U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Schaalvergroting in Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Everard (overleg | bijdragen) op 24 jul 2016 om 14:39
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Schaalvergroting is een landelijke trend die ook in Deurne op allerlei terreinen herkenbaar is.


Landbouw

De schaalvergroting in de landbouw werd al vóór de Tweede Wereldoorlog ingezet. Kleine boerenbedrijven waren niet langer levensvatbaar, en de grotere moesten zelf ook groeien om te kunnen blijven bestaan. Daarvoor was een aantal zaken nodig, zoals specialisatie in veehouderij, akkerbouw of tuinbouw en groei van het aantal dieren of de oppervlakte aan grond. Karakteristiek voor Deurne is de ontwikkeling van de varkenshouderij. Daarnaast speelde een tendens tot intensivering: de groei van de productie per hectare of per dier.

Landschap

Schaalvergroting en intensivering gingen overal op de zandgronden van Nederland gepaard met ingrijpende gevolgen voor het agrarisch cultuurlandschap. Het kleinschalige landschap zoals zich dat sinds de middeleeuwen ontwikkeld had en waarvan nog in de 19e eeuw nieuwe, kleinschalige voorbeelden ontstonden (zoals Het Riet), werd geherstructureerd en verloor veel van de oude karakteristieken. Belangrijk in deze ontwikkeling waren de ruilverkavelingen Deurne en Astense Aa. Slechts plaatselijk bleef de kleinschaligheid van het oudere cultuurlandschap bestaan, zoals rond Helenaveen, op De Hoeven en in gebiedjes die agrarisch van minder belang lijken te zijn geweest, zoals rond de Voortseweg in de Walsberg.

Dorpscentra

De schaalvergroting in de dorpscentra is feitelijk al meerdere eeuwen aan de gang. In de late middeleeuwen bestonden dorpen veelal uit een stenen kerk, eventueel een stenen kasteel en verder vooral huizen met vakwerkconstructies en lemen wanden. Gaandeweg werden de eerste huizen versteend, waarvan wellicht Markt 10 een goed voorbeeld is. Het zou echter tot in de 19e eeuw duren voordat er panden verrezen die de kerk als grootste gebouw ook maar enigszins probeerden te benaderen.

Cluster Visser-Kerkstraat-Kruisstraat

Voor Deurne denken we daarbij bijvoorbeeld aan de Pastorie aan de Kerkstraat (1852) en de gebouwen van Huize St. Joseph (Visser) (vanaf 1858). Nieuw waren de meerdere etages die de gebouwen kenden. In de loop van die eeuw ontwikkelde zich rond Huize St. Joseph een cluster van meerdere grote gebouwen, hetgeen zich tot en met de bouw van Verzorgingshuis De Nieuwenhof heeft voortgezet. Bijzonder en een vroeg voorbeeld in dat kader zijn ook de bouw van de Sint-Henricus Ulo (1964), het Sint-Willibrordusziekenhuis (1969) en de bijbehorende Verpleegstersflat (1969). Met de bouw van deze modernistische gebouwen zette feitelijk de nieuwe tijd voet op Deurnese bodem.

Cluster Markt-Martinetstraat-Raadhuisstraat

Ook elders in het dorpscentrum was al vroeg sprake van schaalvergroting. Al in 1894-1895 moest een hele rij huizen wijken voor de bouw van het nieuwe Gemeentehuis. Deze ontwikkeling heeft zich tot in de jaren 1985-1986 doorgezet bij de uitbreiding het gemeentehuis aan de achterzijde. Daarvoor moesten veel kleinschaliger, organischer uitbreidingen alsmede particuliere huizen wijken. Tegelijk werd een nieuwe straat aangelegd, de Raadhuisstraat, die aan twee zijden door nieuwe etagebouw in de architectuurstijl van de Bossche School werd vormgegeven.

Cluster Stationsstraat-Schuifelenberg

De opschaling van de bebouwing aan de Stationsstraat ontstond feitelijk al in 1954-1955, toen de woon-winkelpanden Stationsstraat 11 t/m 19 werden gebouwd. Plaatselijk is deze opschaling verder doorgezet. Het meest herkenbaar is dat aan de noordzijde, waar het bouwplan rond de Raadhuisstraat is doorgezet tot in de Stationsstraat en in de nieuw aangelegde Schuifelenberg. Nabij de Lagekerk heeft men een decennium later eveneens een groot nieuw winkelpand neergezet, waar aanvankelijk zich de Hema vestigde en nu een supermarkt aanwezig is. De grote parkeerruimte aan de achterzijde is een bijkomend verschijnsel van deze schaalvergroting.

Cluster De Martinet-Wolfsberg

Ten zuiden van de latere De Wever begon tot na de Tweede Wereldoorlog het grote akkercomplex van Deurne, alhoewel er met de windmolen al wel enige andere functies in het gebied aanwezig waren. Tussen 1967 en 1973 werd hier Winkelcentrum De Martinet gerealiseerd, een overdekte winkelpassage waaromheen ook een cultureel centrum (Gemeenschapshuis De Vierspan, 1969, met inpandige bibliotheek), een nieuw postkantoor (1969) en enkele andere winkelgebouwen werden gerealiseerd. Daarvoor werd onder meer de bebouwing langs de Martinetstraat afgebroken. Tussen 2004 en 2010 werd dit gebied volledig nieuw bebouwd, nu met een winkelgebied en cultureel centrum onder de naam Wolfsberg. De schaalvergroting zat 'm nu in de etagebouw en het verdwijnen van kleinschalige bebouwing langs De Wever en indirect ook langs de Molenstraat, waar deels eerder al separaat van het grote plan etagebouw verschenen was.

Voor- en nadelen

De directe voordelen van de schaalvergroting zijn bekend. We ontlenen er een deel van onze welvaart aan. Tegelijk heeft deze schaalvergroting ook nadelen. Bekend zijn de milieuproblemen van de intensieve landbouw, maar er zijn ook cultuurhistorische nadelen. De historisch gegroeide diversiteit van het landschap heeft er bijvoorbeeld onder te lijden. Dat heeft weer tot gevolg dat inkomsten die cultuurhistorische kwaliteiten bieden, omlaag gaan. Het is niet voor niets zo dat de regio's in Nederland met de hoogste gaafheid van het historisch cultuurlandschap en historische bebouwing toeristisch-recreatief de belangrijkste streken zijn (Drenthe, Winterswijk, Zuid-Limburg, Veluwe). Het is immers wetenschappelijk aangetoond dat cultuurhistorie een belangrijke economische waarde vertegenwoordigt.