U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Joannes Coenrardus Haldermans (1884-1961)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Joannes Coenrardus Haldermans
Joannes C. Haldermans.jpg
Foto: collectie van de Vrande
Persoonsinformatie
Volledige naam Joannes Coenrardus Haldermans
Roepnaam Jean, Sjang
Geboorteplaats Linne (L)
Geboortedatum 19 mei 1884
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 29 maart 1961
Partner(s) Petronella Hendriks (1879-1944)
Beroep(en) ijzergieter, bottelaar, caféhouder
Bidprentje NBA man
NBA vrouw
Huwelijk van Joannes Coenrardus Haldermans en Petronella Hendriks op 4 oktober 1909.
Foto: collectie Cis Goossens-de Vet
Dochters van Sjang en Petronella,
vlnr.: Riek, Cisca en Nettie.
Foto: collectie Cis Goossens-de Vet
collectie briefhoofden heemkundekring
collectie briefhoofden heemkundekring

Joannes Coenrardus (Sjang) Haldermans (1884-1961) was de uitbater van Café Haldermans in de Stationsstraat in Deurne.


Sjang was een zoon uit het gezin van Joannes Hubertus Haldermans (Linne 1842-1928 Linne) en Antonetta Petronella van der Zanden (Well 1851-1888 Linne).

Hij huwde op 4 oktober 1909 in Deurne met Petronella (Nella) Hendriks, (Deurne 10 november 1879 - Deurne 17 december 1944), dochter van Johannes Jacobus Hendriks (1852-1924) en zijn eerste vrouw Henrica Goossens (1850-1885). Toen hij als dienstplichtig huzaar in Den Bosch verbleef, maakte hij daar in de buurt van de Sint-Jan kennis met Nella.

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen in Kempen in Duitsland geboren:

  1. Antoinette Henrike Franziska (Nettie), (Kempen (D) 14 oktober 1910 - Deurne 7 april 1997). Zij huwde met Henricus Wilhelmus van de Mortel (1909-1983).
  2. Jacobina Anna Henrika (Riek), (Kempen (D) 26 oktober 1911 - Deurne 13 oktober 1980). Zij huwde met Wilhelmus Josephus Marinus Geerts (1911-1975).
  3. Franziska Arnoldina (Cisca), (Kempen (D) 7 februari 1914 - Eindhoven 25 juli 1997). Zij huwde met Franciscus Cornelis Coppus (1911-2000).

Café en bottelarij[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn diensttijd en in de eerste huwelijksjaren werkte Jean in Kempen in een gieterij van de firma Arnold. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog besloot hij met zijn jonge gezin naar het veiliger Deurne te vertrekken. Het gezin kwam op 28 juni 1916 in Deurne aan. Aanvankelijk kreeg hij werk in Helmond. Als snel kreeg hij als zetbaas werk in het café Van Griensven aan de Markt 4.

Op 24 februari 1917 gaf hij bij het gemeentebestuur te kennen dat hij een vergunning wilde hebben voor de verkoop van sterke drank in het klein op het adres B.4 (Stationsstraat 8), maar er waren op dat moment geen vergunningen beschikbaar. In mei 1925 werd hem door de gemeente meegedeeld dat er een vergunning vrijkwam en hij gaf te kennen die nog steeds te willen hebben. Hij begon een café in het pand sectie F 1631 op het huidige adres Stationsstraat 4am dat eigendom was van August) Peerbooms. Naast het café had hij ook een bottelarij en het agentschap van de Wertha-bierbrouwerij.

Vanaf 11 mei 1934 gold de drankvergunning voor sectie D 1946 in het pand met het adres E.112 aan de Markt 11. De bedrijfsruimte had een oppervlak van 88 m².

Vanaf 16 december 1938 gold de vergunning voor het adres B.6, kadastraal sectie U 1990, aan de Stationsstraat 12.

Sedert 23 oktober 1947 had hij naast zijn café, op het adres B.6a (later Stationsstraat 14) ook een slijterij op de hoek van het Postpaadje en de Stationsstraat. Achter de zaak had hij ook een limonade-bottelarij.

Na zijn dood werd de slijterij overgenomen door zijn dochter Riek en schoonzoon Willy Geerts.

Sociaal en maatschappelijk leven[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was lid van de middenstandsvereniging Deurne. Daarnaast was hij imker en lid van bijenhoudersvereniging St.-Ambrosius-Peelland, was hij lid van handboogschutterij Vredelust en een fervent jager.

Op 5 januari 1942 moest hij zijn dubbelloops jachtgeweer, samen met 213 patronen, inleveren bij chef-veldwachter Frans de Clerck. Op 30 november 1944 kreeg hij van majoor C. Verhoeff, de militair commissaris voor Oost-Brabant van het Militair Gezag, weer toestemming om zijn jachtgeweer met bijhorende munitie weer in bezit te mogen hebben.

Na de bevrijding was hij van 25 september tot 16 december actief bij de Binnenlandse Strijdkrachten, district VIII Helmond. Bij zijn uittreden kreeg hij de volgende handgeschreven bedankbrief van prins Bernhard.

Bij Uw uittreden uit den actieven dienst bij de Binnenlandsche Strijdkrachten is het mij een behoefte U langs dezen weg mijn erkentelijkheid en mijn dank uit te spreken voor de toewijding in de belangrijke diensten, welke U ten behoeve van ons land hebt betoond. Ik hoop dat U ook in de toekomst met dezelfde toewijding Uwe diensten aan het Nederlandsche volk ten nutte zult kunnen maken.
Mijne beste wenschen voor Uw verdere levensloop mogen U vergezellen.
Bernhard