U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Hertsberg

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Boerderij de Hertsberg werd vroeger bewoond door de familie Smits-van Tilburg en later door de familie Kusters.

De Hertsberg was oorspronkelijk de naam van een boerderij in Vlierden. De naam ging later over op het gehucht en werd ook nog enige tijd gebruikt voor een inmiddels verdwenen verbindingsweggetje ten westen van het gehucht tussen de Waterstraat en de Brouwhuisweg.

Mogelijke naamsverklaringen[bewerken | brontekst bewerken]

De Hertsberg ontleent zijn naam waarschijnlijk aan de hoge ligging ten opzichte van de directe omgeving, aangeduid met het naamkundig element berg, waarmee de latere gehuchtakker bedoeld kan zijn, bekend onder de benaming Hertsbergsenakker. Het eerste bestanddeel van de naam zou kunnen duiden op de diernaam; dan zou de Hertsberg een hoger gelegen gebied kunnen zijn waar opvallend veel herten voorkwamen. Zo zou het landschapsbeeld eruit gezien kunnen hebben zoals de eerste ontginners het aantroffen. Een tweede betekenis die in dit verband mogelijk relevant is, is een afleiding van het germaanse woord haritha dit is een benaming voor heuvelig en met bos bedekt gebied. In wezen zou dan de toevoeging berg ten dele een versterking van het eerste begrip betekenen.
Ook kan men denken aan hert zoals dat voorkomt in het woord hertgang of heerdgang waarmee een schaapsherder (heerde) werd aangeduid. Een hertgang was dan een gemeenschap waar de schapenweiderij gemeenschappelijk geregeld was. Dat levert evenwel een landschappelijk weinig zinvolle verklaring op.

Chronologie[bewerken | brontekst bewerken]

De oudste vermelding van de Hertsberg in een akte uit 1417 wordt in de 15de eeuw nog door diverse andere vermeldingen gevolgd, maar ze geven allen weinig informatie. Henric Art Mersmanssoen was de eerste traceerbare bewoner van de Hertsberg. Tegenover de oude hoeve lag een grote akker, die in de vóórkadastrale periode de Marsman genoemd werd. Deze benaming is in verband te brengen met de vader van genoemde Hendrik, namelijk Aart de Marsman. Het is de vraag of de akker zijn naam ontleende aan de eigenaar, die dan mogelijk tevens koopman of marskramer geweest zou zijn, of dat er een relatie is met een mogelijke vroegere waterloop, destijds dikwijls aangeduid met het suffix -man.
Over de gebouwen op de Hertsberg wordt in de vroege periode nauwelijks gerept. Veelal gaat het om verkochte erfelijke renten met uiteenlopende bedragen, waarbij de omschrijvingen zeer summier zijn zoals :

  • uit een kamp land en heiveld aen ghenen Hertzbergh (1417)
  • enen stuc erfs in Herdtsberch (1437)
  • uit een halve hoeve geheten den hertsberch (1440)
  • uter halver huysingen ende uter halven camp geheiten ten Hertsberch (1442)
  • ex horreo (= schuur) dicto die Heytsberge (1467)
  • ex domo et campo (huis en land) den Hertsberch (1495).

De (ex-)bewoners hanteerden al vrij snel van den Hertsberg als familienaam. Zo zijn uit de 15de eeuw bekend :

  • Henric Arts Mersmanssoen van den Hertsberch
  • Jan van Hertsberg
  • Hein van Hertsberg
  • Henric van Hertsberch, zoon van Gherit van der Rennen
  • Lijsbeth, dochter van Willem van den Hertsberch, vrouw van Willem zoon van Jan van den Zande
  • Lijsbeth van den Hertsberch, dochter van Henrick van den Nuwenhuys
  • Jan Willemssoen van den Hertsberch
  • Henrick van den Hertsberch zoon van Aert Mersmans

In 1610 verkochten de erfgenamen van Aelbert Aben aan Art Peters

zeecker goet ende erffenisse genoempt den Herdtsbergh te weeten huys hoff met den aengelegen effenisse deen den anderen annex gelegen aldair in sijn behoirlycken reengenoten met noch zeeckere koeweijen ende beesteweijen met noch een kempken gelegen aende voorschreven koeweijen met noch zeeckere hoijvelt ofte hoijwas als Art Slaets in hueringe heeft gehad.

Op de hoeve rustten toen nogal wat lasten, waaronder:

  • diverse grondcijnsen aan verschillende grondheren
  • 1 mud rogge aan de kerk van Helmond
  • 1 mud rogge aan een altaar in de kerk van Bakel

Bij die verkoop werd echter protest aangetekend door een zekere Jan Loijen Meijssen, gehuwd met Cristina Simon Geverts. Hij beweert voorrang te hebben op Art Peters, omdat hij nader van den bloede was, dat wil zeggen nauwer verwant was aan de verkopende partij dan de koper, waardoor hij destijds rechts doen gelden.

Bij een erfdeling uit 1638 tussen de erfgenamen van Thomas van den Berge ontving Catharina van den Berge seeckere erffenisse genaempt den Hertsberch, dat toen bewoond werd door Willem Hendrickx.

In 1742 kwam deurwaarder Michiel van Schayk langs op de Hertsberg in opdracht van de collecteur der verponding Jacob Losecaat. De huiseigenaar van dat moment, Hendrik Eijsbouts, was dusdanig in gebreke gebleven met de betaling van zijn lasten, dat al zijn goederen op 17 maart van dat jaar publiek werden verkocht. Claes Welten werd de nieuwe eigenaar van het goed gemeenelijk genaamd den Hertsberg, ter grootte van 30 lopensen (ongeveer 5 hectare).

In 1776 was de Hertsberg eigendom van Jan Aart Roijackers. Hij verpachtte die hoeve. Uit de huurovereenkomst blijkt dat er toen sprake was van zowel een oud huis als een nieuw huis. Laurens Roijackers huurde het oude huis met de tuin en de halve schuur naast de Beersdonk en de helft van de schop naast het oud huis, dat toen nog werd bewoond door Gerrit Claes Welten. De pachter Pieter Adriaan Welten kreeg in pacht het nieuw huys met den hoff en de halve schuur oostwaarts met den halven brandschop naast het nieuw huys dat tot dan bewoond werd door Jan Tijssen van Leensel.

In de notariële stukken over de 19de eeuw treffen we nogal wat akten aan over de Hertsberg. Bij een erfdeling onder de erfgenamen van Francis Jacobs kreeg Antonie Jacobs huis, schuur en erf met een aantal landerijen toebedeeld.

Bij een boedelscheiding in 1870 onder de kinderen van wijlen Johannes van Tilburg en Catharina Smulders kwam het huis in handen van de gebroeders Johannes en Martinus. De totale waarde van hoeve en landerijen bedroeg toen 4200 gulden.