dan flink in zijn vingers: "Elk werkstuk heeft bloed gekost!" zei hij altijd. Het liefst sneed hij in palmhout, dat hij uit oude heggen sneed en jarenlang goed liet drogen.
Circus 't Hoefke
Toen na het einde van de Tweede Wereldoorlog hier een grote behoefte was aan ontspanning en ontspanningslokalen, stichtte Hub van Doorne een eigen circus: 't Hoefke. Snel vond hij dicht bij huis een liefdadig doel:
De Deurnese Harmonie en de Gymnastiekvereniging leden aan een ernstig geldgebrek, een fancyfair vond men afgezaagd en ontoereikend. Het plan van meneer Hub vond dan ook allerwege geestdriftige instemming. De dorpsmassa kwam in beweging, maar het moest geheel door eigen mensen worden verzorgd en het mocht geen half werk zijn!
Allerlei talenten kwamen tot ontplooiing, met noeste ijver werd geoefend en zo werd het hooggeëerd publiek een heel programma voorgeschoteld. Uit de Harmonie werd onder leiding van de muzikale onderwijzer Piet van Hoek een circusorkestje gevormd, dat in de oude manege van meneer Van Doorne hard oefende om hun muziek gelijkop te laten gaan met de gangen van de paarden, die daarbij telkens van tempo veranderden. Dat kostte menige natte rug, voordat het liep zoals het moest lopen.
Dichter
Ook als dichter was Piet van Hoek getalenteerd. Zijn gedichten hebben dikwijls een luchtige of komische toon. Onderstaand een van zijn gedichten.
- AAN MIJN MOEDER
Wel was mijn erfdeel schamel, moeder.
Misschien hebt gij door 't bidden heen mijn schreien nog gehoord.
Maar door het vreemde flikkeren van het kaarslicht
Was 't weten al wellicht verstoord.
In mijn herinnering is geen warmte van een vrouwenarm
En niet de zoete warme geur van lange haren.
Er zijn geen lieve moederogen, Glanzend voor het slapen gaan,
Geen weke druk meer van je kus om te bewaren.
Toch hebt gij mij iets meegegeven.
De grootste schatten die gij voor mij had:
Verbazing en verwondering voor 't leven.
Het blijde zeker weten dat
Wij eens elkaar zullen ontmoeten
In de liefde van de Heer,
Waar gij uw kleinste kindje zult begroeten.
Dat is genoeg; 'k verlang niet meer.
- 3 februari 1984
- AAN MIJN MOEDER
Muziek
Behalve als dirigent van het circusorkest was Piet van Hoek ook jaren dirigent van het Vrijetijdsorkest VTO. Ook maakte hij zelf fluiten met gebruikmaking van allerlei materialen. Ook het mondstuk van de hoorn die hij bij de harmonie bespeelde had hij zelf gesneden.
Politiek
Piet van Hoek was ook twaalf jaar lang lid van de gemeenteraad van de gemeente Deurne
Tentoonstelling
Van mei tot augustus 1990 werd Piet van Hoek door heemkundekring H.N. Ouwerling geëerd met een tentoonstelling in het heemhuis, waar veel van zijn kunstwerken te bewonderen waren.
Onderscheiding
- In 1974 ontving Piet van Hoek een Gemeentelijke Onderscheiding bestaande uit de Erepenning in goud
Literatuur
- Hans van Hoek - Piet van Hoek 1990