U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Coöperatieve zuivelfabriek De Nijverheid Vlierden: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Boterfabriek De Nijverheid''' te [[Vlierden]] werd op 29 november 1893 opgericht.
{|style="float:right;" class="wikitable"
|{{
#display_map:circles=
51.4445, 5.7527:20~ ~ ~blue~0.7~10~blue;
|zoom=16
|height=400
|width=400
}}
|}
De '''coöperatieve zuivelfabriek (boterfabriek) De Nijverheid''' van [[Vlierden]] werd op 29 november 1893 opgericht.


Vóór die tijd "boterden" de Vlierdense boeren zelf en brachten hun producten, voor zover ze die niet zelf consumeerden, in Helmond naar de markt of verhandelden ze bij opkopers. Vanaf 1790 kenden Asten en Someren een wekelijkse botermarkt en vanaf 1804 had ook [[Deurne]] een eigen [[botermarkt en waag]]. De oprichting van de Vlierdense boterfabriek was nodig om stabielere afzetmogelijkheden te creëren en om de kwaliteit van de boter te verhogen.
 
Vóór die tijd "boterden" de Vlierdense boeren zelf en brachten hun producten, voor zover ze die niet zelf consumeerden, in Helmond naar de markt of verhandelden ze bij opkopers. Vanaf 1790 kenden Asten en Someren een wekelijkse botermarkt en vanaf 1804 had ook Deurne een eigen [[botermarkt en waag]]. De oprichting van de Vlierdense boterfabriek was nodig om stabielere afzetmogelijkheden te creëren en om de kwaliteit van de boter te verhogen.


De Vlierdense boterfabriek werd gebouwd op een stukje gemeentegrond op de plaats waar de [[Belgerenseweg]] zich afsplitst van de [[Brouwhuisweg]]. Deze fabriek werd aanvankelijk met handkracht draaiende gehouden. Het is niet bekend of daartoe destijds in Vlierden, zoals op veel andere plaatsen gebruikelijk was, een zogenaamde ''boterhond''  werd gebruikt. Aan de [[gemeente Vlierden]] hoefde de boterfabriek tot 1904 geen grondbelasting te betalen voor de grond  waarop deze stond.
De Vlierdense boterfabriek werd gebouwd op een stukje gemeentegrond op de plaats waar de [[Belgerenseweg]] zich afsplitst van de [[Brouwhuisweg]]. Deze fabriek werd aanvankelijk met handkracht draaiende gehouden. Het is niet bekend of daartoe destijds in Vlierden, zoals op veel andere plaatsen gebruikelijk was, een zogenaamde ''boterhond''  werd gebruikt. Aan de [[gemeente Vlierden]] hoefde de boterfabriek tot 1904 geen grondbelasting te betalen voor de grond  waarop deze stond.
Regel 7: Regel 17:
Het bestuur stond aanvankelijk onder voorzitterschap van [[Martinus Biemans (1843-1915)|Martinus Biemans]] en vanaf september 1915 van [[Hendrikus Kemps (1853-1928)|Driek Kemps]]. Secretaris was [[Peter Welten (1860-1939)|Piet Welten]] en de dagelijkse leiding in de fabriek was in handen van [[Willem Kemps (1878-1945)|Willem Kemps]]. Enkele werknemers van de beginperiode waren [[Antonius van Calis (1852-1929)|Toon van Calis]], [[Albertus van de Leensel (1865-1933)|Bertje van de Leensel]] en [[Johannes van Tilburg (1884-1945)|Jan van Tilburg]].
Het bestuur stond aanvankelijk onder voorzitterschap van [[Martinus Biemans (1843-1915)|Martinus Biemans]] en vanaf september 1915 van [[Hendrikus Kemps (1853-1928)|Driek Kemps]]. Secretaris was [[Peter Welten (1860-1939)|Piet Welten]] en de dagelijkse leiding in de fabriek was in handen van [[Willem Kemps (1878-1945)|Willem Kemps]]. Enkele werknemers van de beginperiode waren [[Antonius van Calis (1852-1929)|Toon van Calis]], [[Albertus van de Leensel (1865-1933)|Bertje van de Leensel]] en [[Johannes van Tilburg (1884-1945)|Jan van Tilburg]].


In 1916 werd de fabriek, na voorafgaande bezoeken aan de fabrieken in Milheeze, Melick, Boerdonk en [[Zuivelfabriek Sint Isidorus|Sint Isidorus in Deurne]] en na ingewonnen advies van de districtsveearts, omgevormd tot een zogenaamde stoomzuivelfabriek. Daarmee werd ook voldaan aan de steeds strengere hygiënische eisen. Er kwam een motor van 6 PK en het gebouw werd, inclusief inventaris, verzekerd voor 8000 gulden.
Op 13 maart 1915 werd de coöperatieve zuivelfabriek Nijverheid in Vlierden formeel opgericht bij notariële akte door [[Eugenius Johannes Josephus Maria de Leeuw (1869-1935)|notaris De Leeuw]]. De oprichter waren de Vlierdense landbouwers [[Martinus Biemans (1843-1915)|Martinus Biemans]], [[Hendrikus Kemps (1853-1928)|Hendrikus Kemps]], [[Hendrikus Jacobs (1849-1919)|Hendrikus Jacobs Arnolduszoon]], [[Johannes Wilhelmus Maas (1865-1916)|Wilhelmus Maas]] en [[Martinus Franciscus Kijzers (1874-1930)|Martinus Keijzers]].
 
In 1916 werd de fabriek, na voorafgaande bezoeken aan de fabrieken in Milheeze, Melick, Boerdonk en [[Zuivelfabriek Sint Isidorus|Sint Isidorus in Deurne]] en na ingewonnen advies van de districtsveearts, omgevormd tot een zogenaamde stoomzuivelfabriek. Daarmee werd ook voldaan aan de steeds strengere hygiënische eisen. Er kwam een motor van 6 PK en de machinekamer werd bouwtechnisch aangepast door aannemer [[Antonius van Otterdijk 1884-1969)|Antoon van Otterdijk]], volgens ''de ijssens der dijts'', waarna het geheel inclusief de inventaris werd verzekerd voor 8000 gulden.<ref>RHCe toegang 13130 Gemeentearchief Vlierden inv.nr. 348.</ref>


Aan het einde van de [[Eerste Wereldoorlog]] werd de brandstofschaarste zo nijpend dat de fabriek draaiend gehouden moest worden met uitgegraven puisten van dennenbomen.
Aan het einde van de [[Eerste Wereldoorlog]] werd de brandstofschaarste zo nijpend dat de fabriek draaiend gehouden moest worden met uitgegraven puisten van dennenbomen.


In 1921 kreeg de fabriek een nieuwe schoorsteen en werd er een nieuwe diepgeslagen waterput in gebruik genomen. Dat laatste kwam bij de Vlierdenaren goed uit want in dat jaar was er net een heel droge zomer en vielen veel putten droog. De lege melkkruiken konden met schoon water worden gevuld en de Vlierdenaren kregen het gratis thuisbezorgd.
In 1921 kreeg de fabriek een nieuwe schoorsteen en werd er een nieuwe diep geslagen waterput in gebruik genomen. Dat laatste kwam bij de Vlierdenaren goed uit want in dat jaar was er net een heel droge zomer en vielen veel putten droog. De lege melkkruiken konden met schoon water worden gevuld en de Vlierdenaren kregen het gratis thuisbezorgd.


Op oudejaarsavond 1918 werd er in het boterfabriek ingebroken en behalve 12 kilo boter werd er ook nog 9 gulden aan contant geld buitgemaakt. Diezelfde nacht werd ook in het [[Raadhuis Vlierden (1902)|raadhuis van Vlierden]] ingebroken maar daar werd niets vermist.
Op oudejaarsavond 1918 werd er in het boterfabriek ingebroken en behalve 12 kilo boter werd er ook nog 9 gulden aan contant geld buitgemaakt. Diezelfde nacht werd ook in het [[Raadhuis Vlierden (1902)|raadhuis van Vlierden]] ingebroken maar daar werd niets vermist.


==Externe link==
De zuivelfabriek werd op 7 juni 1928 opgeheven en door notaris De Leeuw publiekelijk verkocht.<ref>Delpher, advertentie in  ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMRHCE01:000043828:mpeg21:p004 De Zuid-Willemsvaart van 24 september 1928]''.</ref>
*De zuivelfabriek werd op 7 juni 1928 opgeheven en [http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=boterfabriek+De+Nijverheid+&facets%5Bperiode%5D%5B%5D=2%7C20e_eeuw%7C1920-1929%7C1928%7C&page=1&coll=ddd&identifier=MMRHCE01%3A000043828%3Ampeg21%3Aa0039&resultsidentifier=MMRHCE01%3A000043828%3Ampeg21%3Aa0039 door notaris De Leeuw publiekelijk verkocht].
 
Bij de bevrijding in september 1944 werd de grote kelder van de voormalige melkfabriek gebruikt als schuilplaats voor meerdere Vlierdense gezinnen.
 
{{appendix}}
[[categorie:zuivelfabriek]]
[[categorie:zuivelfabriek]]

Huidige versie van 5 apr 2024 om 10:59

Bezig met het laden van de kaart...

De coöperatieve zuivelfabriek (boterfabriek) De Nijverheid van Vlierden werd op 29 november 1893 opgericht.


Vóór die tijd "boterden" de Vlierdense boeren zelf en brachten hun producten, voor zover ze die niet zelf consumeerden, in Helmond naar de markt of verhandelden ze bij opkopers. Vanaf 1790 kenden Asten en Someren een wekelijkse botermarkt en vanaf 1804 had ook Deurne een eigen botermarkt en waag. De oprichting van de Vlierdense boterfabriek was nodig om stabielere afzetmogelijkheden te creëren en om de kwaliteit van de boter te verhogen.

De Vlierdense boterfabriek werd gebouwd op een stukje gemeentegrond op de plaats waar de Belgerenseweg zich afsplitst van de Brouwhuisweg. Deze fabriek werd aanvankelijk met handkracht draaiende gehouden. Het is niet bekend of daartoe destijds in Vlierden, zoals op veel andere plaatsen gebruikelijk was, een zogenaamde boterhond werd gebruikt. Aan de gemeente Vlierden hoefde de boterfabriek tot 1904 geen grondbelasting te betalen voor de grond waarop deze stond.

Het bestuur stond aanvankelijk onder voorzitterschap van Martinus Biemans en vanaf september 1915 van Driek Kemps. Secretaris was Piet Welten en de dagelijkse leiding in de fabriek was in handen van Willem Kemps. Enkele werknemers van de beginperiode waren Toon van Calis, Bertje van de Leensel en Jan van Tilburg.

Op 13 maart 1915 werd de coöperatieve zuivelfabriek Nijverheid in Vlierden formeel opgericht bij notariële akte door notaris De Leeuw. De oprichter waren de Vlierdense landbouwers Martinus Biemans, Hendrikus Kemps, Hendrikus Jacobs Arnolduszoon, Wilhelmus Maas en Martinus Keijzers.

In 1916 werd de fabriek, na voorafgaande bezoeken aan de fabrieken in Milheeze, Melick, Boerdonk en Sint Isidorus in Deurne en na ingewonnen advies van de districtsveearts, omgevormd tot een zogenaamde stoomzuivelfabriek. Daarmee werd ook voldaan aan de steeds strengere hygiënische eisen. Er kwam een motor van 6 PK en de machinekamer werd bouwtechnisch aangepast door aannemer Antoon van Otterdijk, volgens de ijssens der dijts, waarna het geheel inclusief de inventaris werd verzekerd voor 8000 gulden.[1]

Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd de brandstofschaarste zo nijpend dat de fabriek draaiend gehouden moest worden met uitgegraven puisten van dennenbomen.

In 1921 kreeg de fabriek een nieuwe schoorsteen en werd er een nieuwe diep geslagen waterput in gebruik genomen. Dat laatste kwam bij de Vlierdenaren goed uit want in dat jaar was er net een heel droge zomer en vielen veel putten droog. De lege melkkruiken konden met schoon water worden gevuld en de Vlierdenaren kregen het gratis thuisbezorgd.

Op oudejaarsavond 1918 werd er in het boterfabriek ingebroken en behalve 12 kilo boter werd er ook nog 9 gulden aan contant geld buitgemaakt. Diezelfde nacht werd ook in het raadhuis van Vlierden ingebroken maar daar werd niets vermist.

De zuivelfabriek werd op 7 juni 1928 opgeheven en door notaris De Leeuw publiekelijk verkocht.[2]

Bij de bevrijding in september 1944 werd de grote kelder van de voormalige melkfabriek gebruikt als schuilplaats voor meerdere Vlierdense gezinnen.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. RHCe toegang 13130 Gemeentearchief Vlierden inv.nr. 348.
  2. Delpher, advertentie in De Zuid-Willemsvaart van 24 september 1928.