Mijnhout
Mijnhout | ||
Bosperceel bestaande uit alleen maar grove den. De regelmatige verdeling van de bomen verraadt een kunstmatige aanplant van de houtopstand. Het bosperceel is in eigendom van gemeente Deurne. | ||
Landschapskwaliteit | ||
typering | Monotone houtopstand van Grove Den | |
fietsroutenetwerk | Ter hoogte van knooppunt 47 |
In de jaren twintig-dertig van de 20e eeuw werden in de gemeente Deurne veel houtopstanden aangelegd voor de productie van Mijnhout ten behoeve van de mijnbouw en Steenkoolwinning.
Mijnhout of stuthout werd vroeger in grote hoeveelheden gebruikt om gangen te stutten in steenkoolmijnen. Het betrof op maat gezaagd rondhout dat meestal afkomstig was van de grove den. Dennenhout was gunstig omdat het, lang voordat het bezweek, begon te kraken zodat de mijnwerkers tijdig konden vluchten.
Grote oppervlakten naaldhout werden in de bloeitijd van de ondergrondse steenkoolmijnbouw aangeplant om dit hout te leveren. De voedselarme heide- en stuifzandgebieden waren zeer geschikt voor de aanplant van jonge dennen. Voorbeelden van zulke gebieden zijn het Zandbos en de omgeving ten zuiden van de kern Vlierden in de Liesselse bossen waar massale houtproductie plaatsvond.
In de jaren '20 van de vorige eeuw was ook de pas ontgonnen Peel in Zeilberg zeer geschikt voor houtproductie. Het gebied tussen de huidige Bosweg en de Bosrandweg werd toen massaal beplant met jonge den. Dit gebied werd echter al tijdens de oorlog gekapt en geschikt gemaakt voor weiland en akkerbouw.
Tot de jaren '70 van de vorige eeuw hadden dergelijke houtopstanden een economische functie als productiebos voor mijnhout. Later werd ingezet op meer ecologische variatie van de toen nog bestaande bossen en kreeg het loofhout meer kans. Uit historisch oogpunt is het echter van belang dat deze vroegere mijnhoutbossen op sommige plaatsen in stand gehouden worden. Dankzij de mijnbouw is dit boslandschap immers op deze plek ontstaan.
Vanaf het station Deurne gingen vroeger vele wagonladingen hout naar de Limburgse mijnen. De Deurnenaar Toon Fransen hield zich succesvol bezig met de handel in mijnhout. Nog steeds heeft een van zijn kleinkinderen in Deurne een houthandel.
Geografisch[bewerken | brontekst bewerken]
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
D.H.M. Renders-de Wit, basisdocument “Kenmerkende Deurnese Landschapskwaliteiten”, oktober 2011